Naar Helgoland

Helgoland

In de loop van zondag wordt het wat rustiger, de wind neemt wat af naar windkracht 4.  De windwaarschuwing wordt ingetrokken.  Maar de golven worden niet lager op zee en in het Westgat, het blijft 1.6 meter.  Maar dan realiseer ik me dat de diepte van de geul ongeveer 5 meter is bij hoog water, dus als we met hoog water vertrekken is de deining vast minder dan met laag water.  Maar weten doen we het niet.   We vragen nog wat rond in de haven, en besluiten het er op te wagen.

Om half zes ’s middags vertrekken we naar de sluis.  We mogen er om kwart over zes in, even wachten tot half zeven vanwege het verkeer.  Als ik in de sluis naar boven kijk blijkt het windvaantje niet mee te draaien.  Bij het monteren van het toplicht is blijkbaar het vaantje verbogen.  Jammer, dan moeten we weer een keer de mast in. Of iemand vinden die dat wil / kan doen.

De sluis uit vaar je gelijk de Waddenzee op.  We varen op de motor tegen het laatste beetje vloedstroom op, en daarna met een beetje stroom mee het Westgat uit.  Er staan inderdaad veel golven, maar er zijn geen brekers in de geul.  Er zit dan ook niet veel zand in het water.  Alleen bij de voorlaatste boei moeten we even om een paar brekers heen varen.  Daar staat ook maar 4.7 meter water, blijkbaar is dat zo’n beetje de grens.  Om kwart over 8 zijn we de geul uit.

We hijsen de zeilen en zetten koers naar het noordoosten, om alle zandbanken heen.  Het hijsen ging nog even lastig omdat de val om de zaling was gewaaid.  Dat heb je als je het zeil alvast klaar maakt om te hijsen en dan door het Westgat gaat.  Met enig werk op het voordek is het allemaal ook weer snel opgelost.   Met de wind mee wordt het dan snel rustiger, golven van 1 tot 2 meter zijn dan geen probleem.

Avond op zee Avond op zee

We varen halve wind, tegen de stroom in, maar de boot loopt geduldig.  Helaas betekent met hoogwater het Westgat uitvaren dat je maximaal stroom tegen hebt.  Pas om 2 uur ’s nachts kentert het tij.  Maar het is een makkelijke tocht, vrijwel geen scheepvaart.  We passeren een voor anker liggende autocarrier, en de buitentonnen van de geulen bij Borkum en Juist, Duitse waddeneilanden.

Het was een voorbeeldige nacht om te zeilen, constante wind van 13 knopen uit de goede richting.  Eenmaal het Westgat uit vaar je uren in dezelfde richting, dus er is weinig te doen.  Mijn ritme is dan de iPhone zetten als wekker elke 6-8 minuten, rondkijken, koers en plotter controleren, en weer eventjes dutten.  Slapen doe je dan natuurlijk niet echt, maar je leeft wel op een lager pitje.

Om 4 uur wordt het weer licht, en wek ik Elly om zelf ook even een beetje te kunnen slapen.  Elly vestigt het snelheidsrecord, bijna 9 knopen over de grond, dankzij stroom mee en wat meer wind.  Tegen zeven uur is de wind zover toegenomen dat we een rif zetten.   We zetten nu koers naar Helgoland, noordelijker en kruisend met de grote vaart.  De stroom zet ons helaas nogal naar het oosten, zodat we Helgoland net niet halen, en komen een mijl ten oosten van het eiland uit.  Dat lossen we op met de motor.  Om 11:20 uur leggen we na 17 varen aan in de haven in Helgoland.

Richting Helgoland Richting Helgoland

Eenmaal in de haven ga ik even twee uur slapen, terwijl Elly de zeiljacks uithangt en de boot weer een beetje bewoonbaar maakt.  Het weer is nog steeds wel ok, zon en wolken, niet warm maar in elk geval droog.

Maar dan moet ik toch echt de vogelrots gaan bekijken, met de telelens op stap dus.  Er zijn grote broedkolinies van Jan-van-Genten, zeekoeten en drieteenmeeuwen.  Je kunt er heel dicht bij komen, met name de Jan-van-Genten broeden tot boven aan de klifrand, vlak langs het pad.  De zeekoeten en drieteenmeeuwen houden een stuk meer afstand.

Vogels kijken op Helgoland Vogels kijken op Helgoland
Blog

Vorige artikel

Lauwersmeer en het Westgat
Blog

Volgende artikel

Vogels op Helgoland