Boddengewässer en Rügen

De noordoosthoek van Duitsland, het noordoosten van het voormalige Oost-Duitsland, is één groot watersportparadijs. Al vanaf de Poolse kust liggen er binnenmeren achter de duinenrij – die voor een deel niet duinenrij is maar een stuwwal uit de ijstijd. Op een paar plaatsen kun je ‘naar binnen’, via een riviermond de binnenwateren op.  Wij zijn bij Swinoujscie de Haf van Szczecin naar de Kleines Haff opgevaren, één van de Duitse Boddengewässer achter het Duitse eiland Usedom.

De rivier de Swina naar Haf van Szczecin De rivier de Swina naar Haf van Szczecin

We merken dat we nu aan het stuk begonnen zijn tegen de wind in: we moeten opkruisen tegen een westenwind. Je zou het niet zeggen op de foto, maar het is wel weer echt warm geworden, veel kleding is niet nodig.  Let op de rechte boot en de scheve horizon :-).

Opkruisen Opkruisen

Onze eerste overnachting was in Mönkebude aan de Kleines Haff, een vakantiestadje uit de DDR tijd dat nu ook officieel Duits kuuroord is. De vaarwijzer vond het wel een goede stop, maar wij denken dat er niet veel te zien is. Het ligt wel naast een groot natuurgebied, en het is dichtbij de brug die we de volgende ochtend moeten nemen richting Achterwasser. De haven is behoorlijk ondiep.  Omdat we te breed zijn voor de boxen liggen we aan de kade.

Strandje bij Mönkebude Strandje bij Mönkebude

In totaal moeten we drie bruggen door voor we uiteindelijk bij Stralsund weer op open water komen. De vaargidsjes doen daar nogal moeilijk over, omdat de openingstijden zeer beperkt zijn, maar 5 openingen: heel vroeg, rond 9 uur, rond de middag, rond 5 uur en ’s avonds laat. Wij vinden dat het in de praktijk wel meevalt: het is een mooi gebied met veel havens en ankermogelijkheden. Af en toe moet je dan een brug inplannen.

Brug 1: Zecherin Brug 1: Zecherin

Na Mönkebude ankeren we op het Achterwasser, op een heel mooi plekje beschut voor de noordwestenwind achter een relatief hoge heuvel, de Loddiner. We kijken uit op het plaatsje Ückeritz. De volgende ochtend ga ik daar met de dinghy even brood halen. Gewoon omdat het kan. Het Achterwasser is een groot water met relatief weinig boten. We verbazen ons daarover.

Ankeren op het Achterwasser Voor anker op het Achterwasser

1 augustus is een stille, bewolkte dag. We besluiten flink wat mijlen te maken op de motor, en gaan via de brug van Wolgast (12:45) naar de Greifswalder Bodden, een grote inham met directe toegang tot de Oostzee. Vlak voor we daar zijn komen we langs Peenemünde, de plaats waar Werner von Braun de V2 heeft ontwikkeld.

V2 terrein Peenemunde V2 terrein Peenemünde

Veel is er niet over van die locatie, daar hebben de geallieerden tijdens de oorlog al voor gezorgd. Wij zijn er niet aan land geweest, maar vanaf de werkhaven ziet het er een beetje droevig uit. Er is een Russische onderzeeër die in zo’n slechte staat is dat het wonderlijk is dat hij nog drijft.

Russische onderzeeër Russische onderzeeër

Het grootste gebouw wat er nog staat is een electriciteitscentrale die gebruikt werd om waterstof mee te produceren. Maar het is ook wel voorstelbaar dat de V2 site niet echt iets is om te promoten, de V2s hebben veel schade aangericht in de oorlog. Voor Werner von Braun is het wel goed afgelopen: hij heeft na de oorlog de Amerikaanse Apollo raketten ontwikkeld.

Na ons rondje in de haven van Peenemünde zitten we weer in de staart van het peleton boten uit de brugopening.

Een brugopening boten Een brugopening boten

We motoren over de Greifswalder Bodden naar de Glewitzer Wiek, een zijkreek met een geschikte ankerplaats. Het is wel heel erg ondiep, we draaien het zwaard flink op. Het is vrijwel windstil, de boot draait een paar rondjes om zijn anker. De volgende dag is het weer hoogzomer, we doen een dagje niks op de ankerplek. Af en toe even koelen in het water (23 graden volgens de bootthermometer), lekker in de zon, ideaal. Ook een goed moment om de IntelliMagic mail weer bij te werken.

Rustdag Rustdag

In de loop van dag trekt de wind ineens aan, en drijft de boot van het anker. Teveel rondjes, het anker zat vol met zeegras. We ankeren opnieuw en liggen verder vast in een stevige wind.

De volgende ochtend is er niet zoveel wind meer, maar de richting is goed om naar de brug bij Stralsund te drijven met iets meer dan wandelsnelheid. Voor het eerst is het Nederlands druk op het water met allemaal grote en kleine bootjes. Alle soorten watersporters: grote speedboten en kruisers, veel 30-35 voet zeiljachten en ook hele kleine bootjes. Hoe kleiner het bootje, hoe happier de bemanning lijkt het wel. Kijk deze mensen genieten in hun zeilkano met electromotor.

motorzeilkano motorzeilkano

Voorbij de brug leggen we aan bij de stadshaven van Stralsund. We zijn eerst eigenwijs en leggen aan op een ‘rode’ plek. Dat vindt de havenmeester niet goed, dus we verkasten braaf. Stralsund is een hele mooie Hanzestad. Het oude centrum (binnen de stadswallen) is vrijwel helemaal in oude glorie hersteld. Niet alleen een paar hoofdstraten, maar echt vrijwel het hele centrum.

Centrum Stralsund Centrum Stralsund

Stralsund is een Unesco world heritage stad, veel van de gebouwen en straten uit de Hanze tijd (14/15e eeuw) zijn er nog. In de 17/18e eeuw is er door de Zweden veel gebouwd, Stralsund was toen onderdeel van het Zweedse koninkrijk. Na de eenwording van Duitsland is er nog meer geld in gegaan. Er zijn nu grote musea, de pakhuizen aan de haven zijn opgeknapt en het decor voor veel terrassen. Toen wij er waren scheen de zon natuurlijk, maar het is echt een hele mooie stad.

DSC_5819 Havenfront Stralsund met George Fock

Na Stralsund moeten we gaan denken aan de terugreis. Het is nog steeds hoogzomer, maar de weerberichten zijn toch dat op termijn de westenwind weer gaat winnen. Dat is minder warm, en voor ons ook tegenwind. Vanaf nu moeten we dus goed op de wind letten, en als de wind ‘de goede kant’ op staat er gebruik van maken. Overmorgen (maandag 5 augustus is het dan) is zo’n dag: de voorspelling is dan een oostenwind, dan willen we 60 mijl naar het westen, naar Rostock.

Stralsund vanaf zee Stralsund vanaf zee

Maar eerst nog even genieten van het weer op Vitte, een klein plaatsje op Hiddensee, ‘de parel van het Boddengebied’ volgens onze vaargids. Vanuit Stralsund is Vitte net wel / niet bezeild: we zeilen hoog aan de wind, af en toe met wat hulp van de motor. Grote stukken gaan door een smalle uitgebaggerde geul, dus van opkruisen is geen sprake. Het is heel druk, vooral met boten die we tegenkomen. Het lijkt alsof de eilanden op de zondagmiddag leeg lopen.

Volgens onze vaarwijzer is de gemeente/vissers/veerhaven van Vitte leuk maar onrustig, volgens de zeekaarten is die haven onbruikbaar. Als we aankomen gaan we kijken in de gemeentehaven. Er liggen een paar jachten, maar niet rijen dik. Ideaal en mooi plekje.

Haven van Vitte Haven van Vitte

We pakken de fietsjes en rijden een eindje over het eiland, richting vuurtoren. Het is duidelijk dat er geen auto’s rijden: de wegen zijn goed genoeg voor paard en wagen, maar niet altijd ideaal om over te fietsen. Vanaf de heuvel bij de vuurtoren heb je een mooi zicht op het hele gebied. Op de foto komt dat nooit uit, maar met een drankje op een bankje in de zon is het wel mooi.

Vergezicht Hiddensee Vergezicht Hiddensee

 

Als we aan het einde van de dag de havenmeester betalen blijkt het ook nog goedkoop, en we krijgen een mooie havengids (Sailing Guide and Travel Tips, South Baltic Four Corners) van de Oostzee. Veel havens die we al hebben aangedaan. O ja, dit gidsje en het nieuwe havenkantoor van Vitte zijn mede tot stand gekomen met hulp van de EU. Your tax dollars at work, zeggen ze dan in Amerika.

Vitte is inderdaad een lieflijk eiland. Autovrij, in plaats daarvan veel fietsen en paard en wagen. Behalve de trekkers voor de boeren hebben we er geen auto’s gezien, ook niet voor de eigen bevolking. Net zoals eerder op Spiekeroog op de Duitse wadden.  Vitte is grotendeels een natuurreservaat, met grote zandbanken en ondiepten voor de kust.

Paardentaxi Paardentaxi

Het eiland is heel smal: als je vanaf de gemeentehaven 300 meter loopt ben je op het strand. Net als in het hele Duitse gebied tot nu toe is de strandcultuur ontspannen. Zwemkleding mag maar hoeft niet, de meeste mensen gaan naakt het water in. Niet zoals in Nederland een apart naaktstrand, maar iedereen doet wat ‘ie wil. Dat was ook al zo in Mönkebude, en bij de stranden van Usedom is kleding alleen vereist op de stukken strand voor de boulevards met terrasjes.

Blog

Vorige artikel

Swinoujscie (Polen)
Blog

Volgende artikel

Drijven en Rostock