Stellendam - Belgie

5 - 6 augustus 2010

Na een aantal dagen waldienst kunnen we donderdag weer naar de boot. Om 12:00 liggen we in de sluis, samen met een ander jacht en de RWS23 die zijn Europanummer niet weet. Blijkbaar wordt voor de beroepsvaart bijgehouden wie de Goereesesluis gebruikt, want ze gaan er lang over door op de marifoon.

We vertrekken met redelijk weer en een dreigende lucht. De wind is noordwest, dus het Slijkgat is weer de gebruikelijke stamppartij, zeker als je het op de motor doet zoals wij. We willen richting Oostende, dus kruisen is geen optie want dan wordt het zeker nachtwerk. Ook langs de kust is voor ons de wind net te westelijk om te kunnen zeilen. We varen eerst naar het zuidwesten op de motor, en hijsen de zeilen na anderhalf uur op de motor. Het is dan mooi weer geworden, vrijwel onbewolkt. We lopen dan ca 40 graden aan de schijnbare wind, genoeg om twee uur te kunnen varen, tot voor de Kop Schouwen weer te dicht bij de zandbanken komen. We varen een half uurtje met de motor pal tegen de wind naar boei NBJ om de Banjaard zandplaten te kunnen passeren. Vandaar weer verder op het zeil. Het blijft hoog aan de wind varen met hoge golven. Er staat maar 13 knopen wind, maar aan de golven zou je dat niet zeggen. We krijgen veel water over de boot.

Bij de Westerschelde monding is het weer tijd om te kruisen, maar dan hebben we ook de stroom inmiddels tegen. We doen nog wel een slag, maar alle hoogte die we gewonnen hebben is weer weg als we in de vloedstroom van de Schelde komen. Toch nog even proberen.

Inmiddels heeft Elly gekookt, lasagna in de oven. Als ze de overdeur opendoet zorgt een golf ervoor dat de lasagna bakjes op zijn kop op de deur van de oven liggen. Een geweldige bende dus. Er is nog wel genoeg over om van te eten.

Na het eten en het opruimen van de ergste troep starten we om negen uur de motor. Richting Blankenberge maar, waar we om tien uur de haven invaren. Er zijn nog twee havenmeesters actief, de eerste stuurt ons weg want de haven is vol. De havenmeester van De Vrije Noordzeezeilers helpt ons heel vriendelijk; hij neemt me mee in zijn dinghy en vaart de haven rond op zoek naar een plekje. Het wordt langszij een andere boot. Al met al is het elf uur als we vastliggen. We hebben de 55 mijl (volgens Reeds) afgelegd in 10 uur.

Badplaats Blankenberge. De volgende ochtend verkennen we eerst Blankenberge. Wel een leuke plaats met veel terrasjes en een grote vrijdagmarkt. Zeker een stop om te onthouden. Als 's middags de stroom weer mee staat gaan we verder naar de Nieuwpoort, een klein stukje langs de kust. De wind is net als gisteren 13 knopen en uit dezelfde richting, maar de zee is nu vrijwel vlak. Dat vaart toch comfortabeler. We varen op de motor een stukje uit de kust (daar zijn geen wolken), en zeilen dan aan de wind (35-40 graden) naar Nieuwpoort. We lopen 6 a 7 knopen door het water. In Nieuwpoort vecht ik met het wireless internet van de haven; uiteindelijk lukt het wel om mail op te halen, maar het kost heel veel tijd.

Nieuwpoort - Ramsgate

8 augustus 2010

Oorspronkelijk waren we van plan eerst richting Frankrijk te gaan, en dan naar Zuid-Engeland over te steken, maar wind en tij maken dat niet erg makkelijk. Er wordt voor de komende veel zuidwesten wind voorspeld, naar Calais is dat pal tegen. Plus het hoogwater rond middernacht, ook al niet de handigste tijd om aan te komen. Voor vandaag wordt een rustige zuidenwind voorspeld, later draaiend naar zuid-west. Daarmee moet Ramsgate goed te doen zijn.

Dreigende luchten boven het kanaal. Om elf uur hijsen we de zeilen voor de kust, onder een dreigende buienlucht, maar met een zonnetje en 10 knopen wind. We komen een groep boten tegen die met de stroom mee naar het noorden varen, tegen de donkere lucht steken de zeilen mooi af. Na een klein uur wordt de lucht wel erg donker, en gaan we nadenken over een rif. Dat duurt niet lang, nog voor Elly haar zeilpak aanheeft barst de bui los. Nu staat er 25 knopen wind, en uit het zuidwesten. Dat is nog een beetje vroeg, we moeten nog verder langs de geul voor de oversteken bij de Ruytingen Noord boei. Voor ons is dat nu niet meer bezeild, zeker niet met de stroom naar het noorden. We zeilen nog een poosje, maar drijven te ver weg. Gelukkig hebben we een trouwe dieselmotor die ons naar de boei brengt.

Bij de scheepvaartroute moeten we NW varen, dat is perfect bezeild. Met het eerste rif en ons kotterzeil varen halen we Ramsgate verder helemaal op het zeil. Afhankelijk van de koers (45-100 graden) lopen we 6 tot 9 knopen door het water, een groot stuk 8.5 knopen. Er staat 20 knopen (ware) wind, de golven bouwen aardig op, maar het is heel ontspannen zeilen. De boot doet zijn werk, we krijgen veel water over, een enkele keer voert de huik het overslaande water af! Minder was dat we ventilatiegaten niet hadden afgesloten, de eerste golf over het dek voerde dus een flinke slok zout water in de keuken. De route die we hebben gevaren is Ruytingen N, Sandettie E, Sandettie W, Goodwin Knoll, haven Ramsgate. In de scheepvaartroute naar het zuiden is het druk, een paar schepen waaronder een heel groot containerschip passeren op minder dan een mijl. AIS is dan echt ideaal, je kunt het zelf nooit zo goed inschatten op het oog. Dank zij de flinke stroming naar het zuiden konden we zeilen tot de boeien voor de haven was Ramsgate.

Ramsgate. In Ramsgate leggen we aan naast een tweetal motorboten. Een heel flottielje is zich aan het verzamelen voor een georganiseerde tocht naar Nederland. Ramsgate ziet er leuk uit vanuit de boot. Het havengidsje raad Broadstairs aan als een leuk plaatsje om te bezoeken, '30 minuten lopen', leuke excursie voor morgen.

Strandgangers en Folk Feest in Broadstairs. Als we zondagochtend op pad gaan, lopen we Olav met zijn gezin tegen het lijf. Kleine wereld, wel leuk! Olav heeft de keuring van onze boot gedaan vorig jaar. Broadstairs blijkt een uur lopen van Ramsgate te zijn, maar is zeer de moeite waard. We zijn er tijdens de 'Folk week'; het stadje is bomvol en erg gezellig. De volksdansen zijn wel leuk om te zien,al was het alleen al voor de kleurrijke kleding die sommige groepen gebruiken. Met een beetje geluk vinden we een plekje op een terras om mensen te bekijken. Een leuke mix van strandgangers en netjes aangeklede folk-toeristen.

Royal Temple Yacht Club Ramsgate. Terug in Ramsgate lopen we langs een internetcafe waar Gilbert de mail kan ophalen. Daarna zetten we onze namen in het gastenboek van de Yacht Club. Een sjieke, echt Engelse club met een mooi uitzicht op de haven.

Als we 's avonds de weerberichten bestuderen besluiten we niet verder gaan naar het zuiden van Engeland. De voorspelling blijft (veel) zuidwesten wind, dus dat wordt alleen maar tegen de golven in motoren. Het alternatief wordt de oostkust van Engeland, en de monding van de Thames. Brightlingsea ligt onder Harwich aan een van de krekenstelsels, en dat wordt ons doel. Ruim 40 mijl varen.

Ramsgate - Thames - Brightlingsea

9 augustus 2010

Na de overtocht van de Noordzee nu de overtocht van de Thames. Volgens de gidsjes ook iets om goed over na te denken, vooral omdat er een groot aantal zandbaken liggen. Gewapend met de kaarten en gidsen is het goed te doen, en met de voorspelde zuiden- en zuidwestenwind zou het ook nog bezeild moeten zijn. Om met hoogwater over de zandbanken (de lagere punten daarvan) in de Thamesmoding te varen vertrekken we om 8 uur uit Ramsgate, min of meer tegelijk met het flottielje motorjachten.

Vuurtoren van North Foreland. De wind is zuid, ca 8 a 10 knopen. We varen een klein stukje op de motor, en hijsen de zeilen bij Broadstairs. Met een gezapige snelheid van 3 a 4 knopen over de grond naar de Outer Fisherman boei. Het is schitterend weer, lekker warm. Om een uur of elf draait de wind naar het westen, en valt ook grotendeels weg. We hebben nog een eind te gaan, dus met de motor verder. De zeilen laten we staan voor betere tijden, en het scheelt wellicht nog een paar tiende knoop.

Jan van Gent in de Thamesmonding. De Thames is erg stil; de Fisherman geul is bedoeld voor loodsen en grote vaart, maar wij zien er alleen een Jan van Gent en een ander zeilbootje. Ook als de scheepvaartroute ("Fisherman's Gat") oversteken is er maar een schip te zien, in de verte. We varen verder pal noord over Sunk Sand, en dan westelijk naar de Swin Spitway boei. In vrijwel windstil weer komen we langs een groot nieuw windpark, Gunfleet Sand.

Bij de Swin Spitway boei moeten we weer een zandbank over. Er komt weer wat wind, staat nu 7 knopen, we gaan weer een stukje zeilen. Door het water lopen we 3 a 4 knopen, over de grond 2.5, maar we hebben de tijd. Nu is het boeitjes varen tot bij Brightlingsea, nog ruim 10 mijl. De wind neemt gestaag toe, als we aankomen hebben we het laaste halfuurtje de beloofde 20 knopen wind. De komen terecht in een zeilwedstrijd voor kleine bootjes.

Aanlegsteiger Brightlingsea. De 'haven' van Brightlingsea is een steiger in de geul voor het plaatsje. Na een VHF oproep komen de havenmeesters ons tegemoet om te helpen met aanleggen. We hadden het zwaard helemaal opgedraaid, dat maakt het manoevreren niet echt makkelijk. De boot drijft gewoon weg met de stroom in de kreek. We krijgen de beste plek van de haven zoals ze zelf zeggen, voorin de geul. Heel vriendelijk, heel gemoedelijk. Achteraf vertelt de havenmeester dat hij ons gelijk heeft ingedeeld in de categorie van de Southerly's, en 'die kunnen niet manouvreren, die kun je het beste vooraan leggen'. Net als wij zijn dat boten met een hefkiel.

De watertaxi in Brightlingsea. Om aan kant te komen moet je een watertaxi bellen, die je dan voor een pond per persoon overzetten. De watertaxi gebruikt channel 37 op de marifoon, maar dat kanaal kunnen wij niet kiezen. Als na een rondje door het dorp weer bij de boot worden afgezet, wenst de veervrouw ons welterusten. Zo'n plaatsje is het, wel leuk.

Voor dinsdag wordt veel regen voorspeld, dus we blijven nog een dag hangen in Brightlingsea. Om dit verslag te maken, Daarna willen de River Blackwater verder verkennen. In dit soort omstandigheden wel prettig dat we zelfvoorzienend zijn met de electriciteit, sinds Nieuwpoort hebben we geen walstroom meer gehad. Motoren helpt natuurlijk, maar toch. Ook na de overtocht van Nieuwpoort naar Ramsgate, waar de stuurautomaat toch echt hard moest werken, kwamen we met volle accu's aan. De windgenerator en zonnepanelen leverden meer dan de koelkast, navigatie en stuurautomaat nodig hadden.

Windenergie

11 augustus 2010

Onderhoudsboot windmolenpark bij Gunfleet Sand. Bij Brightlingsea zien we de boten van de het Windmolenpark Gunfleet Sand regelmatig vertrekken en aankomen. Alle reden dus om eens een praatje te maken met de schipper van de offshore boot die naast ons ligt. Hij vertelt dat het windmolen park is nog maar pas is opgeleverd en nog in de garantieperiode zit, waarin veel preventief onderhoud wordt gedaan. Alle molens moeten eens per jaar worden onderhouden, en zo'n onderhoudsbeurt duurt ongeveer een week. Er zijn 48 molens, dus alleen al het onderhoud houdt een ploeg en boot een jaar bezig.

Windmolenpark bij Gunfleet Sand. De onderhoudsploeg wordt met de werkboot naar de molen gebracht. Terwijl de ploeg aan het werk is, blijft de boot standby om in geval van problemen gelijk de eventuele gewonden naar de wal te kunnen brengen. Soms maken ze lange dagen, maar soms is een molen maar gedurende circa 5 uur voor de boot bereikbaar omdat hij te hoog op de zandbank staat voor de boot. Hij vertelde ook dat je best met je zeilboot door de windparken heen mag zeilen, zolang je maar een beetje afstand tot de molens houdt. Alleen bij reparaties -- komende weken moeten er wieken worden vervangen -- wordt een veiligheidszone ingesteld. Als het zo uitkomt gaan we dat nog eens doen, door het park heenvaren. De schipper is wel blij met het windmolen park, het geeft veel werkgelegenheid in de regio.

Brightlingsea - Heybridge

11 - 12 augustus 2010

Klassiek zeiljacht op de Blackwater Rivier. Ik heb 's ochtends niet zo goed opgelet, als we uit de haven van Brightlingsea vertrekken is het al half elf, en rond een uur worden we verwacht in de sluis van Heybridge aan het einde van de Blackwater River. Het is ongeveer 15 mijl, dus met een beetje wind en stroom mee komen we misschien nog een heel eind. Inderdaad loopt de boot wel ruim 5 knopen, maar we moeten pal tegen de wind in. Kortom, dat gaan we niet redden. Dat heb je ervan als je aan de praat raakt en dan ook nog mail gaat lezen. Op de motor dus tegen de wind in naar Heybridge. Onderweg zien we een mooi klassiek zeiljact opkruisen. Er zijn veel oude zeiljachten actief. Voor ons op de steiger in Brightlingsea lag een raceboot uit 1909, die door de huidige eigenaar weer helemaal in race-vaardige toestand is gebracht. "Very expensive" volgens hem. Voor erbij had de man ook nog een klein racebootje uit 1935, waar hij ook wedstrijden mee voer. Een echte liefhebber dus.

Overnachten in de sluis van Heybridge.Met de hulp van de motor zijn we even voor een uur bij Heybridge. We varen nog even door naar Maldon, aan het einde van de rivier. Daarna de sluis bellen om onze komst te melden. De deuren gaan om 13:20 open, er komen wat bootjes uit en dan mogen wij erin. We varen met twee andere boten in de sluis. Er staat een heel ontvangstcommittee gereed: de sluismeester en een groot aantal assistenten. De oudste is een man van (denken we) dik ik de tachtig die nog met veel overgave lijnen aanpakt en aantrekt. Als we binnen zijn, gaan de deuren aan de andere kant open. De bedoeling is dat we keren achter de sluis en dan weer de sluis invaren om te overnachten. Zo geschiedde. En dat alles zonder een tikje van de boegschroef!

De geul naar de sluis bij eb.Als we eenmaal liggen maken we een stevige wandeling naar Maldon. Een oude handelstad, waar ook weer de nodige klassieke schepen liggen, Thames Barges waarmee indertijd vracht werd vervoerd in de kreken van Thamesmonding. 's Avonds eten we in de pub bij de sluis. De kreek naar sluis is dan niet meer dan een stroompje in modder.

Heybridge - Titchmarsh

12 - 14 augustus 2010

De sluis van Heybridge wordt gevuld. 's Ochtends is het heel stil bij de sluis van Heybridge, en als het sluisje dan bijna opengaat wordt het ineens druk. Het terras loopt vol met toeschouwers, de bejaarde sluishelpers verschijnen, en de sluiswachter is ook weer actief. Het tij in Heybridge is bijzonder: gedurende een periode van 5 uur is geen water in de rivier, en daarna loopt het snel vol. Wij waren er tijdens een springvloed, en dan komt de laatste meter binnen een uur. Rond hoog water heb je dan de brede rivier. In de korte periode dat het water hoog staat moet het sluisje schutten, vandaag moesten er 20 jachten uit en 10 in. Wij verder voorin de sluis gelegd, waarna er zoveel mogelijk boten bij werden gevaren. Schuin achter ons lag de voorzitter van de vereninging van Kamperland, te herkennen aan het vereningingsvlaggetje. Kleine wereld. Met acht boten voeren we met de eerste lichting uit de sluis weg, pas nadat we Jane hadden beloofd volgend jaar weer terug te komen.

Walton-on-the-Naze vanaf zee. Het is warm, de warmte die hoort bij een windstilte voor een bui. We varen eerst op de motor door de zeilwedstrijd van de dag. Het lijkt wel alsof er altijd races zijn met kleine bootjes. Na een half uurtje varen komt er wat wind, en hijsen we de zeilen. Net als we ons afvragen of het wat gaat worden komt de bui door met regen en wind. Binnen een kwartier gaan we van 8 naar 20 knopen rugwind. Dat schiet lekker op, we lopen al snel 8 a 9 knopen over de grond. Snel genoeg om in een tij Titchmarsh te kunnen halen bij Harwich, waar we dan na het laag water aan komen. We varen langs de kust, die ook hier gevuld is met strandhuisjes en hotels. De luchten blijven dreigen, maar veel regen hebben we niet meer.

Om bij de haven te komen moet je door de boten op moorings, die ook in de geul liggen. De wind blijft goed doorstaan, de stroom ook, dus we zijn heel snel bij Walton-on-the-Naze aan de Noordzeekant. Als we de Walton Backwater willen invaren staat er nog een ebstroom, we komen dus echt met laagwater aan. En een extra laag laagwater wat hoort bij een springtij. De kaart geeft een aantal plaatsen diepten rond 1 meter aan, dus dat wordt spannend. De aanloop gaat goed, we meten steeds 1.5 meter water. Als we dan in de schorren de hoofdgeul moeten verlaten richting Titchmarch liggen de rode boeien droog. De kaart geeft 80 cm aan, maar we hebben ruim een meter. Weer een drempel genomen. We varen nu door een wat dieper deel van de geul verder naar de haven, door een zeer groot aantal boten die op moorings vastliggen. Vlak bij de haven is nog een ondiep stuk, waar de dieptemeter het niet meer kan meten, maar we voelen geen schokken. Onze ervaring leert dat het dan ca 1.2 meter is.

Om 8 uur leggen we aan bij de buitensteiger van Titchmarsh. De mensen die ons helpen willen wel weten hoe we dat hebben gedaan, zo'n grote boot met eb naar binnen varen, het moet wel een hefkiel zijn. Toch leuk zo'n Allures. Het havenkantoor is al dicht, maar de locals vinden dat we mogen blijven liggen. Dat doen we dus maar. De volgende ochtend geeft de havenmeester aan dat we moeten verhuizen, de ligplaats is van een vaste klant die vandaag terug komt uit Oostende. Dat doen we braaf.

Het is een rustige dag met het weer dat we inmiddels gewend zijn: dreigende luchten, af en toe regen, en soms een zonnetje. We besluiten nog een dag in de haven te blijven hangen. 's Middags regent het met onweersbuien. We vullen de dag onder andere met een bezoek aan de chandlery, waar Elly eindelijk haar rechthoeking Boaties Fry Pan koopt en Gilbert een boek over oceaanzeilen. En een verlengsnoer met hoes om 25 meter extra te kunnen overbruggen voor volle accu's en warm water. Met name voor warme water is het soms handig om stroom te hebben, voor de accu's hoeft het eigenlijk niet.

Titchmarsh - Ipswich - Shotley

14 - 16 augustus 2010

Oude boten als baken in het Hamford water. De voorspelling voor vandaag is slecht, veel regen. Maar het valt heel erg mee, als we even na 12:00 uur losmaken is het droog en is er af en toe een zonnetje. Het wegvaren gaat niet makkelijk, we hebben we het zwaard nog helemal omhoog staan. Dan stuurt hij echt niet. We motoren het Walton Channel uit, weer tussen alle boten aan de mooring. Als we in de brede kreek zijn, het Hamford water, varen we nog een eindje het schor in. Nu het halftij is, zijn de kreken een stuk breder dan toe we aankwamen bij eb. We hijsen het zeil, en kunnen de kreek uitvaren op het zeil. We hebben stroom tegen, maar lopen toch nog 4 a 5 knopen over de grond. Het is druk in de kreek met ingaande en uitgaande zeilboten. Op de foto een aantal oude vrachtboten die gebruikt worden om de geul te markeren.

Engels landschap op de Rivier Orwell. Eenmaal uit de schorren gaan we richting Harwich. Er is geen grote vaart, dus we kunnen rustig langs de containerkade de rivier Orwell opvaren, grotendeels voor de wind. Inmiddels hebben we stroom mee, en varen we door een het glooiende Engelse landschap. Heel anders dan in Nederland. Klassieke bootjes die op een mooring in de rivier liggen. Ook in hier vormen de boten op mooring een boeienrij in de rivier, dit keer zijn de boten evenwel nog gewoon in gebruik.

Een botenrij op mooring voor de Orwell Bridge. We gaan onder de Orwell Bridge door, de eerste brug waar sinds we de boot hebben onderdoor kunnen varen. Bij de brug moeten we ons aanmelden voor het sluisje in het centrum, maar de sluiswachter zegt alleen maar 'let op het groene licht'. Eenmaal bij de sluis is duidelijk waarom: rond hoogwater staat de sluis gewoon open. We kunnen dus zo doorvaren en krijgen een mooie plaats op het 'hammerhead' (eind) van een steiger.

Het is de hele dag (en avond) mooi weer gebleven, geen regen van betekenis vandaag.

Gerenoveerde panden bij de haven van Ipswich. Zondag zijn we in Ipswich en verkennen we de stad een beetje. Vooral rond de haven wordt heel veel opgeknapt, oude pakhuizen worden appartementen en kantoren, maar er wordt ook veel nieuw gebouwd. Het lijkt dat er wel sneller wordt gebouwd dan verhuurd, er staan veel 'to let' borden.

De nacht van zaterdag op zondag komt er veel wind over, en ook maandag ochtend waait het nog hard. De voorspelling voor dinsdag lijkt wel goed nu: 10-20 knopen westenwind, dat is in de rug als we terugvaren. Dat moet lukken. We varen maandagmiddag met hoog water van Ipswich de River Orwell af naar Shotley, aan de monding. Een stukje van 7 mijl dat we voor wind met alleen de genua doen. Met vol zeil zouden we sneller gaan dan 6 knopen, en dat mag niet...

Het sluisje van Shotley. Shotley is een goede haven om te vertrekken naar Nederland. De haven heeft een sluisje, dus ik had daar een beeld bij van wachten op de volgende schutting. Maar het is een klein en efficient sluisje, wat per aankomende boot schut, als we aankomen wordt een bootje geschut, maar we kunnen gewoon langzaam doorvaren. De wanden zijn helemaal met rubber kussen bedekt, je hebt eigenlijk geen stootwillen nodig. Onderweg naar Shotley was het nog bewolkt, maar als in de haven zijn krijgen we nog een mooie en rustige avond. Er is niet veel wind meer, de zon gaat mooi onder achter de heuvels. Shotley heeft twee gezichten: achter de haven een glooiiend Engels heuvellandschap, en aan andere kant van de River Orwell de containerhaven van Felixstowe.

Shotley - Stellendam

17 augustus 2010

We hebben de wekker om 5 uur 's ochtends gezet, zodat we om 6 uur enigszins wakker kunnen wegvaren. Terwijl we langzaam wakker worden schut het sluisje de eerste boten al. Om 6 uur precies liggen we in de sluis voor de 106 mijl naar Stellendam. Volgens de gidsjes was de afstand 95 mijl, maar rekening houden met een nieuwe windpark -- de Greater Gabbard Offshore Wind Farm -- en de scheepvaartroute naar Rotterdam meten we op de kaart 106 mijl. Dat is toch weer dik een uur extra varen.

Als we vertrekken is het rustig met de grote vaart. We zien Harwich liggen in de eerste ochtendzon. De wind is west, dus het water onder de kust is rustig. Ons vertrek met hoogwater Harwich komt goed uit met de stroom: we hebben stukken met meer dan 2 knopen stroom mee als we ONO varen richting langs het noorden van de Greater Gabbard Offshore Wind Farm. Greater Gabbard Offshore Wind Farm. De wind is west, 13 knopen. Pal met de wind mee levert ons dat niet meer dan 5.5 knoop, maar de stroom erbij dus toch 7 knopen. Als we weer naar het zuiden afbuigen om de scheepvaartroute te kruisen neemt de stroom weer af en krijgen we stroom mee naar het zuiden. Voorbij de scheepvaartroute het laatste stuk langs de kust hebben we dan weer stroom mee. Het windpark is overigens indrukwekkend groot. Eindeloze rijen molens in aanbouw, over een zeer groot oppervlak.

Schommelen op de Noordzee. Naarmate de dag vordert neemt de wind toe. Toen we wegvoeren was de parasailor leuk geweest (13 knopen in de rug), maar om 11 uur waren het 18 knopen en om 4 uur 25 knopen (dikke windkracht 6). Dat was nieuw voor ons. We zijn begonnen met een vol grootzeil en genua, en geeindigd met een 2e rif in het grootzeil en de kotterfok. We voeren uiteindelijk dus met weinig zeil. We hebben steeds geminderd als de stuurautomaat het niet meer trok. Het probleem is dat de boot met de grote golven (2 meter?) voor de wind gaat slingeren. De stuurautomaat probeert dan bij te sturen, maar op een bepaald moment lukt dat niet meer. De automaat levert dan maximale roeruitslag. Eigenlijk is dat niet goed, het roer wordt dan meer een rem dan een roer. Soms herstelt de boot zich "vanzelf", maar uiteindelijk loopt de boot dan uit het roer en moet je hem weer voor de wind krijgen. Dat is dan lastig omdat je daar eigenlijk teveel zeil voor hebt. Anyhow, zeil minderen lost het probleem op. Met de hand sturen helpt ook wel een beetje, maar uiteindelijk win je er niet heel veel mee. Dus eerst reven, dan kotterstag, dan weer reven. En uiteindelijk toch een goed gevoel dat we ook met windkracht 6 de Noordzee kunnen oversteken.

Golven zijn overigens altijd minder hoog dan je denkt. Rijkswaterstaat heeft diverse sites met golfhoogte informatie, Actuele data van de afgelopen 24 uur en Waterbase met oudere gegevens. Als ik dit tik is de golfhoogte van gisteren niet meer te zien op de ene site en nog niet op de andere. Eind december staat het er wel: bij Schouwenbank 1,6 - 2,0 meter aan het einde van de middag.

Het laatste stuk werd de wind minder (maar 20 knopen - nog steeds windkracht 6), maar plat voor de wind zeilde het niet echt meer met het tweede rif en het kotterstag dat vooral klapperde omdat het steeds uit de wind stond. We hebben toen de motor maar bijgezet om 8 in plaats van 5 knopen te lopen. Achteraf hadden we waarschijnlijk meer 140-graden graden koersen moeten varen en af en toe gijpen. Maar dat lijkt zoveel verder.. In laatste zeilen stond daar een verhaal over. Met deze ervaring nog maar eens lezen, en dan de windsnelheid/hoek/bootsnelheid curves nog eens opzoeken.

Als we ons even na 11 uur 's avonds melden bij de sluis krijgen we direct een prive-schutting. Net zoals de dag is begonnen, maar deze keer in een veel grotere sluis. Het schutten duurt even, maar we liggen rond middernacht in de box. Niet in onze eigen box, maar in de die van de buurman.

Allures 44 terug in Stellendam. Woensdagochtend zijn de passanten uit onze box weg, en kunnen we de boot doorschuiven. Verder komt er woensdag niet veel meer uit onze handen, een beetje poetsen en dat is het wel.