Boom Brake

8 mei 2009
De "Boom Brake" is een rem voor op de giek die bedoeld is om het gijprisico op een koers voor de wind drastisch in te perken. Dat werkt, maar het apparaat is niet primair bedoeld om makkelijker te kunnen gijpen. Het is bedoeld om een gijp te voorkomen en zo veiliger te varen, met name op ruwer water.

Onze ervaring is dat het zeilen voor de wind met de boombrake echt veel makkelijker is; je hebt geen bullentalie nodig, en bovendien kan de giek geen kant op. De giek staat stabieler dan met een bullentalie. We hebben koersen van 160 - 200 graden geprobeerd (15 knopen op het Volkerak) en dat ging probleemloos, ook in de deining van de binnenvaartschepen. Natuurlijk is 200 graden niet de ideale zeilstand, maar dat was even niet de test.

We hebben ook diverse malen gegijpt met de boombrake, maar dat blijft oppassen. Als je de druk te veel vermindert klapt het zeil alsnog. Dus het stromrondje blijft de beste manier bij veel wind, ook met een boombrake. Volgens de leverancier moet het wel kunnen overigens, dus goede kans dat we met ervaring het wel voor elkaar krijgen (en inmiddels kunnen we het ook, zoals u verder op deze pagina kunt lezen).

De boom brake remt door de lijn met de lier strak te zetten, de giek kan dan minder bewegen. Hoe strakker de lijn staat, hoe sterker de rem is. Echter, naarmate de giek verder naar buiten staat heb je meer lijn nodig, in elk geval op onze boot. Dus om het zeil ver uit te vieren moet je de boombrake losser zetten. Als de je dan toch zou willen gijpen moet je giek wat losser zetten, maar dan kan hij snel doorschieten in het midden. Dat kan dus niet, of althans daar helpt de boombrake niet meer.

Wij hebben een Walder boom brake, van de optielijst van Allures. De site van Walter geeft veel achtergrond informatie en tips. Die moeten wij duidelijk ook nog bestuderen. Er zijn ook andere merken, ik heb geen opinie over welke goed of niet goed zijn. Let wel op dat de grootte van de het zeil en de boot kloppen.

Op zee

9 augustus 2009

Onderweg van IJmuiden naar Vlissingen hebben we bijna het hele stuk pal tegen de ZZW wind in gevaren. We waren om tien uur 's avonds vertrokken. Als we 's ochtends voor Schouwen zijn draait de wind naar WNW, en kunnen we op het zeil verder richting Westkapelle. Terwijl we het zeil hijsen kun je al zien dat de wind nog verder zal draaien. En we moeten ook nog om een zandplaatje heen. We hadden de boombrake strak gezet, en voor we het in de gaten hebben bewijst hij zijn nut. We gijpen op een grote golf, heel netjes en zonder klap. De situatie was denk ik ideaal voor het apparaat: veel golfslag, en een stampende boot, maar niet meer dan 15 knopen wind. De verdere koers richting Westkapelle, en het verder draaien van de wind, leverde ons nog een paar keer gijpen op, nu wel bedoeld. Gaat zonder problemen. Ideaal apparaat.

Gijpen met 20 knopen

26 augustus 2009

Melkmeisje. Nog een boombrake ervaring: uit het verslag van augustus.

Bij Vlissingen valt de wind weg, we moeten even op de motor de Sardijngeul in. Als we twee mijl gevaren hebben, is er weer genoeg wind om koers te kunnen houden. In eerste instantie niet veel, maar met de ebstroom mee lijkt het aardig wat. We varen verder via Deurloo, voor de wind. In de geul van de Rassen gijpen we, en dan verder via de midwaterboei OG naar de Geul van de Banjaard. Omdat de stroom nog uit de Oosterschelde staat, kunnen we dat stuk min of meer aan de wind varen met 7 knopen. Weer een keer gijpen in de Geul van de Banjaard (inmiddels met 16 knopen), en nog een keer als we eruit komen met 20 knopen. Dat gaat allemaal met de boombrake. De 20 knopen gijp hebben we wel samen gedaan, de een de giek eerst wat indraaien, dan de ander de koers 20 graden aanpassen, en daarna de giek laten overkomen. Ideaal, die boombrake. Het laatste stuk richting Slijkgat is vrijwel plat voor de wind. Met een melkmeisje krijgen we boot behoorlijk rustig, en varen we met 6 knopen plat voor de wind.

Aangekomen bij het Slijkgat is de wind afgenomen, en we kunnen met bakstagwind verder. In de geul valt de wind weg, om daarna ZO te worden. Op zee is de wind ZW, en aan land ZO, wat ook te zien is aan de windmolens op de maasvlakte (zee) en op de Haringvlietdam (land). Het laatste stukje van de geul doen we dus met ZO wind. O ja, en halverwege nog een ongeplande gijp op de grens van de ZW en ZO wind.. Maar de boombrake stond nog strak, geen probleem dus.