Wat heb je veel taalfouten in je stukjes
Als je iemand ziet die een beroerte/CVA heeft gehad, dan zie je eerst dat hij of zij een beetje raar loopt. Als patiënt is dat rare loopje eigenlijk het minst vervelende wat je er over kunt hebben. Let wel, iedereen is anders, ik heb het over me zelf. En het lastig lopen is echt heel vervelend, ook voor mij.
Ik wil nu iets zeggen over twee van de lastige dingen die overblijven na een beroerte: afasie en “lagere snelheidsverwerking”. En ze hebben denk ik veel met elkaar te maken in mijn geval. Het gaat allemaal om taal.
Laten het over mijn communicate hebben in de eerste maand. Door de afasie kon vrijwel niemand me verstaan, behalve de logopediste. Het gekke is dat ik zelf minder merkte hoe onverstaanbaar ik was. Maar de logopediste heeft me kunnen leren hoe ik mijn taalvermogen weer kan gebruiken. Een combinatie van simpele zinnen proberen te maken en langzamer spreken. Daarnaast helpt acceptatie door je gesprekspartner. Praten met een afasie patiënt neemt gewoon meer tijd.
Je kunt heel vinden over afasie op het internet, ook al heb je er nooit over gehoord. Ik kende het niet in elk geval. Een oude site is de nog hier, maar de Afasie Stichting is opgegaan in Hersenletsel.nl. Modern he, fuseren? Het afasie stukje staat nu hier. Hersenletsel.nl richt zich op hulp aan mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH): elke afwijking of beschadiging van de hersenen die na de geboorte is ontstaan.
Taal gebruik is heel breed, en afasie wordt gebruikt als algemene term voor taal problemen. Je kunt spreken, luisteren, schrijven en lezen. Je kunt wellicht meer talen spreken. Afasie is dat er iets in die taalprocessen is fout gegaan in je hersenen.
Taal verwerking en productie in je hoofd is best ingewikkeld. Het niet zo dat ‘je verstand’ zorgt voor taal. De taal-taken zijn behoorlijk specifiek. Luisteren is deels wat anders dan spreken. Het herkennen woorden (in context) is iets anders dan een zin maken. Het spreken is veel moeilijker.
Stel je een zin wilt maken met daarin een pyramide, alleen je weet niet hoe dat ding heet, je hebt alleen een plaatje. Je hersenen stoppen het plaatje in een semantiek netwerk om te weten in welke hoek het zit. Je krijgt bv “oude Egytische dingen”. Dan moet je een woord qua klank plaatsen, in het fonologisch lexicon. Als je geluk hebt komt pyramide terug, maar paramiet kan ook. Iets wat qua klank wel goed is, maar het toch niet. En vaak kun je dan vinden door zelf “paramiet” uit te uitspreken,”paramiet” -> “pyramiet” -> “pyramide”.
Ik ga niet alle taal problemen langslopen, maar ik kan je vertellen dat het steeds beter gaat met mijn spraak. Ik kan een goed gesprek voeren, of een stukje maken, zoals deze blog. Maar .. af en toe kloppen zinnen toch niet. Ontbreken stukjes van de zin. Woorden zijn fout of staan op de foute plek. Het Word programma vindt veel, maar niet alles. En ik hoor of lees ze niet meer.
Het duurt ook veel langer dan voorheen om tekst te maken, het typen op de computer. Mijn rechterhand is nu van weinig nut. Ik ben dus terug van 10- vingersysteem naar een 1+ vingersysteem. De zinnen maken kost meer tijd. Maar er zijn nog heel fouten die ik zelf niet zie na 5 keer lezen van de tekst, hoewel het veel beter gaat dan in het begin.
Mensen met afasie beschikken over het algemeen over de volledige intellectuele capaciteiten. Maar omdat de zinsconstructie langzamer is, is het soms lastig voor vol genomen te worden. In de tram iemand die je wat toebijt omdat je te langzaam bent, of in een vergadering iemand die je niet de tijd geeft om zin af te maken. Überhaupt is het volgen van veel mensen die door elkaar praten lastig.
De neiging is wellicht om je terug te trekken. Maar doe dat niet, de ander waardeert veelal wat je doet. En je bent echt nog dezelfde persoon. Op de straat helpt voor mij een wandelstok ook voor afasie, omdat de ander dan denkt ‘die is langzaam’. Dan krijg je meer tijd. In een bedrijf moeten je zelf en je baas zich realiseren dat je wellicht niet meer je oude functie kunt invullen. Dat is niet dat je geen ervaring kunt inbrengen. Ik kan best een beetje programmeren, maar wat ik vroeger deed? De tijd zal het leren.
Er komt nog een ander punt bij: lagere snelheidsverwerking. En volgens mij is het vooral tekstverwerking (in je hoofd) die meer tijd kost. Vroeger kon ik een stukje tikken, en andere gesprek volgen in de kamer en een ontwikkelwerkje laten pruttelen. Nu een ding tegelijk graag. Als ik dit tikje stuk en mijn vrouw iets tegen me zegt, dan mis ik het eerste deel. Ik moet dan om een herhaling vragen.
Mij kun je eigenlijk het best met plaatjes en diagrammen zeiden mijn therapeuten. Maar ja, dat kan niet altijd. Het helpt wel vooral in discussie. En dat deed ik eigenlijk vroeger ook al, iets schetsen op een A4-tje.
Ik ervaar dat ik steeds meer met de afasie kan omgaan. Dat ik vaker fouten in tekst kan voorkomen. Maar als het vroeger was, wordt het niet meer. Dat is op zich als vervelend, dat hoeveel je oefent, je moet het accepteren. Je blijft kreupel. Je hebt afasie, en je maakt taalfouten. Maar met wat meer tijd, kom ik een heel eind. En die taalfouten accepteer ik, doe jij dan ook?