Kieler kanaal

Het Kieler kanaal is inmiddels bekend, maar toch af en toe wel indrukwekkend als er een zeeschip passeert.

Kieler kanaal Kieler kanaal

Aangekomen bij Kiel zijn de kleine sluizen nog steeds defect, en is de grote in onderhoud. Maar de wachttijd valt mee, na een uur mogen we mee. Net als toen we vorig jaar het kanaal invoeren vanaf de Oostzee krijgen we af en toe een stevige bui over ons tijdens het wachten.

Toen we vorig jaar de sluis van Kiel invoeren ging het aanleggen in de sluis niet goed. Je moet op een glibberig ponton van dikke balken springen (heel hoog dus), en dan een lijn door een oog halen. Vorig jaar ging dat niet echt goed, ook al omdat de boot afdreef door de wind. Echt manoevreerbaar is ze dan niet. Het makkelijkst is om langs een ander jacht te gaan liggen, maar daar zijn we een beetje groot voor.

Dit jaar kwamen we voorbereid: met een fender om op af te stappen, met een middenlijn om eerst door de lus te halen, en met spanning. We dachten aan de bakboordzijde van de sluis aan te moeten leggen. Maar dan zien we het containerschip waamee we moeten schutten aan bakboord (links) gaan liggen. Snel het afstapje omhangen. De wind is nu ook beter: heel weinig, en lichtjes naar het ponton toe.

In de sluis bij Kiel In de sluis bij Kiel

Goed, zodra het sein wordt gegeven dat de jachten naar binnen mogen ontstaat een wedstrijd wie er het eerst in is. Daar doen we niet aan mee, dat is alleen onhandig. We varen in de staart van het peleton. Het gaat heel soepel: we komen netjes aan, Elly kan goed afstappen en heeft snel de middenbolder geborgd met een knoop op het ponton. Dan kunnen we rustig de voor- en achterlijnen vastmaken. En terwijl we dat doen, helpen we een andere boot langs ons afmeren. Dat viel mee!

We hadden in Giselau bij de sluis al betaald voor de kanaaldoorgang. Er komt wel iemand op de steiger langs om te vragen of we al zijn gaan betalen, maar hij hoeft het bewijs niet te zien. Onverwachte soepelheid, zo waterdicht is de controle blijkbaar niet.

Wegvaren is makkelijk, daar hebben we het niet over. Ons doel is de haven van Wendtorf, in de monding van het Kieler fjord. We bellen even of er plek is. Geen probleem. De haven ligt in een natuurgebied; de ingang is een vrij smalle (wel diepe) geul. De box die we gekregen hebben blijkt 19 meter lang te zijn. Wanneer we daar met de nodige moeite en hulp inliggen is het vrijwel onmogelijk van de boot te komen, en helemaal om aan boord te komen. Voor het eerst halen we het Plastimo reddingladdertje te voorschiijn. Dan kan het wel. Aan de kop van de steiger zien de plaatsen er beter uit. Naar de havenmeester dus; dat vindt hij ook best. We verleggen de boot; nu kunnen we er wel af!

De plastimo ladder De plastimo ladder

Wendtorf was vroeger een moderne haven, het is nog steeds best OK. Goede douches, water en stroom, wifi, kortom in alle levensbehoeften voorzien. ’s Avonds luisteren we naar Nederland – Mexico met het wifi. Toch wel leuk.

Maandag is een bijwerkdag. Elly ruimt de boot. Gilbert werkt de website bij, haalt boodschappen en doet zijn vogelrondjes in polders achter de haven. In de Barsbekersee, achter de haven, broeden volgens het informatiebord zeearenden. Die zie ik niet, wel veel zangvogeltjes en graspiepers, en een grauwe klauwier. Die had ik nog niet.

Grauwe Klauwier Grauwe Klauwier

Elly maakt een zalmsalade voor als we morgen weer op zee zijn. Als diner hebben we rosé met toastjes. Helaas is het nog niet warm genoeg om dat buiten te eten.

Blog

Vorige artikel

Eider en Eidersperwerke
Blog

Volgende artikel

Zeilperikelen