De stappen naar autorijden

Voor mij is het kunnen autorijden belangrijk.  De afgelopen maanden heb ik het traject doorlopen van medische keuring tot een rijbewijs voor een auto-met-linkerbeen-automaat. Zo’n blog als deze is vooral voor mij, om dingen van me af te schrijven. Maar ik weet dat er ook lezers zijn die alles vinden op het internet. Dus dit stukje is mijn ervaring hoe het kan lopen.

De therapeutes van Rijndam hadden al gezegd dat ik na mijn Rijndam-periode een rijkeuring kon aanvragen.  Bij mijn exit-gesprek raadde de Rijndam arts me aan te starten met dit proces, want het kost veel tijd.  Dat gesprek was 22 juni 2020.

In eerste instantie leek het me wel goed om een proefles met een gewone auto te doen.  Dat ging wel, alleen remmen lukt niet altijd met de rechtervoet. Ik voel niet waar de rem-voet is, dus ik moet kijken waar mijn voet heen moet.  Dat is niet zo goed voor een potentiële overstekende voetganger.  De instructeur legt me uit dat dit niet gaat werken, maar dat aanpassing om het linkerbeen te gebruiken om gas te geven simpel is. Dat kan alleen in een automaat, maar ik reed toch al 30 jaar automaat.

De eerste stap is om je bij het CBR aan te melden via een “Gezondheidsverklaring: twijfel aan rijgeschiktheid”.  Dat werkt allemaal via het internet. Op 14 juli start ik het proces.  Het CBR reageert de volgende dag dat ik een aantal formulieren moet invullen.  De brief suggereert dat de eigen huisarts deze formulier kan invullen.

De eigen huisarts vult de formulieren niet in. Na wat doorbellen in mijn gemeente naar huisartsen zegt een assistente dat niemand dat doet, we moeten het regelen via regelzorg.nl.  Fijn een eerlijke assistente die zegt hoe het werkt.  Blijkbaar hebben ze afgesproken dat ze dat niet doen.

Ik kan vrijdag nu terecht bij een bedrijf dat op keuringen gericht lijkt te zijn.  Het is op 22 km fietsen maar dat is OK. Ik kan er 24 juli al terecht.

De keuring is uitgebreid en degelijk, denk ik.  De keuringsarts neemt het in elk geval niet makkelijk, het wordt veel tikwerk op de computer.  Hij raadt aan dat ik ook nog een brief van de huidige behandelaar naar het CBR stuur.

De meest op de hoogte zijnde arts is eigenlijk de revalidatiearts van Rijndam, al ik heb ik haar nog niet ontmoet.   Ze is bereid zo’n brief te maken, al vind ze het erg jammer dat ik niet direct bij haar was gekomen.  Dat had de keuring via regelzorg.nl voorkomen, en ook de keuring door een neuroloog in opdracht van het CBR. En ruim 200 euro.  De revalidatiearts van Rijndam is ook officieel huisarts van me leer ik al doende.

Maar terug naar het lange pad.  Het CBR moet goed nadenken, maar 6 augustus besluiten ze dat ik een keuring door een neuroloog moet laten doen via het Medisch Keuringsinstituut Nederland (MKIN). Dat is een commercieel instituut, als ik vooruit de 174,50 euro direct overmaak kan de afspraak in Wassenaar doorgaan.  Ik ben pas op 3 september welkom bij hen.  Deze keuring was kort en ik was goed genoeg.

Misschien heeft het CBR toch de brief van mijn revalidatiearts van Rijndam bekeken. Ik stuurde haar brief naar het CBR, en ik denk dat de brief 12 augustus in MijnCBR staat. Die wordt snel gevolgd door een brief om een afspraak te maken voor een rijtest.  Die brief  is van 18 augustus. De keuring van 3 september was denk ik overbodig.

De volgende stap is rijlessen. Dat is nog niet helemaal triviaal, want je moet een lesauto hebben natuurlijk met (in mijn geval) linker gaspedaal.  Het blijkt dat “het” bedrijf wat de aanpassingen van auto’s doet relatief dichtbij is: Bever, in Bodegraven.  Ze bieden een soort package met het CBR: Bever levert de test-auto met instructeur, doet de intake, en het CBR stuurt een examinator voor een test als de Bever instructeur vindt dat je het kunt.  Lijkt me een goede deal, en ook achteraf raad ik hen zeker aan.

De eerste les bij Bever is op 1 september.  Na een paar lessen dacht ik: dat leer ik nooit.  Je moet uiteraard met de linkerhand sturen, en dan zonder het stuur los te laten op enig moment. Op een parkeerterrein leer je de basismethode, en dan maar rijden.  Het is niet lastig op de snelweg, maar een plaatselijke weg met veel rotondes is moeilijk.  Je moet dan richting aangeven als je er afgaat, maar je hand moet dan wel links zijn.  Afijn, alles went en na 10 lessen waarvan 1 alleen maar rotondes rijden, ging het wel goed.  De 13e (!) les op 20 november, en het examen op 23 november.  Het gaat goed, maar wel met het dringend advies het stuur vast te houden.

Het CBR proces wordt afgesloten met een brief van 24 november met geschiktheidsverklaring, voorzien van een omschrijving van de voorwaarden.  Dat ik met een gaspedaal voor de linkervoet kan rijden.  Een dag later kan ik het rijbewijs ophalen.

Nu hebben we de aanpassingen bij Bever uitgeprobeerd, en kunnen zij aan de slag.

Ik ga even nog niks zeggen over de auto, dat is nog spannend voor ons.  Maar het gaat goed komen.  Als ik nu in een auto stap, mis is ik het linker gaspedaal.  Dat is een goed teken.

 

Tenzij je een terugval hebt, gaat het langzaam beter

Na een beroerte, vooral na een stevige CVA zoals ik had, is de revalidatie zowel revalidatie als acceptatie van je nieuwe conditie en lichaam. Na mijn beroerte waren mijn mogelijkheden beperkt, en dan is revalideren zeker wat je nodig hebt.  Eigenlijk ook acceptatie, maar dat is moeilijk als je zo worstelt om weer te kunnen lopen. De nuances van lopen zijn dan niet aan je (aan mij althans) besteed, ik wil gewoon kunnen lopen.  Ik heb ook veel nagedacht over het leven in de rolstoel, maar dat vond ik maar moeilijk.

Na drie maanden kon ik een beetje zelf lopen, zonder de rolstoel.  Na 6 maanden kon ik een klein eindje lopen.  Maar na ruim een jaar is 5 kilometer lopen in anderhalf uur nog steeds een heel ding. Vroeger liep ik ook niet vaak 5 km, maar soms liep ik ineens een hele dag (of week) met camera door de natuur.

Het lopen is nu echt anders dan een jaar geleden, eigenlijk onvoorstelbaar veel beter.  Maar objectief loop ik nog heel erg slecht vergeleken met voor de CVA.  Mijn fysiotherapeut werkt daar aan door spiertje voor spiertje langs te lopen en daarop oefeningen aan te raden. En dat werkt wel.  Maar er zijn echt veel spiertjes, en je moet ze bijna per stuk leren waar ze voor zijn en sterker maken. Eigenlijk leer je de hersenen dat het spiertje bestaat, en dan pikken de hersenen het zelf weer op. Wonderlijk.  Aan de buitenkant zie ik er best gewoon uit, maar de hersenen moet voor mijn rechterbeen en -arm iets anders verzinnen.

Afgelopen week hebben we wat gelopen door het bos. Dat is anders dan lopen door de nieuwbouwwijk.  Het pad in het oosten van het land is minder vlak dan in Zuid-Holland. Het is ongelijk met veel wortels in het pad. Kleine heuveltjes. Dat ik er nu gewoon kan lopen is eigenlijk al een wonder, als ik terugdenk aan het lopen door de tuin bij Rijndam.

Maar na een paar dagen heb ik flink stijve spieren in mijn rechterbeen.  Het lastige is dat ik daar niks voel, alleen spieren die vast zitten. Toch lijkt het wel te voelen dat mijn benen steviger worden, als ze weer even los zijn.  Misschien kan de fysiotherapeut vertellen waar het probleem zit.  Dat kan hij inderdaad, wat spieren en pezen zijn opgerekt.  Of zoiets, dat is hun magic.

Over het lopen had ik al meer geschreven, maar ja, het is zo belangrijk.

Het leren lopen is één van de dingen die na ruim een jaar nog veel tijd kosten. Voor mijn armen en handen heb ik ook een regime met oefeningen.  Hier geldt hetzelfde als met het lopen: er is vooruitgang, maar het is langzaam.  Misschien kan ik volgend jaar wel de autoradio bedienen, maar brood smeren met mijn rechterhand in 2022?  Of nooit, geen idee.  Maar juist omdat je steeds weer wat meer kunt, blijf je oefenen.  Tenminste zo werkt het bij mij. Net zoals met Pokemon.

De afgelopen maanden heb ik nieuwe dingen opgepikt.  Rijles, wat voor mijn werk rommelen, leuke dingen thuis doen, dromen van vogelreizen na de corona tijd.  Ik kan TV kijken, op bezoek, als het niet te laat in de avond wordt.  Een jaar terug lag ik nog in Rijndam.  Toen ben ik in een weekend voor het eerst naar een badwinkel geweest, daarvoor durfde ik dat niet.

Ik kan ook uit ervaring nu aangeven dat ik bijna 15 maanden later nog steeds veel bijleer van mijn therapeut.  Ik oefen nog steeds heel veel, en ik merk het verschil. Er komen spieren in mijn armen :-). Ik weet niet waar het eind is.  Niemand weet dat, maar als ik met mensen spreek die ook een NAH-probleem (niet aangeboren hersenletsel) hebben, dan is het toch een mix van veel acceptatie en een “efficiënter” leven.

Maar in elk geval geldt dat mijn energie zo lastig is. Ik weet beter waar ik op moet letten, maar het is een groot verschil met vroeger. Mijn therapeuten probeerden me dat gedurende de 9 maanden na mijn beroerte, tijdens de revalidatie, uit te leggen. Dat ik keuzes moet maken en veel rust nemen.  Dat ik moet nadenken wat ik wil, en wat niet.  Dat is moeilijk. Maar ik heb het gevoel dat ik daar nu aan toe ben.

Naast het benadrukken dat ik minder kan dan vroeger, zeggen de artsen en therapeuten dat ik meer zal kunnen na verloop van tijd.  En dat ik er oud mee kan worden, als ik tenminste mijn oefeningen blijf doen. Tenzij ik andere kwalen krijg, dan kan ik terugvallen… Wat dan?  Dat kunnen ze niet zeggen.

Toch, al terugkijkend na ruim een jaar, zie ik een gestage vooruitgang. Een beetje verbetering per maand is veel na een paar jaar!  En nee, ik geef ook geen getallen meer. Mijn doel is niet om 100% te bereiken, maar om een goed leven te krijgen.  En ik heb daar vertrouwen in.  Een leven met beweging!