Oosterschelde

Maandag 15 augustus

Na ons bezoek aan Kortgene varen we tegen vier uur naar de Zandkreeksluis, voor een tocht naar de Betonhaven op Neeltje Jans, het eiland in de stormvloedkering van de Oosterschelde.  Als we aankomen, kunnen we direct de sluis in.  Na de sluis varen we tegen de wind in op de motor naar de Oosterscheldebrug voor de opening van 17:40.

Wachten op een opening

Wachten op een opening

Na de brug hijsen we het zeil.  Er staat een stevige 4 uit het (noord)noordoosten.  Met een snelheid door het water van 8 à 9 knopen zijn we met een goed uur bij Neeltje Jans.

Om 7 uur ankeren we in de Betonhaven.  Ik wist dat daar ook een steiger was, maar die er helaas niet meer.  Jammer, want mijn zus zou morgen hier aan boord komen.   Met Google maps spreken we een alternatief af: een van de steigers bij de zeesluis, die vlakbij is.

Dinsdag 16 augustus

Dinsdag pikken we mijn zus en zwager om half elf op bij de wachtsteiger voor de sluis. Na een kopje koffie gaan we tegen de wind in kruisend op weg naar de Roggenplaat.  We ankeren vlak bij de plaat bij de berg schelpen die op de uiterste oostpunt van de plaat ligt.

Oostkant Roggenplaat

Oostkant Roggenplaat

Het is een wonderlijk verschijnsel, het enige punt van de plaat dat boven water is bij hoog water.  Heel raar dat het niet kleiner of groter wordt in de loop der jaren.  Met de noordoosten wind is de ankerplek niet heel fijn; de helling is zo steil dat als je ankert in water van 8 meter diep, het achterschip in water van 2.5 meter ligt!  Maar juist daarom is ook wel leuk om hier even te liggen.

Caissons in de Schelphoek

Caissons in de Schelphoek

Na de stop varen we langs de plaat in de hoop bruinvissen of zeehonden te spotten, maar die laten zich niet zien.  We pakken ’s avonds een van de twee RWS boeien in de Schelphoek.   De Schelphoek is het restant van een dijkdoorbraak uit 1953.  Het is indertijd niet gelukt om de oorspronkelijke dijk te dichten.  In plaats daarvan is een binnendijk gesloten.  De verloren grond is nu de Schelphoek.  In de kom liggen nog twee caissons die geen dienst hebben gedaan bij de afsluiting.

Avond op de Roggenplaat

Avond op de Roggenplaat

Het is een veel groter gebied dan ik me had voorgesteld.  Een plekje om nog eens naar terug te gaan.  Als het tegen zonsondergang laag water is, varen we nog even met het bijbootje naar de zandplaat.  Daar zien we onvoorstelbare hoeveelheden vogels voedsel zoeken, vooral meeuwen, maar ook lepelaars en strandlopers.

Woensdag 17 augustus

Het is mooi weer, met een frisse noordoosten wind.  Mijn zus en zwager beginnen de dag met een frisse duik in het water, ik hou het hij een kopje warme thee.   Het is ’s ochtends laag water, het moment om langs de Roggenplaat te varen om zeehonden (roggen) te spotten.   In eerste instantie zien we vooral de mosselvissers die mosselen van hun percelen oogsten.  De Oosterschelde is naast natuurgebied vooral ook een gebied voor wat je ‘natte boeren’ zou kunnen noemen; de mosselgebieden nemen een groot deel van de ondieptes in beslag.

Zeehonden

Zeehonden

Even later zwemt er een bruinvis naast de boot; hij komt een paar keer boven.  Als we ons verder laten drijven langs de zandbank zien we tegenover Burghsluis een groep zeehonden liggen aan geul.  Een groep van zeker 20 dieren, maar wel ver van ons vandaan.  Bij Burghsluis moeten we omkeren, de noordelijke monding van de Oosterschelde is gereserveerd voor de zeehonden en mosselvissers.

Elly op de uitkijk

Elly op de uitkijk

We varen terug langs de plaat richting Oosterscheldebrug.  We maken een korte koffiestop aan de oostkant van de Roggenplaat, en gaan dan verder richting brug.  Na de brug kruisen we tegen de noordoostenwind op het Zijpe in.  Het is heel druk met zeilboten, met een kleine windkracht 4 (13 knopen) is het ideaal zeilweer.  We zeilen tot de Krabbekreek, waar we ankeren in het zicht van een paar zeehonden.

Na een late lunch motoren we naar de Grevelingensluis.  Daar is het heel erg druk.  Als we aankomen is de sluis bijna vol, het is echt vechten om de laatste plaatsen.  Daar ben ik niet zo goed in, ik laat me links en rechts inhalen.  Het wil niet echt met aanleggen, maar we komen heelhuids de sluis weer door.  Wel met een beetje meer adrenaline dan toen we aankwamen.

Grevelingen

Grevelingen

Na de sluis is een steiger waar mijn zus en zwager afstappen.  Elly en ik varen door naar een rustig ankerplekje op de Grevelingen, bij de “Bocht van Sint Jacob”.   Die naam staat op de zeekaart, ik had hem ook nooit gehoord.  Het is vlak bij de Mosselbank, maar dan veel rustiger.

Middelburg en het Veerse Meer

Maandag 8 tot donderdag 11 augustus besteden we om te wassen, wat te fietsen, en bij te praten met de familie in Zeeland.  Middelburg is ook een goede plek voor Pokemons ontdek ik.  Leuk is ook een bezoekje aan het parkje op het terrein van Miniatuur Walcheren in het centrum van Middelburg. Ik had op waarneming.nl gezien dat daar veel libellen zaten.  In eerste instantie vind ik ze niet, tot een collega fotograaf me op de duindoorn wijst.  Daar zitten minstens 10 paardenbijters en een blauwe glazenmaker.  Voor mij nieuwe soorten.

Blauwe Glazenmaker

Blauwe Glazenmaker

Vrijdag 12 augustus varen we met mijn zoon naar Veere, waar we in de stadshaven aanleggen.  Zaterdag ga ik met het bijbootje even naar de Schutteplaat, waar ik in mijn jeugd mijn zomers doorbracht met mijn ouders.  Leuk om daar weer even te kijken.

Veere

Veere

Zondagochtend gaan Elly en ik vroeg naar de Haringvreter.  Het is een mooie stille maar frisse ochtend.  Beetje najaarsachtig.

Damherten op de Haringvreter

Damherten op de Haringvreter

Op de Haringvreter is een grote kudde damherten met veel jongen.  Later op de dag lopen ze het bos in, maar ’s ochtends kun je ze op de weilanden zien.

Zondagmiddag varen naar de Schutteplaat.  Aan de noordkant leggen we aan een oude werksteiger aan, waar het nog net diep genoeg is.  Het probleem met meeste steigers bij dit en de andere eilanden in het Veerse Meer  is er sinds de aanleg rond 1970 niet meer gebaggerd is. De steigers komen dus in steeds ondieper water te staan.  Jammer eigenlijk, want verder worden de eilanden wel bijgehouden.  Er wordt gemaaid, en zijn kliko’s en afvalbakken.

Aan de Schutteplaat

Aan de Schutteplaat

Op de Schutteplaat is het uit de wind van het bos lekker warm, te warm voor Elly. ’s Avonds BBQ-en we  met onze Cobb BBQ, de eerste keer van het jaar.  Het is een warme avond tot de zon ondergaat.

Maandag 15 augustus is het mooi weer.  Tijdens mijn ochtendrondje op de Schutteplaat spot ik een boomblauwtje, een klein vlindertje.  Niet zeldzaam volgens de gids, maar ik vind het leuk om te leren kijken naar andere beestjes.  Er zitten ook libellen op de Schutteplaat.

Boomblauwtje

Boomblauwtje

’s Middags varen we naar Kortgene, waar we nieuwe matrassen voor de voorhut bestellen bij Delta Marina, de Nederlandse dealer van Flexima matrassen.  We hadden ze ooit gezien op de Hiswa, en toen eigenlijk al een keuze gemaakt.  Over vier weken slapen we op de matrassen van 18cm, ipv de 10cm die we nu hebben.   Na 7 jaar worden ze toch wel hard.  Wij zijn heel benieuwd of ze de reclame waarmaken.

Flexima reclame

Flexima reclame

Isle of Wight – Middelburg

Donderdag 4 augustus

De voorspelling is dat de wind minder wordt, maar wel westelijk blijft. Goed weer dus om verder te gaan richting Nederland.  Onze eerste etappe voert naar Eastbourne. We moeten wachten tot er voldoende water is, laag water is echt heel laag.  De drempel voor Bembridge valt met laag water droog, en ook in de haven blijft weinig water over.

Laag water in Bembridge Harbour

Laag water in Bembridge Harbour

Het vertrek is nog even lastig; de wind blaast ons stevig naar de steiger.  Gelukkig trekt de boegschroef het net, met wat gas achteruit erbij.  Om half elf varen we met een mooie windkracht 5 in de rug de Solent uit.  En gelukkig doet de log het weer, het wieltje is blijkbaar weer losgeschoten.

Na een kleine twee uur komen we bij de Street en Boulder boeien, die een poortje vormen voor een shortcut langs de kust.  De route voor de grote vaart loopt om zandbanken heen.  Als we daar eenmaal door zijn trekt de wind aardig aan (25 knopen, toch een dikke 6), en gaat de stroom gaat lopen.  Samen met het ondiepe water geeft dat flinke golven, eerder 3 meter dan de voorspelde 1 meter.

Windkracht 6 op zee

Windkracht 6 op zee

In eerste instantie heeft de stuurautomaat er moeite mee, maar als ik de reactiesnelheid verlaag gaat het een stuk beter.  Zo af en toe zet een golf ons nog opzij, maar een niet vaak mer.  Eenmaal worden we op de golftop gezet en maken we een zijwaartste schuiver.  Dat was wel spectaculair.

Sluisje Eastbourne

Sluisje Eastbourne

Als doende voeren we steeds minder zeil, en schommelen we behoorlijk met de wind die vrijwel recht van achter op de boot inloopt.  We zijn dan ook blij als we om negen uur met het laatste licht in het sluisje van Eastbourne een plekje krijgen.   De havenmeester in de sluis vertelt dat mensen met kleine bootjes het zwaar hebben gehad, dat geloven we direct.  Dit soort dagen is het wel makkelijk om een grote zware boot te hebben.  ’s Avonds eten we wat bij de Thai op de haven; even vast grond onder de voeten.

Vrijdag 5 augustus

Na een dag met veel wind nemen we een dagje rust in Eastbourne.  De haven van Eastbourne is onderdeel van een grote woonwijk, waar veel appartementen met zicht op zee of zicht of haven zijn. Vanaf zee ziet het er nog wel ruig uit.

Havenkreek Eastbourne

Havenkreek Eastbourne

Echt gezellig is het niet, maar het is wel goed beschut, en er is een grote supermarkt naast het complex. Jammer genoeg is er geen winkel met watersportartikelen, ‘next year ..’.  Ik dacht er wel één gevonden te hebben op een halfuurtje fietsen, maar dat was een webwinkel met grote teksten op de deur ‘please do not ask’.   Hebben we dus ook niet gedaan.  Het viel ons overal op dat de Engelsen niet zo subtiel zijn met de teksten op borden, vaak zijn de teksten best agressief.  Dat klopt niet met mijn beeld van subtiel formulerende Engelsen.  Misschien wel met het beeld van de Brexit beweging.

Zaterdag 6 augustus

Vanaf Eastbourne naar Vlissingen is ongeveer 24 uur varen.   Dat kunnen we doen in een aantal dagtochten, maar eigenlijk hebben we niet zo’n trek om weer in Dover of Calais tegen kademuren aan te kijken.  En omdat ik graag nog een keer een nacht door wil varen, gaan we de tocht in een dag proberen te doen. We vertrekken om 8 uur in de ochtend met laagwater uit Eastbourne.  Als we weggaan is er een beetje wind.  We zetten het zeil, maar als snel zakt de wind weg een motoren we langs de kust.   Hastings is de eerste grote plaats.  Net als in België is een groot deel van de kust volgebouwd.

Hastings vanaf zee

Hastings vanaf zee

Om elf uur is weer wind, en kan de motor uit.  We zeilen met de wind in de rug (niet zo hard dus) richting Dungeness.  Een half uurtje voor de kaap krijgen we bruinvissen naast de boot.  Altijd bijzonder, maar moeilijk om te fotograferen.

Bruinvis

Bruinvis

De oversteek naar Calais maken we iets meer naar het noorden, ter hoogte van Folkestone.   Inmiddels hebben we de stroom goed mee, en gaan we dik 7 knopen, nog steeds met wind in de rug.  Zoveel in de rug dat we een stukje met een melkmeisje varen, plat voor de wind.  Erg comfortabel is dat niet met golven die er staan.

Varne Lichtschip

Varne Lichtschip

De oversteek van de scheepvaartroute gaat met halve wind, en dwars op de stroom.    We beginnen ter hoogte van Folkestone en  varen langs het lichtschip dat de Varne zandbank in de scheepvaartroute markeert.  We komen even ten zuiden van Calais uit bij Cap Blanc Nez.

Het weerbericht heeft het over mogelijk windkracht 6 later in de nacht, dus we besluiten op safe te spelen en de kust te volgen langs de havens van Duinkerken, Nieuwpoort, Oostende en Blankenberge.   Voorbij Calais draait de stroom weer, en als dan tegen de nacht de wind ook nog minder wordt in plaats van meer zetten we de motor bij om in elk geval 5 knopen te blijven varen.   Als we voorbij Duinkerken zijn gaat Elly nog even slapen.

Ik houd de motor er nog bij, om op tijd te zijn om met de vloedstroom van de Schelde in te varen.  Als de stroom eenmaal gaat lopen komt er ook weer wat meer wind.  Zo lijkt het in elk val.  Om 3 uur ’s ochtends kan de motor weer uit, en zeilen we langs de Belgische kust verder.   Rond 5 uur zijn stroom en snelheid maximaal, we passeren Oostende met meer dan 9 knopen (17 kilometer).

Zonsopkomst Vlissingen

Zonsopkomst Vlissingen

Als we bij Vlissingen aankomen zien we zon mooi opkomen boven de stad.  Om half acht liggen we in de sluis, 22.5 uur na vertrek uit Eastbourne.  We varen in gelijk door naar Middelburg.  5 bruggen en 2 uur later leggen we aan in de stadshaven.

Na aankomst gaat Elly aan de slag om de boot schoon te maken.  Ik begin daar ook mee, maar na een uur duik ik toch mijn bed in om even wat te slapen na een nacht doorhalen.

Bembridge

Maandag 1 augustus

Volgens de voorspelling komt er veel wind en regen; we gaan verder naar een beschuttere plek om dat af te wachten: Bembridge Harbour.  Bembridge ligt aan de oostkant van Wight, aan de afgedamde kreek van Yar.  Daarover straks meer.

We vertrekken om half negen uit een stille baai.  De tijd wordt bepaald door de aankomsttijd in Bembridge (rond hoog water), de stroming in de Solent, en de verwachte regen.  Het is vaak een heel gepuzzel.  In dit geval leverde de puzzel niet echt een goede oplossing.  We hebben niet genoeg wind om te zeilen, dus de motor moet aan om op tijd bij Bembridge te zijn.  Vooral vanwege de stroom, die we al snel flink tegen hebben als we geen vaart kunnen houden.

Aanloop Bembridge Harbour

Aanloop Bembridge Harbour

Voorbij de Forten van de Solent kunnen we het laatste stukje nog halve wind op het zeil, dan lijkt het net echt.  Helaas is dat maar een half uurtje…  De drempel voor Bembridge geeft geen problemen, rond hoog water hebben we 4 meter.  Dat weten we dan alvast voor vertrek: we kunnen al snel na laag water weg. Het weerbericht was helaas (dit keer) accuraat: als we vastliggen gaat het regenen.  24 uur aan één stuk.

Dinsdag 2 augustus

Het weerbericht voorspelt tussen 2 en 5 uur ’s middags een tijdelijke onderbreking van de regen.  Die komt er inderdaad.  We wandelen langs de baai naar het stadje Bembridge.  Aan de baai ligt een rijk assortiment aan woonboten, een bezienswaardigheid op zich.

Woonboten bij Bembridge

Woonboten bij Bembridge

Bembridge is gewoon een slaperig stadje met een kleine supermarkt.  Maar ook met een leuke ambachtelijke slager en een groentewinkeltje waar ze streekproducten verkopen.  We halen daar ook wat van onze boodschappen.

Voetpad naar de steiger

Voetpad naar de steiger

Met volle tassen lopen we weer terug de baai rond naar de haven.   Eenmaal aan boord komt de beloofde regen weer.

Woensdag 3 augustus

Na een ochtend met nog meer regen pakken we ’s middags de fietsjes voor een rondje langs Brading en Sandown.  Brading was vroeger de havenstad aan de rivier de Yar, totdat rond 1880 de dijk is aangelegd bij Bembridge.  Het gebied tussen Brading en Bembridge is nu grotendeels natuurgebied.  Blijkbaar was het toch niet zulke goede landbouwgrond.

Brading Marshes

Brading Marshes

Brading is wel een leuk stadje, wat groter dan Bembridge.  We stoppen bij het oude station, dat mooi is gerestaureerd.  Ik laat me verleiden tot uitleg van de hobbyist bij het seinhuis.  Vroeger had elk stadje aan de lijn een seinhuis, waar alles met de hand werd bediend.  Er liep een groot aantal staalkabels van het seinhuis naar de wissels en seinen.

Seinhuis Brading

Seinhuis Brading

Ooit was Brading een vrij groot station, nu is het een klein lijntje waarop vooroorlogse Londense metro treinen rijden. Volgend jaar verloopt de concessie, en het is maar de vraag of het station dan blijft.  Na een klein halfuurtje verexcuseer ik me, en laat ik de rondleider met zijn andere gasten achter.

Yar vallei

Yar vallei

Het fietsrondje wat we doen is als fietsronde niet zo geschikt, er zijn vaak geen fietspaden en je fietst over best wel drukke wegen of over de stoep.  De stoep is soms ook wel bedoeld als fietspad, maar heel duidelijk is dat niet.  Toch wel krijgen we een indruk van de omgeving.  Het in elk geval duidelijk dat er veel heuvels zijn; ook wegen die als vlak te boek staan zijn voor Nederlandse fietsers bergachtig.

’s Nachts komt er nog een flinke hoeveelheid wind over, maar het blijft wel droog.

Newtown River

Zaterdag 30 juli

Vanuit Poole gaan we terug naar de Solent, naar de Newtown River.  We hebben nog een mooie vrijwel windstille ochtend in de baai van Poole.   De voorspelling is dat er ’s middags wat wind komt.  En voor de stroom moeten we om twee uur we, dus dat komt mooi uit.

Kustwacht voor Poole Harbour

Kustwacht voor Poole Harbour

Nadat we de baai uitgemoterd zijn, komt er inderdaad wat wind.  Al snel hebben we mooi weer om te zeilen, een rustige zuidwestenwind.  Met de stroom erbij lopen we ruim 6 knopen op het zeil.  Helaas blijkt het log niet te werken, dus we kunnen de snelheid door het water niet meten.   Dat is op zich niet zo erg, maar ik had me nooit gerealiseerd dat de snelheid van het log ook nodig is om de ware en schijnbare wind te meten.  Nu hebben we alleen de schijnbare wind, wel logisch eigenlijk, maar ook lastig.

Hurst Point

Hurst Point

Meestal is het een kwestie van een stukje wier of zo in de log (een klein schoepenradje onder de romp), maar deze keer gaat hij niet makkelijk los.  Zelfs niet als we bij Wight in de turbulenties terecht komen van Hurst Point.  Dat is het punt waar het water de Solent in- en uitstroomt.  Het ziet er uit als een verzameling draaikolken, en dat is het ook, maar toch geeft het zo maar 3 knopen (5 km) stroom mee.  Dat is veel.

Ankerplaats Newtown River

Ankerplaats Newtown River

 

Om 7 uur ’s avonds komen we aan bij de Newtown River, ongeveer met halftij.  Dat is gunstig, dan kun je  nog een beetje zien waar de ondieptes liggen.  We ankeren op Clamerkin Lake.   Bij onze eerste poging liggen we tegen een zandbankje met het zwaard, met de tweede plek is wel goed.   Het is er erg druk, in de hele rivier liggen zeker 100 passenten boten voor anker.

Avondrood

Avondrood

We zien de zon mooi ondergaan boven de Solent.  Ook na zonsondergang zie je het licht van de zon nog verder naar het noorden trekken met rood avondlicht.  Ik had dat nooit zo bewust gezien.

Zondag 31 juli

Het is een volledig windstille zomerochtend.  De Newtown Estuary is een natuurreservaat aan de zuidkant van Wight.   Ooit was het een havenstadje, nu is het een natuurgebied voor de vogels en de toeristen.

Newtown River

Newtown Estuary (West)

Ik vaar een eindje verder de kreek voorbij Clamerkin Lake op met de bijboot, genietend van de het mooie ochtendlicht en het verstilde landschap.  Er liggen weliswaar heel veel boten voor anker, maar slechts heel weinig mensen gaan ook met hun bijbootje of kano verder de kreek op.  Dus vaar ik alleen op een spiegelgladde kreek.  Dat levert mooie plaatjes op.

Newtown Estuary

Newtown Estuary

Daarna doen Elly en ik een wat grotere ronde, tot de bordjes ‘do not pass’ bij het militaire schietterrein aan het einde van de kreek.  Het schietterrein lijkt een concours over de kreek en de heuvels.  Ook al is het zondagochtend en stil, we draaien toch maar om.  Een verdwaalde kogel is niet leuk.

Newtown Estuary (West)

Newtown Estuary (West)

Terug bij de boot varen we door naar de westzijde van het gebied, waar de kreek wel een op een rivier in het regenwoud lijkt.

’s Middags blijven we op de boot, er staat veel wind, wij hebben opnieuw het inmiddels bekende weer: stevige westenwind, niet warm.  ’s Avonds komt de havenmeester/beheerder van de Newtown Estuary langs om te vragen of we een vrijwillige ankerbijdrage willen leveren.  Dat stond ook in de vaarwijzer, en inderdaad is dat dus hoe het gebied (mede) onderhouden wordt.   Als je aan een boei ligt is er een boei-fee, anders een vrijwillige bijdrage.  Het werkt wel.