Parasailor instructie

juli 2011

Zaterdag 2 juli komen we na een te drukke periode op het werk van Gilbert aan boord. De rest van het weekend wennen op de boot. Elly neemt de kuip en kuiptafel onder handen. Op de bakskisten zitten vaak zwarte strepen die lastig weg te halen zijn. Eerst dachten we dat dit van schoenen kwam, maar nu denken we dat het de kit is waarmee de decking (het kunst-teak) vast zit.

Toen we de Parasailor bestelden was dat inclusief een dag instructie. Ruim 2 jaar na de levering wordt maandag 4 juli die dag. Het wordt wel een erg korte dag, van 11 tot 3 uur. Het is erg nuttig, Bojan heeft ons laten zien dat met 10 knopen wind inderdaad halve wind kunt varen met de Parasailor. Dat was ons nooit gelukt, wij hielden de schoten te kort, in plaats van het zeil te laten vliegen op een meter of 3 a 4 boven het dek. Met veel meer wind is het niet zo nuttig meer om zo'n groot zeil als de Parasailor te willen gebruiken bij halve wind; we moeten de gewone zeilen (samen 95m2) al reven bij 18 knopen. De Parasailor is met zijn 140m2 dan dus veel te groot.

Plat voor de wind met de Parasailor. Plat voor de wind kan ook met Parasailor. De truc is daar om alle vier de schoten kort te houden zodat het zeil niet naar stuurboord of bakbaard kan wegvliegen. We hebben ook nog nadere tips gehad over het neerhalen. De truc is daar om schoten zover te vieren dat het zeil invalt. De praktijk zal moeten uitwijzen of dat met wat meer wind ook zo werkt.

Wellicht komen er nog flimpjes van onze exercitie op de site van Bomarine.

Zeeland

5-9 juli 2011

Dinsdag 5 juli is een schitterende dag met weinig wind, mooi voor ons om voor het eerst dit jaar (in juli!) de zee op te gaan. Vanwege de verzilting schut de sluis alleen met laag water, dat is vanaf half 10. Eigenlijk is het 3 uur na HW. Dat blijkt een hele goede tijd te zijn om richting Westerschelde te varen; we hebben vrijwel het hele stuk stroom mee; de eb uit het Slijkgat en uiteindelijk de vloedstroom naar de Westerschelde.

Stilte op zee. Als we wegvaren is het windstil, we motoren het Slijkgat uit. We zijn om 10:15 door de sluis, en om 13:40 al bij de Oosterschelde monding. In dit tempo zouden we om drie uur al bij Vlissingen zijn, dus besluiten we de zeilen te hijsen. Er staat inmiddels een zacht windje, net genoeg om met een paar knopen naar onze bestemming te dobberen: op advies van medezeilers uit Stellendam reserveren we onderweg een plekje in de stadshaven van Vlissingen. We genieten van de rust en stilte op zee. Onder de kust van Walcheren valt de wind weer helemaal weg. We doen het laatste stukje weer op de motor.

Het Michiel de Ruyter standbeeld na de restauratie in 2011 Als we om kwart voor zes de De Ruyterhaven invaren, krijgen we de laatste open ligplaats. Goed dat we hadden gereserveerd! 's Avonds eten we bij Brasserie Evertsen die ook de jachthaven runt. Het terras biedt vrij zicht op de Scheldemond. De loodsboten varen vanuit de haven er naast af en aan.

Onderweg hadden we op de marifoon gehoord dat er om drie uur saluutschoten zouden zijn; in Vlissingen bleek dat te zijn ter ere van de restoratie van het beeld van Michiel de Ruyter, een Vlissingse, Zeeuwse en Nederlandse zeeheld.

Kinderkopjes in de sluiswand van Veere. Vanuit Vlissingen gaan we naar Veere, waar we ook een plaatsje kunnen krijgen in de stadshaven. Onderweg stoppen we in Middelburg bij de winkel van Jos Boone om te tanken en te shoppen. Het blijkt dat de C-MAP kaart updates ook net binnen zijn, dus we laten onze kaart updaten. Dat kost wel 200 euro, dat was even slikken. Maar nu hebben we weer een up-to date kaart van Groenland tot Gibraltar. De sluis bij Veere schut speciaal voor ons. Het is de enige sluis die we kennen met wanden van kinderkopjes.

Vanuit Veere voert de tocht naar Goes, de stad waar ik opgegroeid ben. Vanuit Veere zeilen we het Veerse meer af naar de Zandkreeksluis bij Kats. Daar aangekomen is het erg druk, veel plezierjachten hebben al aangemeerd bij de sluis. Dat is ongebruikelijk, al snel blijkt waarom: er is een stremming met de sluis. Na ons komt een grote rondvaartboot luid toeterend aanvaren, de Azolla. De Azolla toetert net zo lang totdat alle plezierboten weg zijn, en begint vervolgens op de marifoon een discussie met de sluiswachter dat hij met de eerste schutting mee wil, voor alle vakantievierders ("die mensen hebben allemaal vakantie"). De sluiswachter vertelt vriendelijk maar beslist dat ieder op zijn beurt moet wachten. Als de sluis na een uur weer in bedrijf is, herhaalt dit ritueel zich. De sluiswachter houdt vol, en uiteindelijk blijft de Azolla alleen achter bij de eerste schutting. Van de Zandkreeksluis naar de sluis bij het Goese Sas is niet ver, we waren dat stukje op de motor. Na een paar rondjes voor de sluis kunnen we net mee; de sluis is niet zo groot, met 8 jachten is ze vol.

In convooi naar de brug bij Goes. Het kanaal naar Goes is veel smaller dan het kanaal door Walcheren, en ook niet zo diep. Onderweg naar Goes komen we eerst langs de brug bij Wilhelmina dorp, die direct opengaat voor het convooi uit de sluis. Bij Goes gaat de brug open op het hele uur. Om half zes liggen we in de stadshaven aangemeerd aan een hellingwerk. We kunnen naar de kant met een loopplank. We blijven twee nachten in Goes, en treffen net de jaarlijkse nachtmarkt. Een goede gelegenheid voor Jason om nu eindelijk eens een nieuwe portemonnee te kopen.

Antwerpen

9-11 juli 2011

Vanuit Goes voert de reis naar Antwerpen, om 10:50 verlaten we de haven van Goes en om 20:00 liggen we in Antwerpen. Het kanaal uit gaat voorspoedig, als we bij de sluis van het Goese Sas aankomen staat die open om het convooi uit de stadshavens op te vangen. Het groepje past precies. We hebben een stevige westenwind in de rug, en varen op de genua naar het Kanaal door Zuid-Beveland. Het lukt net niet om het kanaal op te zeilen, dus gaan we op de motor naar de Postbrug. Daar moeten we wachten op een opening tot 13:30, de Vlakebrug opent dan om 14:00 en om half drie zijn we op de Schelde. Supersnel.

Baggerschip in de Westerschelde. We hijsen het grootzeil in de voorhaven bij Hansweert. Voor de haven wordt druk gebaggerd; we steken langs het baggerschip de hoofdgeul over. De Schaar van Waarde is iets korter, maar daar zouden we precies bij laag water over een drempel van ruim een meter moeten. Met een beetje golfslag is dat tricky. De hoofdgeul dus, in eerste instantie met twee knopen stroom tegen. Het waait behoorlijk, dus we maken gemiddeld nog zeker 4 knopen over de grond, later 5.

Radartoren bij de Schaar van de Noord. Om half vijf naderen we de Schaar van de Noord, daar volgen we de boeienlijn over de ondiepte. De kaart geeft 1.7 meter aan, dus we gaan er overheen met opgetrokken zwaard, maar wij meten niet minder dan 3 meter (en wij zijn er een half uur na laag water). Rond vijf uur varen we Belgie in, riching Doel en de verdere havens. De wind is vlagerig, 13 - 20 knopen. Hoog aan de wind zeilt dat niet altijd makkelijk, zeker niet omdat we netjes langs de boeien moeten varen vanwege de grote scheepvaart. Het laatste stukje tegen de wind strijken we het grootzeil, en bij boei 100 moet ook de genua er aan geloven.

Elly roept de Royersluis op of we meemogen, we moeten dan nog 20 minuten varen. Ons FD nummer wordt direct herkend, we kunnen als laatste in de sluis. Omdat we nog een flink eind moeten vragen we nog even of het OK is dat we nog een kwartier moeten varen. Geen probleem. We worden opnieuw opgeroepen als we de sluismond invaren, goede timing dus. We kunnen mee, samen met onder andere een rondvaartboot. In de sluis is dat niet zo prettig, want de boot gebruikt zijn schroeven om tegen de wand te blijven liggen. Wij liggen dus vast tegen de andere wand. Maar eenmaal door de sluis blijkt het ook voordelen te hebben: de Londonbrug gaat voor de rondvaartboot direct open, zodat we in een keer door kunnen naar het Willemdok. De havenmeester wijst ons daar in zijn rubberboot een box. Het is dan 8 uur 's avonds, al met al een vlotte tocht ondanks de tegenstroom op het eerste stuk Schelde.

MAS, Museum aan de Stroom in Antwerpen. Ons doel in Antwerpen is het MAS, Museum aan de Stroom, de nieuwe trots van Antwerpen. Het is een groot museum, dat onder andere de collecties van het Etnografisch Museum, het Nationaal Scheepvaartmuseum en het Volkskunde museum omvat. Er zijn een aantal verdiepingen, met een thema per verdieping. Wij hebben ze allemaal doorgelopen, maar dat is eigenlijk te veel van het goede. Twee verdiepingen (Wereldstad en Wereldhaven) gaan speciaal over de (maritieme) historie van Antwerpen, eigenlijk hadden we daar alle tijd moeten besteden. Het MAS is een modern museum, met veel audiovisuele effecten en techniek. Kleine projectors in een vitrine, een zaal met monitoren in een ronde opstelling, computers met interactieve kaarten. Ook opvallend is dat vrijwel alle objecten onbeschermd staan, dus niet in een vitrine kast of zo. Waarschijnlijk mede daarom zijn de meeste zalen half verduisterd. Kortom, een modern museum. Of eigenlijk een verzameling musea in een heel opvallend gebouw.

Van Antwerpen naar Harwich met een tijstop in Breskens

12/11 juli 2011

Hoogwater is de beste tijd om de haven van Antwerpen te verlaten, dan heb je stroom mee op de Schelde naar zee. Het is hoogwater om 1 uur, dan moet je met de Londenbrug opening van 11:30 de jachthaven uit. Dat geeft ons nog mooi tijd om even boodschappen te doen bij de City Delhaize die vlak bij het Willemdok is. Niet een heel grote supermarkt, maar wel eentje waar je kunt zien dat Belgen graag lekker eten. En ze hebben lekker vers brood.

Door de bruggen moeten we drie kwartier wachten voor we de Royersluis in kunnen. Bij het invaren na de binnenvaart laat ik me verrassen door het schroefwater waarmee de binnenvaarder naast ons zichzelf tegen de kant duwt. Ik had wel gekeken of de boot stil lag, maar niet op het schroefwater gelet. We worden met een knal tegen de sluiswand geduwd, en onze reling achter stak duidelijk nog uit. Nu niet meer; we hebben er flinke deuken in gevaren. Balen, vooral omdat het een dure beginnersfout is. Of een aandenken aan een stommiteit, dat moet ik nog bedenken. De boot zal er niet minder om varen.

Brug over sluis in de haven Antwerpen. Op de Schelde is het windstil, en het wordt ook lekker warm. We motoren met de ebstroom mee naar Breskens, dat gaat precies in een tij. Onze boot loopt ca 7.5 knoop op de motor, de stroom doet ons 1 - 2.5 knoop kado, waarmee we het hele stuk in 5 uur kunnen varen. Het deel door de havens heeft zo zijn eigen charmes; in Antwerpen zijn veel klassieke bruggen, waar in de constructie grote zichtbare contragewichten zijn gebruikt. Bijna een museum op zich. Het MAS houdt zich bezig met de havenkranen, maar ook langs de Schelde kun je veel verschillende kranen zien staan. Terug naar onze tocht, we varen de rivier helemaal af en gaan voor anker voor de dijk bij Hoofdplaat, beschut achter de Hooge Plaaten. Niet dat er veel wind is overigens, het is zonnig en warm zoals de zomer moet zijn. Jammer dat het maar voor een middag is.

We wilden deze week ook nog naar Engeland varen, maar de voorspelling is dat er veel wind komt. Tenzij we vannacht nog weg gaan, met het hoogwater van middernacht de Schelde uit. Dan zouden we niet meer dan 15 knopen op de Noordzee moeten hebben. Naar Harwich is 100 mijl, met een snelheid van 7 knopen wordt dat ruim 14 uur, met 6 knopen 16 uur. We hebben dus wel wat wind nodig, anders duurt het wel erg lang. Na enige discussie besluiten we gewoon te gaan, het is ook een rustige gelegenheid om nachtervaring op te doen.

Jason en ik lichten het anker om middernacht, en we varen langs een aantal voor anker liggende binnenvaartschepen het 'Vaarwater langs Hoofdplaat' uit, richting Schelde. Er staat dan bijna 8 knopen wind, nog niet genoeg om 6 knopen te varen op het zeil. Dus vaart Jason het eerste stuk op de motor de Schelde over en via de rustige Geul van de Walwischstaart langs Walcheren de Noordzee op. Op zee staat 13 knopen wind, dus we zetten de zeilen tegen 2 uur 's nachts. Omdat het nacht is, doen we het voorzichtig met kotterfok en grootzeil met een rif. Het is voldoende voor 7 knopen over de grond, waarvan 1 van de stroom. Onderweg zijn we een verdwaald containerschip tegengekomen, en zijn we opgeroepen door de bewakingsboot van een windfarm dat we echt buiten de kardinaal van het park om moeten. Niks afsnijden! Zo staat het ook op de kaart; het blijkt per windpark verschillend. Als we een tweede park passeren neemt de wind in de luwte van het park drie knopen af, allemaal omgezet in electriciteit. Zo'n sterk effect had ik niet verwacht. Jason vaart tot 4 uur, daarna ga ik verder. Elly volgt het allemaal van 3 tot 7.

Drukte in de Shipping Lane. De nacht is rustig, de wind staat constant met 13-15 knopen, aan de wind (70 graden) houden we het 7 knopen tot we om 7 uur 's ochtends bij de shipping lane aankomen. Die moeten we loodrecht over, dat wordt meer aan de wind (55) met 6 knopen. Het is druk in de lane naar Rotterdam/Hamburg, ik moet voor een paar boten vaart minderen en bijsturen, maar met de AIS gaat dat allemaal soepel. De andere lane is rustig. Inmiddels neemt de wind snel toe, tot 18-20 knopen rond 9 uur als Jason uit bed komt. De golven zijn navenant groter geworden, aan de wind zeilen is dan niet echt prettig meer. Maar ja, we wilden naar Harwich, en dat is aan de wind vandaag. We zetten een tweede rif in het grootzeil, dan vaart de boot veel rustiger en maar een paar tiende knoop minder hard.

Dwars op de golven. De stuurautomaar brengt zijn geld wel op met dit soort weer, golf-op en golf-af is er een hoop stuurwerk. Met de windgenerator voor de energie hoeven we niet na te denken over het stroomgebruik van de automaat; als hij hard moet werken is er veel windenergie. Zelfs met alle electronica aan teren we nauwelijks in op de accu's.

Om 13:15 zijn we in de havengeul, en kunnen we met ruimere wind de laatste mijlen varen. Het is letterlijk branding surfen: er staan grote golven die breken op de 'ondieptes' (toch nog 8 meter) voor Harwich. Toch een stuk confortabeler dan aan de wind op golven van misschien anderhalve meter.

Al met al was er meer wind dan we verwachtten. We leggen aan in de haven van Shotley, waar je naar binnen kunt met een sluisje-per-boot. Heel makkelijk en snel, de sluis ligt rondom behangen met stootkussens, dus een kind kan de was doen. Dat is wel nodig na een lange nacht op zee. Bij het aanleggen gaat niet alles in een keer goed, maar uiteindelijk liggen we keurig vast. Het weer in Engeland is zoals het moet zijn: wolken, wind, en regen in het verschiet. Een schrale troost is dat het in Nederland nog erger is.

Shotley en Harwich

13/14 juli 2011

We besluiten een rustdag te nemen, ook vanwege de aanhoudende harde wind die wordt voorspeld. Een van de uitjes vanuit Shotley is het voetveer naar Harwich, een klein bootje dat rondjes vaart tussen Shotley, Harwich en Felixstowe. Harwich is een klein slaperig plaatsje met maritieme historie. Er zijn een aantal kleine musea: het Lifeboat Museum, Het Maritime Meseum en het Redoubt Fort. Plus natuurlijk de nodige pubs.

Geschut in Redoubt in Harwich. We bezoeken de Redoubt, een fort dat is gebouwd om de haven te verdedigen tegen een eventuele inval van Napoleon. Overigens is het fort nooit nodig geweest. Het fort is gerestaureerd door vrijwilligers. Het toont kanonnen uit de periode van vlak voor Napoleon tot luchtafweergeschut uit later tijden. In de woon- en werkruimtes worden allerlei memorabilia tentoongesteld. Het is een mix tussen een tentoonstelling en een rommelmarkt collectie.

Tredmolen kraan uit 1667. Op een veldje achter de kade vinden we ook de Treadwheel Crane, een kraan die van 1667 tot 1927 dienst heeft gedaan op de Naval Yard in Harwich. De kraan gebruikte twee tredwielen waar mensen in liepen om de hijsketting te bedienen. Oorspronkelijk diende hij om oorlogsschepen te moderniseren in de strijd tegen Nederland. Dit type kraan was in de middeleeuwen veel in gebruik, het oudste bekende gebruik is uit de Romeinse tijd.

Na afloop van onze tocht eten we in de pub / restaurant op de haven, het Shipwreck. Het ziet er uit als een echte Engelse pub, met bar food, maar ook met een restaurant menu kaart. We eten vis van de restaurant kaart, en het is lekker. Eerlijk eten, je krijgt precies wat er staat, zegt Jason.

Het achterland van Shotley. De stormwaarschuwingen blijven van kracht, we krijgen een dag met wind en regen. Jason gaat gamen, Elly gaat klussen aan boord, en Gilbert gaat programmeren. Aan het eind van de middag wordt het droog en klaart het wat op. We bakken pannenkoeken, en 's avonds ga ik nog een rondje met de fiets door het platteland achter de jachthaven. Shotley ligt op een landtong tussen twee rivieren, de River Stour en de River Orwell. Het is een heel landelijk gebied met boerderijen, een pub in elk dorpje en verder niet zoveel bijzonders. Toch wel leuk om even een indruk te krijgen waar je nu eigenlijk geweest bent.

Shotley - Stellendam

15 juli 2011

Het achterland van Shotley. De voorspellingen zijn duidelijk: vrijdag moeten we terug naar Nederland, donderdag en zaterdag zijn er stormwaarschuwingen op de Noordzee. In de haven van Shotley liggen een aantal Nederlanders, en de meesten vertrekken donderdagnacht of vrijdagochtend vroeg. Het voordeel van 's nachts vertrekken is dat je de stroom mee hebt op de Noordzee (de eb uit de Thames), het voordeel van 's ochtends vertrekken is dat het dan licht is, en dat de deining hopelijk wat minder is. Wij kiezen voor een vertrek om half zeven 's ochtends. Het is dan laag water en vrijwel windstil. De zon schijnt al, het belooft een mooie dag te worden.

Visserbootje met kilometers lang sleepnet. We hebben de wind in de rug, maar met 5-10 knopen is het niet voldoende om te kunnen zeilen. Het wordt dus een motortocht, en we vermaken ons met wat er onderweg te zien is. Op een bepaald moment zien we een klein boeitje drijven, en nog een, dit moet een net zijn, laten we daar toch maar onheen varen. Even later zien we het bootje waaruit het net wordt neergelaten, het moet zeker een kilometer lang zijn. Als we wat verder zijn en de shipping lanes naderen worden de boten groter. Jason herkent veel van de scheepstypes, en kan toelichting geven op de ontwerpoverwegingen. Waarom de brug waar staat, maar ook wat de stuurman van een containerschip niet kan zien.

Zonsondergang boven het Slijkgat. Het laatste stuk onder de Nederlandse kust hebben we de ebstroom mee, maar de stroom staat deels dwars op onze route. In het Slijkgat hebben we nog 2 knopen stroom tegen, het laatste beetje eb. We melden ons als we nog 20 minuten van de sluis zijn, als we de havenkom binnenvaren staan de deuren al open. We kunnen zo doorvaren, nou ja, nadat de verkeersbrug is geopend. Twintig minuten later liggen we in de box. We hebben 15 uur gedaan over de 100 mijl vanuit Harwich; niet zo'n hoog gemiddelde door de tegenstroom de eerste uren van de tocht.

Perikelen

16 juli 2011

Onderweg gaf onze aardlekschakelaar een lek aan naar de plus, maar eenmaal in de haven kunnen we dat niet meer reproduceren. Dat is natuurlijk goed, maar ook altijd vervelend als je het wilt oplossen. Afwachten maar.

De ontsteking van het fornuis blijkt ook defect te kunnen, alleen de grote pit doet het nog. Erik Speek, de expert op de haven, stelt vast dat het ontstekingselement defect is, vervangen is de enige optie. We besteden de reparatie uit.

De waterdruk is ook problematisch: we krijgen nog maar een klein straaltje. Het filter zit weer helemaal vol met aluminiumoxide. We hebben geen nieuw filter op voorraad, dus maken hem open en schoon. Dat helpt niet heel veel, helaas. Tijd om ook daar iemand met ervaring naar te laten kijken. Erik ziet het al heel snel: de kranen lekken na. Het kalk en aluminium hoopt zich op meer plaatsen op dan we dachten; ook de kranen zelf hebben filters die vol kunnen raken. Hij laat zien hoe je alle kranen openmaakt, en wat je er aan kunt doen. Als alle filters, ook die op de waterpomp zelf, schoon zijn loopt het water weer als vanouds.

We horen ook dat we in Engeland eigenlijk nog goed weer hebben gehad: in Nederland is zeven centimeter regen gevallen, en heeft het flink gestormd, tot 58 knopen wind. Veel meer dan 25 hebben we in Harwich niet gezien op onze windmeter. Ondertussen regent het weer, de hele middag, en flink ook. We horen dat de sluis weer gewoon draait; het watertekort is blijkbaar ook officieel voorbij nu.