Verloren

10-11 juli 2010
Zaterdagavond vertrekken we richting Stellendam voor onze zomervakantie. Het blijkt een van de laatste warme dagen te zijn. Als we 's avonds in het restaurant zitten barst een tropische bui los. Het blijft nog wel warm. Zondagavond is het de finale van het WK, dat moeten we wel zien natuurlijk, dus zondag blijven we in de haven. Elly richt de boot in, Gilbert plaatst de bekerhouder op de kuiptafel, Jason en Maxime gamen. Na het avondeten gaan Gilbert, Elly en Maxime richting havenrestaurant, voor de gelegenheid een sportcafe. We zien een spannende wedstrijd, maar helaas, Spanje wint. 5 minuten na het einde van de wedstrijd zitten we weer in de boot.

Richting Oosterschelde

12 - 15 juli 2010
De eerste dag van onze vakantie klettert de regen op ons dak, en dat na 3 weken hoogzomer. Het is nog warm, en de voorspelling is dat er onweersbuien over kunnen trekken. De hardste klappen worden in het oosten van het land verwacht, maar de kust kan ook veel wind meekrijgen. Bui boven het Haringvliet. We wachten de eerste buien af en gaan dan na de regen op weg. Er staat een lichte oostenwind, te weinig om tegenin te kruisen. Voor Middelharnis proberen we het grootzeil te hijsen, maar we hebben ruzie met de riflijnen. Tegelijk neemt de wind sterk toe en komt er een schitterende bui opzetten. Binnen een kwartier staat er een zuidenwind van 20 knopen. De lucht wordt steeds dreigender. We bergen het zeil weer op en wachten de bui af. Die komt, heel veel regen vooral, wel wat wind maar niet meer dan 30 knopen in de vlagen. Voor het eerst sluiten we de kajuit af tijdens het varen, de wind komt met bakken pal vanachter. Het zicht wordt heel slecht, een tonnetje maar.

Aan de meerboei ten noorden van de Volkeraksluizen. Halverwege Tien Gemeten is de bui over, de wind zakt terug naar 8 knopen, nu pal west. We varen op de genua naar de Haringvlietbrug, dat moet niet te snel want de volgende opening is over anderhalf uur (18:30). Terwijl we varen neemt de wind weer toe naar 20 knopen, dan gaan we ook alleen op de genua te snel. Dus laten we ons nog wat drijven voor de brug terwijl de wind verder aantrekt. We hebben niet zo'n om te gaan sluisvaren met die wind, dus pakken we een ankerboei bij het sluizencomplex. Een leuk plekje, ten noorden van de jachtensluis van het Volkerak. Op de kaart heeet het Noord Hellegat, nu is het een baaitje goed beschut voor de zuidwestenwind. De geluiden zijn ook bijzonder: de mix van vogels en vrachtvagens die hoort bij een 'natuurgebiedje' in een snelwegenknooppunt.

De volgende ochtend vertrekken we tegen twaalf uur, met de bedoeling om rond 4 uur door de Krammersluis te zijn. We kunnen dan met de ebstroom naar Zierikzee of zelfs Burghsluis. Als Jason de sluis oproept blijkt het niet zo te werken: er zijn problemen met de ophaalbare brug van de Volkeraksluis, ze schutten niet. 'Roept u ons over een half uur nog maar eens op'.

Scheepsbok uit de Volkeraksluizen. We besluiten wat heen en weer te zeilen op het Hollands Diep tot de brug weer draait. Tegen twee uur vangen we een marifoonbericht op voor een ander jacht dat ze naar binnen kunnen. We strijken snel de zeilen en varen naar de sluis. Daar duurt het nog even, we moeten nog wachten op een scheepsbok die langzaam de sluis uit komt. Het schutten zelf gaat snel.

Op het Volkerak hebben we zoals meestal de wind tegen (ZO), maar vanaf het waterski gebied bij boei NV9 tot voorbij de Noordplaat zeilen we toch. Na de Noordplaat is de wind afgenomen tot 8 knopen wind, we hebben geen geduld meer om daar tegenin te kruisen. We motoren naar de sluis en schutten snel naar het Mastgat. De wind is inmiddels doorgedraaid naar WNW en weer wat toegenomen, zodat we kunnen zeilen tot bijna bij de Zeelandbrug. Elly kookt onderweg, nog voor de Oosterscheldebrug hebben we lekker warm gegeten. Om 19:40 kunnen we door de brug, en even na 8 uur liggen we in de stadshaven van Zierikzee naast twee grote motorjachten.

De haven van Zierikzee bij nacht. De havenmeester vind het maar niks dat we naast de motorjachten liggen, dus de volgende ochtend worden we naar voren gedirigeerd, weer nummer drie in de rij. Omdat het KNMI weer zwaar onweer voorspelt, blijven we woensdag in de haven. Er komt inderdaad later op de middag regen, maar veel wind is er niet bij. Donderdag wordt storm voorspeld, dus dat wachten we ook nog af. Tijd om boodschappen te doen, de boekwinkel te bezoeken en uit eten te gaan bij "'t Getij" in Zierikze. Goede kok, leerling serveerster, lekker gegeten.

Zierikzee - Antwerpen

16 - 18 juli 2010
Vrijdag melden onze buren ons als ik kwart voor negen uur naar de bakker wil dat ze om 9 uur weg willen. Dus de walstroom los, extra stormlijnen naar de wal los en wachten tot iedereen klaar is. Onze buren gaan eerst ontbijten, dan gaat Gilbert toch nog maar even brood halen. Gezien de harde wind (20-25 knopen) lijkt het ons het makkelijkst om maar gewoon op stap te gaan richting Wemeldinge.

Eenmaal door de Oosterscheldebrug (10:20) stuurt Maxime de boot pal tegen de wind op de motor tot voor het Goessche Sas. Helemaal zonder last van zeeziekte. Het is dan nog geen elf uur, we kunnen dus met laag water makkelijk bij Hansweert zijn, en dus ook doorvaren naar Antwerpen. Na kort overleg besluiten we dat ook te doen. Onderweg vragen we via internet een FD-nummer aan voor de haven van Antwerpen. Vanaf het Goessche Sas varen we verder op de genua naar het kanaal door Zuid Beveland. Om 12:30 kunnen we de door de Postbrug. Er is wel een misverstand met de brugwachster-op-afstand: ze zet brug half open en laat het licht op rood-groen staan. Wij denken dat er een probleem is, maar zij roept door de geluidsinstallatie dat we er makkelijk door kunnen. Op dat moment had ik al een rondje ingezet. De brugwachter zucht en doet de brug verder omhoog. Het licht is niet groen geworden, de auto's hebben langer moeten wachten.

De Vlake brug gaat vrijwel aansluitend open, en ook de sluizen bij Hansweert gaan snel. Het is steeds even vechten om los te komen van de wachtstijgers bij lager wal; als het een beetje doorwaait doet de boegschroef niet veel, en het roer werkt pas als de boot snelheid heeft. Dat is duidelijk een nadeel van de twee roeren: waar een boot met een middenroer schroefwater langs het roer stuwt, werken onze roeren pas als we vaart maken. Vooral achteruit duurt dat even, vooruit komt er nog wel wat schroefwater langs de roeren.

Meedrijven met de stroom Antwerpen in. We zijn nog voor laag water op de Schelde, ruim de tijd dus om naar Antwerpen te varen. Op de Schelde is de wind zuidwest en niet meer zo krachtig. We besluiten op het gemak op de genua naar Antwerpen te varen, als we 5 knopen over de grond halen is het al voldoende. Eerst door de Schaar van Waarde, een onbetonde geul. Met laag water leuk om te varen, aan stuurboord ligt de hoge (droge) plaat van Valkenisse, die zo'n 5 meter boven het laagwaterpeil ligt. Dat is de hoogte van een zeedijk! Aan het einde van de geul moet je om een zandplaatje over een ondiepte van 2,50 meter volgens onze diepte meter. Weer een gelegenheid om het zwaard op te draaien dus.

De Schaar van Waarde komt uit op de hoofdgeul, die we recht oversteken naar de Plaat van Saeftinge. Aan de bakboord oever komen we daar een binnenvaarder tegen die blijkbaar wat diesel wilde sparen (in de binnenbocht staat minder stroom). Na de Plaat van Saeftinge is het verder een kwestie van de Schelde volgen door de havens. Het lukt vrijwel helemaal op de genua, snelheid over water tussen de 2 en 5 knopen afhankelijk van windsnelheid en richting, met een a twee knopen kado van de stroom. Alleen de laatste twee bochten naar de Royersluis wordt het te lastig om stuurdboord wal te varen op het zeil. Op de motor verder dus.

Schutten inde Royersluis. Als we om zes uur bij de Royersluis zijn staat die open, we varen er als laatste in. De sluiswachter wil ons FD nummer weten; als we zeggen dat het 's ochtends hebben aangevraagd, zoekt hij het op voor ons. Ze zijn erg vriendelijk, helpen ons met aanleggen, en doen niet moeilijk over ons wel erg verse FD nummer. Na de Royersluis nog twee bruggen voor het Willemdok; bij de tweede brug komt de havenmeester ons even inspecteren voor de haven in mogen. Hij herkent ons als die mensen die zo laat hun FD nummer aanvroegen. Kunnen we hem mooi bedanken voor de snelle service.

Allures 44 in het Willemdok. Het Willemdok is een mooie haven, vooral ook een ruime haven. Het dok is een haven uit de tijd van Napoleon, gebouwd in 1803 door ir Mengin volgens het monument op de haven. We hadden verwacht 3 rijen dik te liggen, zoals in Zierikzee, maar we hebben een eigen box. En dat vlak bij het centrum van Antwerpen voor de prijs van een gewone jachthaven. We verbazen ons over het geringe aantal bezoekers, zou het door FD nummer komen? Of is de Westerschelde een hindernis? Diegenen die meer over de Schelde en de geschiedenis willen weten kan ik het boek "Een haven te ver" aanraden. Het gaat over de Britse expeditie naar de Schelde in 1809, die was bedoeld om Antwerpen te veroveren. Walcheren is snel veroverd, het centrum Vlissingen gebombaard, maar Antwerpen is nooit bereikt. Interessant vooral om te zien hoe anders de wereld toen was.

Markt Antwerpen. Zaterdag verkennen we het centrum van Antwerpen. Schitterende panden uit de Gouden Eeuw, een mooi marktplein, ontzettend veel terrasjes en heel veel mensen die op de uitverkoop afkomen. 'Soldes' noemen ze dat hier, op z'n Frans. We beperken ons tot lekkere chocolade en een biertje op een van de vele terrasjes. Net voor sluitingstijd komen we nog langs het Rubenshuis, dat is iets voor een volgend bezoek. Op de terugweg van de markt naar de haven blijkt de kortste weg ons door het red-light district van Antwerpen te voeren. Zo zie je nog eens wat. De dames zijn zich aan het voorbereiden op een gezellige avond.

Museum aan de Stroom gebouw Antwerpen. Het havengebied en de kades bij het Willemdok staan in het teken van het Museum aan de Stroom (MAS) dat in mei 2011 zijn deuren moet openen. Nog een reden dus om terug te komen. Het is groot en opvallend gebouw tussen het Willemdok en het Bonapartedok. Het Bonapartedok gaat een museumhaven worden. Nu ligt er alleen de oudst bewaarde stoomkraan (uit 1951, eigenlijk vrij recent).

Scheepskraan MAS Antwerpen. Onderdeel van de collectie van het MAS museum is een verzameling van 17 oude scheepskranen, waaronder dus de stoomkraan. 30 jaar geleden heeft men besloten van elk type kraan dat in de havens is gebruikt, een exemplaar te bewaren. De eerste kraan is nu gerestaureerd, en voor de opening van het museum moeten een aantal van de oudste kranen volgen. Er een website speciaal voor de kranen. Duidelijk het werk van liefhebbers in de beste zin van het woord.

Wij eten 's avonds op de boot, en maken nog een keer gebruik van de douches. Morgen "vroeg" de Schelde weer op om met de ebstroom mee te kunnen. Als we om 8:30 door de brug bij het Willemdok gaan, moeten we een uur later met hoogwater op de Schelde kunnen zijn.

Antwerpen - Westerschelde

18 - 20 juli 2010
We vertrekken om 8:30 met de opening van de Londonbrug uit het Willemdok. Een klein halfuurtje later opent de volgende brug, en kunnen we wachten tot we de Royersluis weer inmogen. We horen andere jachten zich aanmelden, dus dat doen we ook. Jason geeft ons nog verse FD-nummer, Willemdok en bestemming door en denkt een acknowledgement te horen van de sluismeester. Eenmaal in de sluis blijkt dat niet zo te zijn, een zeer onstemde sluismeester vraagt alsnog om ons nummer. Ze hadden ons dus niet gehoord. We krijgen een flinke reprimande, "en de volgende keer een bekeuring", maar nu komen we nog mee weg. Minder gemoedelijk dus dan twee dagen terug. Moraal van het verhaal: veronderstel nooit dat een marifoon bericht is gelukt als je de bevestiging niet kunt verstaan. Al met al zijn we om tien uur precies met hoogwater op de Schelde.

Er staat heel weinig wind, maar omdat we maar tot de Platen van Ossenisse bij Hansweert willen varen hijsen we toch gewoon het zeil. De wind is meest uit zuidwestelijke richtingen, maar nogal variabel van richting en snelheid. Zo af en toe zetten we motor bij als we de geul niet kunnen volgen, of als er even helemaal geen wind is. Verder is het mooi weer en zakken we in een vakantietempo de Schelde af. Om het wat leuker te maken kruisen we nog een tijdje in de geul net voorbij Saeftinge, voor en na de grote zeeschepen. Rond laag water gaan we voor anker bij de Platen van Ossenisse, in het geultje tegenover het haventje van Hoedekenskerke. Daar overnachten we ook.

Onze Allures 44 op de Platen van Ossenisse. De volgende ochtend varen we boot met hoogwater op de zandplaat. Dan maar wachten tot het water wegloopt. Dat gaat heel snel op de Westerschelde, het verval is bijna 5 meter! Twee uur na hoogwater staat de boot droog, en kunnen we de zandbank op. Een grote plaat, met leuke stroompjes en een paar kreken in de zandbank.

We gebruiken de gelegenheid ook om wat aanslag van de antifouling af te halen. Het ziet er dan weer mooi uit, maar achteraf vraag ik me af of dat nou wel zo slim was. De borstel is zwart; met de aanslag veeg je ook een stukje slijplaag van de antifouling weg. Jason had net in de Cruising World gelezen dat je beter een doek kunt gebruiken omdat je dan minder verf meeneemt. Op het oog is het in elk geval weer een vooruitgang. Overigens was er nergens op de bodem is echte aangroei, geen pokje te zien.

Platen van Ossenisse. 's Middags maken we nog een wandeling naar de plaats waar meestal de zeehonden liggen te rusten, maar vandaag maken ze overuren lijkt het. Geen zeehond te zien. Toch een leuk uitje, over zand en modder, 'being sucked into nature' zoals Maxime het zei toen de modder erg zoog onder haar voeten.

Als we 's avonds met de vloed weer vrij komen, gaan we weer voor anker in de geul. Wel zo makkelijk met de toiletten, kunnen we weer zeewater pompen.

Voor dinsdag hadden we twee varianten bedacht: met "veel" wind naar Burghsluis, met weinig wind naar Breskens drijven om te ankeren onder de Bollen. Omdat er wederom prachtig weer is met weinig wind wordt het Breskens. We vertrekken met hoogwater van onze ankerplaats, en kruisen door de hoofdgeul naar Terneuzen. Het kruisen moet met beleid gebeuren, op vrijwel elk rak is passeert er een zeeschip van of naar Antwerpen. Het is druk op de Schelde vandaag. Vanochtend zagen we ook een heus cruise schip langskomen.

Vanaf Terneuzen kunnen we halve wind en voor de wind naar de Bollen, via de -- sinds vorig jaar -- betonde Thomaesgeul onder de Lage Springer, door het vaarwater langs Hoofdplaat naar een beschut plekje voor de dijk bij Hoofdplaat. Omdat de windsnelheid miniem is, gebruiken we vrijwel het hele tij voor de afstand van 18 mijl. Na aankomst gaan Gilbert en Maxime nog even zwemmen, rond het keren van het tij staat er niet veel stroom.

Veere en Middelburg

21 - 23 juli 2010

Woensdagochtend lichten we het anker vroeg om naar Veere te gaan voor een verjaardag, de halve bemanning slaapt nog lekker. Tegen de stroom in naar Breskens kost bijna een uur (5 mijl), dan met de stroom mee de Schelde over gaat heel snel. Als de veerhaven binnensturen zitten we achter een kleine binnenvaarttanker, dat wordt vast snel schutten. Inderdaad, de deuren gaan snel open, maar het is wel de kleine sluis. Passen we daar wel bij? We proberen het gewoon, maar komen met de boot halverwege de sluisdeuren. Dan maar terug. De sluiswachter ziet het gebeuren en roept ons op de marifoon op (eerder reageerde ze niet op onze oproep), 'alleen de vloeddeuren gaan dicht, dus u kunt er gewoon bij'. Weer terug de sluis in, en we leggen aan naast de tweede deur. Eenmaal binnen is het hoogteverschil gering (bijna vloed) en zijn we snel door de sluis.

Ark van Noach in Vlissingen. Direct na de sluis zien de ark van Noach aangemeerd liggen. Het is rondvarende attractie van een gelovige aannemer uit de bible-belt. Om half elf liggen we dan rondjes te draaien voor de eerste brug in Vlissingen: de Keersluisbrug. We liggen uiteindelijk met een convooi van 10 boten voor de brug. In totaal zijn er vijf bruggen te gaan, waarvan vier voor autoverkeer. We krijgen als groep een groene golf door het kanaal en zijn in een en een kwartier uur voorbij de Spoorbrug in Middelburg, de laatste uit de rij.

Bij Veere is het ook weer erg druk, en ook daar wordt met de kleine sluis geschut. We zijn niet vooraan in de rij, maar passen er nog wel bij. De sluis ligt goed vol. Ondertussen zien we naast ons de grote sluis ook in gebruik genomen worden. In de stadshaven van Veere is plaats voor ons, we krijgen zelf een plekje direct aan de steiger. Om een uur liggen we vast.

Lange Jan Middelburg. Donderdag gaan we naar Middelburg om boodschappen te doen. We varen nu een lege, openstaande sluis in en moeten wachten tot er nog twee boten bij zijn. In Middelburg is de haven erg vol, maar we kunnen blijven liggen naast twee motorboten. Dat lijkt een mooie plek bij het kommetje in de haven, maar het is ook naast een nogal laawaierige brug. Onthouden voor de volgende keer. Terwijl Gilbert met de zaak belt, sjouwen Elly, Jason en Maxime met veel boodschappen (cola). De supermarkt is bijna een kilometer van de haven. 's Avonds gaan we nog wat drinken op de markt.

Inmiddels heeft de marifoon het weer begeven, toen we bij de sluis Vlissingen werden opgeroepen deed de handmarifoon het wel, maar onze hoofdmarifoon niet. Achteraf stellen we vast dat het op de Schelde gisteren ook al zo rustig was. Na overleg met Simrad sturen we het apparaat in Middelburg maar weer op, ze vinden het ook raar want we hadden net dit voorjaar al een nieuwe unit gekregen. Dan maar met de handmarifoon verder.

Vrijdag moeten we Maxime afzetten in Breskens voor een lang weekend, maar eerst gaan we nog even winkelen bij Jos Boone. We schaffen een reddingsboei met lijn aan, dan kun je de drenkeling misschien echt helpen als er wat gebeurt. Verder nog een kaartenset van de Engelse kust Lowesoft, gewoon omdat dat leuk is. Het kost ons 2 1/2 uur om de 5 bruggen, de sluis en de Westerschelde te doen richting Breskens.

Breskens - Nieuwpoort - Dover - Oostende - Breskens

23 - 27 juli 2010

Nadat we Maxime hebben afgezet, zijn we om 14:30 met de stroom mee vertrokken uit Breskens richting het zonnige zuiden. Er staat een mooie noordwesten wind, windkracht 4, zodat we weer echt kunnen zeilen. We volgen in eerste instantie de groene boeien van de Westerscheldemond en gaan dan met ruime boog om Zeebrugge heen. Het is druk in de Schelde, maar voor Zeebrugge is weinig verkeer. Als we Belgische kust volgen krijgen we de wind iets meer mee. De wind blijft vrij constant, rond de 15 knopen. Zon en wolken, mooi zeilweer.

Op de kaart staat de havenmond van Nieuwpoort als een gat in de duinen, in werkelijkheid zijn er wel paalhoofden om de geul te markeren. We strijken de zeilen voor de haven van Nieuwpoort invaren. In de havengeul staan bordjes van de drie concurrenrende jachthavens. Wij kiezen voor de haven van de WSKLuM, ofwel de Watersportkring Luchtmacht. Via de marifoon krijgen we een plek toegewezen. Als ik om kwart over acht naar het havenkantoor wil, komt de werkstudente die het kantoortje runt me tegemoet. Het kantoor is net gesloten, ze zijn open tot acht uur 's avonds. Als ik zeg dat we morgen misschien vroeg weg willen, doet ze het kantoortje nog even open voor ons. Heel vriendelijk.

's Avonds rekenen we aan De Oversteek, we bedenken wat snel is, wat handig is. Vroeg weg en snel aankomen of later weg, langzaam en met weinig stroom in het kanaal tijdens de oversteek? We kiezen voor het laatste. Geen extra snelle oversteek, maar wel een makkelijke inclusief uitslapen.

Haveningang Nieuwpoort. Zaterdag om 9:30 vertrekken we richting Dover. Er staat vrijwel geen wind, 4 knopen NW. We hebben nog een uurtje stroom mee, maar al snel meest 2 knopen tegen. Veel meer dan 5.5 knoop over de grond zien we niet op de meter. Vanuit Nieuwpoort naar het zuiden moet je dicht langs de kust, eerst om de Broers Bank langs het Trapegeer bij Zuydcoote (mooie namen he?) weer naar de kust. Verder is dan dik 20 mijl door de geul voor Duinkerken. Het is druk met zeil- en vissersbootjes, een stroom boten beide kanten op. Bij Duinkerken ligt een sleepboot paraat, maar veel grote schepen zien we niet. Wel een de haveninstallaties die net op het strand lijken te staan.

Dolfijn in het Kanaal. Het valt ons op dat we veel zeilboten zien motorzeilen, we vragen ons af of dat nu echt nog helpt. Even voorbij Zeebrugge nemen we de proef op de som, misschien scheelt het nog wat snelheid. Alleen de genua scheelt ca 0.2 knopen denken we, toch weer wat als je aan het ploeteren bent tegen de stroom in. We zetten het grootzeil er ook nog bij, maar doet niet veel extra. Terwijl we daar mee bezig zijn zie ik dolfijnen naast de boot, een groepje van zeker 4 dolfijnen komt langs, eentje heel dicht bij de boot. Dat is vast een goed teken.

Dolfijn in het Kanaal. Even later draait de wind en trekt deze flink aan: 15 knopen zuidwest, pal tegen. Klapperende zeilen neer, eerst een uur verder motoren tegen de wind in langs de kust, maar dan een mooie wind om het kanaal over te steken. We hijsen de zeilen, zetten een rif in het grootzeil voor het geval de wind verder toeneemnt en gaan ervoor. Omdat ik verwacht in het kanaal nog wat stroom mee te krijgen, zetten we de oversteek vrij vroeg in, iets voor de RCW boei voor Calais. Het is druk in het kanaal, maar we hoeven maar een keer uit te wijken voor een vrachtschip. Een paar boten gaan op een paar honderd meter langs, maar de meeste zien we alleen op kilometers afstand. Bij zo'n oversteek ik de AIS toch wel erg makkelijk, je ziet de schepen komen, en de AIS berekent wat de afstand zal zijn waarop ze passeren als ze koers houden. de De timing klopt niet helemaal, we steken vrijwel recht over, en krijgen pas aan de kant bij Dover een beetje stroom mee. Om de haven van Dover te bereiken moeten we hoog aan de wind, en met een rif in het zeil gaat dat niet echt lekker. Dat duurt dus iets langer dan verwacht.

Krijtrotsen van Dover. Als we dichtbij Dover komen zien we de beroemde witte krijtrotsen opdoemen. Volgens de regels moet je je twee mijl voor de haven melden, dat doet Jason heel netjes. We krijgen supervriendelijk en correct antwoord dat er nog twee veerboten eerst naar buiten moeten, en dat wij daarna naar binnen mogen. We strijken de zeilen en wachten even af. Als de veerboten weg zijn, worden we weer opgeroepen dat wij nu naar binnen mogen. Daar soort actieve begeleiding zijn we niet gewend, maar het is wel heel prettig. En onze handmarifoon bewijst dus goede diensten. In de haven (we kwamen binnen via de oostingang) is het nog een dikke mijl varen naar de marina. We krijgen een plek op het 'hammerhead' van steiger A in de 'tidal marina'. Later zien we dat het ongebruikelijk is om daar te willen liggen, alle glimmende jachten gaan verder naar een van de twee andere havens zodra de vloeddeuren open gaan. Wij liggen best vinden we zelf. In de gidsjes zie ik dat de getijhaven iets duurder is (2.35 pond per meter vs 1.85 voor de haven die alleen een uur rond hoog water open is). Zou dat de reden zijn?

Na aankomst gaan we de Engelse cultuur proeven. Als we zoekend in het centrumpje rondlopen worden we aangesproken door twee natives of ze ons kunnen helpen, en ja, ze weten een goede fish and chips takeaway. Daar gaan we heen -- oeps, nog even ponden pinnen -- en we hebben een echt Engels maaltje op roestvrijstalen stoeltjes. Om het af te ronden een Guinness (Iers, ok) in een pub. Echt lekker vinden we het niet, maar af en toe moet je dat soort dingen controleren. Terwijl we bij de pub op het terras zitten gaan ze alle stoelen weghalen. We vragen ons af of we ook echt weggestuurd worden, en inderdaad 'five more minutes'. Het blijkt dat het pleintje op last van de city om 9:00 alcoholvrij moet zijn.

Dover Castle. Zondagochtend uitslapen, dit verslag maken, en bedenken wat onze volgende tochtjes gaan worden. Het wordt eerst een dag Toerist zijn in Dover, dan maandag weer terug over het kanaal. De bezienswaardigheid van Dover is de kasteelberg waar Willem de Veroveraar in 1066 al een kasteel bouwde. De centrale toren en gebouwen zoals ze er nu staan stammen vooral uit de periode tussen 1170 en 1250, maar het kasteel is steeds aangepast aan de eisen van de tijd. Zware kanonnen uit de tijd van Napolean, veel verblijven voor leger personeel uit de 19e eeuw, anti-aircraft geschut uit de tweede wereldoorlog, de commandopost voor de controle over het kanaal uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog, en een nuclaire schuilkelder in de 60-er jaren.

Maandagochtend wil Jason vroeg gewekt worden om nog even naar de Subway te gaan om een lunch te halen. We vertrekken om 11 uur uit de haven van Dover, op een vrijwel windstille ochtend, motoren dus. Als we de haven willen verlaten krijgen we op de marifoon te horen dat er nog een boot moet keren bij de westuitgang, dus we moeten voorzichtig zijn. Een maal bij de uitgang is er ook een Dover Harbor Patrol boot die ons naar de kant gebaart. En als we even buiten de haven de zeilen willen hijsen, krijgen we op de marifoon nog het verzoek om toch vooral ruimte te houden met de uitgang in verband met een vertrekkende sleepboot. Kortom, zeer actieve begeleiding. Jason handelt het allemaal netjes af.

Krijtrotsen van Dover. Als we net weg zijn motregent het heel even, maar al snel komt de zon door en krijgen we mooi licht op de krijtrotsen. Zo zijn ze toch witter dan gisteren. We zetten het zeil wel bij, maar als we eenmaal aan het oversteken zijn rollen we de genua toch maar weer in: met de wind pal achter klappert hij alleen maar. Het is minder druk dan op de heenreis op het kanaal, alleen naar het noorden is verkeer.

Aan de Franse zijde van het kanaal gaan we richting Oostende, in een min of meer rechte lijn wat verder van de kust. Deze keer dus niet de geul direct langs Duinkerken, maar door de Dyck geul zo'n 5 mijl uit de kust (boeien DY1 - DY2), Buiten Ratel (BT Ratel), en dan van de D1 5 mijl uit de kust bij Nieuwpoort naar de haven van Oostende. In de Dyck geul hebben we flink stroom mee, al motorzeilend is de snelheid over de grond dan meer dan tien knopen, waarvan 2.5 van de stroom. In van de middag komt er steeds wat meer wind, voor Duinkerken gaat de motor uit en varen we (met wat lagere snelheid) richting Oostende. Waar we tijdens de heenreis veel boten zagen, zijn we nu welgeteld een zeilboot tegengekomen.

De lucht is inmiddels strak blauw en achter de buiskap is het heerlijk in de zon. Waar de oversteek op de heenreis nog spannend was, valt dat nu erg mee. Elly is in de weer met schapencremes en Jason zet de inverter aan om te gamen.

Zicht op het vuurwerk Oostende vanuit de ROYC haven. Als we om half negen de haven van Oostende binnenvaren zijn de stadshavens Mercator en Montgomery vol. We varen door naar de ROYC haven achter alle veerhavens. Even na tienen komt de havenmeester nog langs om ons welkom te heten, service gericht dus. Het wifi krijgen we helaas niet aan de praat. Hij weet ook te melden dat er vanavond vuurwerk is in de stad, misschien kunnen we daar nog wat van zien. De javen ligt overigens wel ver van het centrum. 's Avonds zien we vuurwerk aan de horizon.

Dinsdag vertrekken we om half twaalf richting Breskens. Helaas is er vrijwel geen wind, dus het wordt weer motoren. Als na een uurtje de wind 8 knopen wordt, proberen we het met de parasailor. Helaas niet zo'n succes, tegen dat het zeil staat is 6 knopen al veel wind. Dan toch maar weer op de motor verder. Het laatste stukje gaat supersnel, we hebben 4 knopen stroom mee de Schelde in, de hoogste snelheid die we op de plotter zien is 11.4 knopen over de grond. Om 4 uur liggen we in de haven. Tijd genoeg om even boodschappen te doen en gerookte paling te halen als avond-hapje.

Breskens - Kats - Stellendam

28 - 30 juli 2010

Woensdag komt Maxime weer aan boord na haar lange weekend met klasgenoten bij Cadzand. Ze heeft een leuk weekend gehad, en zit weer helemaal zeil energie zoals ze het zelf zegt. In de loop van de ochtend is er wat wind gekomen, als we weggaan staat er zo'n 10 knopen uit het noordwesten. Dat is een mooi parasailor windje. We brengen alle lijnen weer aan en hijsen de parasailor. Plat voor de wind varen we boven de Hooge Platen richting oosten. We kruisen de vaargeul bij de drempel van Borssele, het gaat net goed met de vrachtschepen in de hoofdvaargeul. We kunnen op de parasailor richting tot de geul van Baarland. Daar wordt de parasailor koers te lastig, we strijken het zeil. Het waait dan inmiddels 14 knopen, en dan gaat het strijken toch lastig, de sok is dan lastig over het zeil en de vleugel te krijgen. Als Jason en Maxime er samen aan hangen gaat de sok over de vleugel en kunnen we het zeil opbergen.

Stalen buizen bij Kats. Op de genua varen we verder door het Middelgat langs Hoedekenskerke naar de sluis. Hoog aan de toenemende wind (tot 20 knopen) met de stroom mee vindt de stuurautomaat het te lastig. Jason stuurt de boot door het Middelgat. Naar aanleiding van de ervaringen in Dover informeren we met marifoon vooraf of we veilig te sluiskom kunnen binnenvaren, er is geen uitgaand verkeer. We moeten wel even wachten, de sluis naar buiten ligt vol. Ook de bruggen gaan niet erg snel, maar om zes uit varen we de Oosterschelde op, en even na zeven uur leggen we aan in Kats. Het laatste stuk hebben we op de motor gedaan, de wind stond pal tegen. De jachthaven van Kats is een oude werkhaven, die nog steeds dienst lijkt te doen. Er liggen grote aantallen stalen buizen van rond de 500,000 kg. Wellicht voor windmolens? Donderdag een flinke etappe, vooral door de sluizen en bruggen: Kats - Stellendam. We vertrekken voor negenen, in de verwachting nog door de Volkeraksluizen en Haringvlietbrug (15:30) te kunnen voor de sluiting rond de avondspits. Alles moet meezitten dus.

Donderdag worden we om zes uur gewekt door onbekende geluiden. Een schip is bezig om een van de grote stalen buizen te laden. De havenmeester weet te vertellen dat het onderdelen voor windmolens zijn die in Kats een bewerkingsstap ondergaan. Van Kats gaan ze naar Vlissingen. Enkele malen per week komt er een schip langs.

Buizentransport bij Kats. Vroeg wakker dus, we ontbijten om 8 uur en om half negen varen we weg. Er staat een stevige wind, we varen tegen de wind in naar het Engels vaarwater, en hijsen dan de zeilen. De wind is niet erg voorspelbaar: we hebben alles tussen 8 en 18 knopen. 8 knopen voor de wind betekent motor bijzetten (ons schema!), 18 knopen aan de wind betekent uit het roer lopen, tenminste als het om vlagerige wind gaat op de automaat. Maar onder zeil zijn we netjes om 11 uur bij de Volkerak sluis. We moeten bijna anderhalf uur wachten voor we de sluis in kunnen, en dan is de sluismeester erg ongeduldig. 'Als de jachtjes niet opschieten gaan de deuren dicht'. Wij waren toen binnen, vlak achter de binnenvaarder voor ons die uiteindelijk zelf naar de andere kant van de sluis dreef. Deze keer zat het probleem niet bij de jachtjes.

Tussen de binnenvaarders in de sluis. Al met al waren we niet echt meer op schema, dus het Volkerak hebben we op vol vermogen op de motor gedaan. Om 14:50 liggen we tussen twee binnenvaartschepen in de sluis. De binnenvaartschipper tegens wiens boot we aanlegden was vriendelijk en behulpzaam, maar wij waren met onze gedachten bij de brug, halen we de 15:30? Om 15:10 voeren we de sluis uit, krap dus. Jason roept de Haringvlietbrug op dat we met een paar jachten uit de sluis komen, of enige minuten uitstel haalbaar is. Nee, dat kan niet, maar 'houdt u het gas erop'. Met vier zeilboten varen we volle snelheid (8 knopen) op de motor naar de sluis. Om 15:30 precies gaan de lichten aan dat de brug open gaat, en om 15:32 us de brug open en kunnen we er door, vrijwel zonder gas terug te nemen. Gelukkig maar, de volgende opening is pas na de spits om 18:30.

Elly en Maxime hebben inmiddels Tompoucen gemaakt, die we met een kopje thee oppeuzelen. Lekker. Jason en Maxime varen de boot pal tegen de wind in naar kaap Middelharnis, Gilbert verder naar de haven. Elly heeft vandaag de hele dag gepoetst in de kajuit, die nu weer glimt. Om zes uur liggen we in onze box. Na een doucherondje hebben we heerlijk gegeten in het havenrestaurant.