Öland met de auto

Vrijdag is het tijd om verder te gaan naar Borgholm op Öland, een tocht van 18 mijl naar het noorden.  De wind is nog steeds noordoost, maar een betere wind komt pas maandag.   Dan maar een beetje motoren en laveren.

Onder helling - halen we de boei? Onder helling – halen we de boei?

Uiteindelijk motoren we 1 ½ uur en zeilen we 2 ½ uur, nog niet eens zo gek.  Onze boot loopt niet heel hoog aan de wind, maar 50 graden ten opzichte van de ware wind lukt nog wel.  Hoger kan wel als de zee rustig is, maar hard gaat het dan niet meer.

Bij aankomst in Borgholm is de haven weer al aardig vol. We vinden een plekje aan een kade bij de haveningang.  Dat blijkt een verenigingshaven te zijn wat verder van het centrum, maar daardoor ook verder van de hele harde disco.  Uiteindelijk niet zo gek dus.

Haven Borgholm Haven Borgholm

De vaarwijzer voor de Oostzee omschrijft Borgholm als een mondaine stad.  Dat herkennen we niet zo.  Er is een grote haven met een groot hotel en een grote feesttent met veel luide muziek.  Maar het stadje is klein, een open centrum met een centrale winkel/restaurant straat.  Meer een gezellig toeristisch plaatsje dan een mondaine stad in onze beleving.

De winkelstraat van Borgholm De winkelstraat van Borgholm

Voor het weekend wordt minder goed weer voorspeld.  We besluiten voor twee dagen een auto te huren om het eiland Öland te verkennen.

Huurauto op Öland Huurauto op Öland

Ik haal de auto vrijdag avond op en parkeer op een van de parkeerplaatsen bij de boot.  Als ik de volgende ochtend naar de auto loop, zie ik net dat ik een parkeerbon krijg.  Nog even uitleg gevraagd, want ik zag geen parkeerverboden.  Blijkt dat bij de haveningang een parkeerverbod staat, en dat geldt voor het hele gebied.  Tja..   Jammer van de 400 kronen.  En hoe betalen we dit?  Er staat geen IBAN nummer op.  De oplossing is contant bij de verhuurder.

Öland is groot, ruim 100 kilometer van noord naar zuid.  We kiezen zaterdag voor de zuidkant, omdat die het meest bijzonder is.  De zuidelijke helft van het eiland is relatief kaal, heide achtig.  De rotsen liggen daar dicht aan de oppervlakte.  In het hele gebied zijn veel archeologische en historische objecten.   Graf(?)monumenten uit de ijzertijd, maar ook forten uit wat bij ons de vroege middeleeuwen zou heten.  In beide gevallen zie je ongeveer hetzelfde: een hoop oude stenen met een bordje erbij.  Sommige bordjes hebben ook Duitse en Engelse samenvattingen.  Het valt ons overigens op dat je eigenlijk alleen Zweden en Finnen (in de havens) ziet in dit gebied.  Weinig Nederlanders en Duitsers.

Oude vestingwal op Öland Oude vestingwal op Öland

De zuidpunt van het eiland is een natuurgebied, arme grond met schapen en wat bosjes.  Op de uiterste punt staat uiteraard een vuurtoren. Er is ook een vogelstation; in de trektijd is het een ideale plaats om te vogelen omdat de vogels zich hier verzamelen voor een oversteek over een stuk Oostzee.  Nu zien we alleen de bekende soorten: aalscholvers, brandganzen, meeuwen, eidereenden.  En onze eerste zeehonden in de Oostzee.

Zeehonden in de Oostzee Zeehonden in de Oostzee

Na de vuurtoren lopen we nog een korte rondwandeling in een stukje bos.  Het begint een beetje te spetteren.  Als brave toeristen beklimmen we de uitkijktoren.  We worden dan verrast door een groepje herten!  Ze lopen vlak voor de toren en laten zich goed op de foto zetten.   Later zien we ook herten in het bos zelf, maar die gaan er snel vandoor.   Een leuke bonus!

Herten Herten

Terug bij de auto gaat het aardig doorregenen.  We maken er verder een auto-toer-dag van, à la puzzeltocht met de auto van vroeger.  Kleine weggetjes, leuke huisjes, mooie kleuren.  En af en toe even kijken bij de haventjes aan de oostkust van Öland.  Maar zoals de vaarwijzer al vermeldde stellen die niet zo veel voor.  Het zijn meer aanlandingsplekken voor vissersbootjes.  Bootjes die vaak kleiner zijn dan onze boot.  Wel zijn er overal vakantiehuisjes, met voor de deur Zweedse Volvo’s met dakkoffers.

Huis in een klein dorpje Huis in een klein dorpje

Het blijft doorregenen en we gaan terug naar de boot. We parkeren de auto nu wat verder weg. ’s Avonds luisteren we met onderbrekigen via wifi naar Nederland-Brazilië.  Nederland wint ruim, een mooi eind van het toernooi.

Zondag regent het nog steeds hard.  Zo hard dat ook met de auto rijden niet heel aantrekkelijk lijkt.  We willen ergens onderweg lunchen, maar een geschikte plek daarvoor vinden valt niet mee. De eerste stop is bij een vakantiepark. We parkeren een eindje vanaf het restaurant. Net uit de auto begint het behoorlijk te regenen. We zijn doorweekt wanneer we binnen zijn en dan blijkt ook nog eens het gehele restaurant bijna afgehuurd te zijn voor een of andere festiviteit. Drijfnat terug in de auto gaan we op zoek naar een andere gelegenheid. We besluiten naar een moderne kunst museum te gaan (VIDA).  Daarnaast gelegen is een restaurant waar we een heerlijke lunch nuttigen en kunnen drogen. Daarna het museum in. Niet alle kunst is aan ons besteed, maar het werk van Bertil Vallien is wel mooi.  Het doet me een beetje denken aan wat Domela maakte.

Werk van Bertil Vallien Werk van Bertil Vallien

Als we terugrijden is het droog.  We laten de auto weer achter bij de verhuurder en lopen via het centrum terug naar de boot.  Onderweg een waterkoker gekocht.  Andere Nederlanders hadden ons dat aangeraden. Het scheelt heel veel in hoe lang je met een gastank doet.  Gaan we ook proberen.  Bij het uitpakken blijkt het een 2400 Watt exemplaar te zijn.  We ervaren de dagen daarna dat dit een beetje teveel is voor sommige walstroomaansluitingen.  En ook voor de accu’s.    Een 1200 Watt exemplaar was beter geweest, als die er ook zijn.  Vast wel.

 

Blog

Vorige artikel

Kalmar
Blog

Volgende artikel

Byxelkrok (Öland)