Krummin – Ueckermünde (woensdag 19 juli – vrijdag 21 juli)
Woensdagochtend vertrekken we uit Wolgast. Er staat een zwakke wind uit oostelijke richting. Ons doel vandaag is Ueckermünde, ten zuid-oosten van Krummin aan de Kleines Haff, dicht bij de grens met Polen. We vertrekken om 9:20, en moeten om 12:45 de brug opening van Zecherin, de laatste van de 3 op de Peenestrom. We binnen op het zeil, maar de wind is zwak en variabel, dus de motor moet ook nog al eens bij.
Eenmaal voorbij de brug motoren we naar de Kleines Haff. Onderweg komen we langs de verwoeste brug van Karnin. Deze brug is in 1932 gebouwd als kopie van de Maasbruggen in Rotterdam, en in 1945 opgeblazen door de Duitsers om de opkomst van de Russen te vertragen. Nu staat hij er als oorlogsmonument.
De geul van de Peenestrom naar het Kleines Haff is smal, en voor ons niet bezeild. We motoren dus verder tot we open water hebben. Het laatste stuk naar Ueckermünde kan dan weer wel op het zeil, met een noordoosten wind lopen we mooi naar de haven. Op het wat grotere water staat ook meer wind dan in de beschutte geultjes.
We zijn om 4 uur in de stadshaven van Ueckermünde. Een mooie plek aan de kade, met walstroom. Het weer is lastig, de voorspelling is voor later in de middag onweer, en morgen ook. Maar het is vooral zonnig…. Het lijkt dat we dezelfde kermis treffen als eerder in Wieck, het reuzenrad lijkt in elk geval identiek.
In mijn libellen veldgids staat het Biosfeerreservaat Schrofheid-Chorin als een goede plaats om veel soorten libellen te spotten. We gaan proberen een auto huren om daar eens te kijken. Nu is Ueckermünde niet het centrum van de wereld, maar volgens Google heeft een van de plaatselijke garages ook huurauto’s. Ik fiets erheen, en inderdaad hebben ze een auto. Helaas is die donderdag al gereserveerd, maar vrijdag kunnen we hem wel huren. Dat doe ik dan maar, hebben we donderdag een vrije dag.
Donderdag 20 juli
Om 7 uur wordt ik wakker van een zacht regentje op het dek. So much voor de voorspelde onweersbuien. Ik maak er een werkochtend van, en maak goede voortgang met een programma.
Voor de lunch haal ik verse broodjes bij de bakker op de hoek. Dat is het voordeel van een stadshaven, de voorzieningen zijn vlakbij. Inmiddels is het zonnig en lekker weer. Na de lunch fiets ik een rondje, ik ben benieuwd wat de Ueckermünde Heide is. Het wordt een leuk fietsrondje voor boerenlandschap en bos, maar heide in de Nederlandse betekenis zie ik niet. Het is best mooi (productie) bos, maar er is niet veel fotografeerbaar leven. Je hoort wel wat vogels, maar zien is iets anders.
Als ik wat verderop de Uecker oversteek, is het daar wel druk met kleine libellen (waterjuffers), vlinders en andere insecten. Onder andere landkaartjes, een vlinder soort die zo heet omdat de onderkant van de vleugel op een landkaartje lijkt. Verder is het toch vooral een boerenlandschap, met veel graanvelden.
Om 15:30 moet ik weer aan boord zijn voor een conference call, zo heel af en toe moet dat ook. Daarna lopen we een rondje door de stad en doen we inkopen bij de Lidl. Het voorspelde onweer is er nog steeds niet, we kunnen dus mooi nog wat eten op het marktplein. Ueckermünde als stad is niet vergelijkbaar met de Hanze steden die we eerder bezochten, het is gewoon een provinciestadje. Wel met een wat ouder centrum, maar niet heel speciaal.
Vrijdag 21 juli
Om 9 uur kunnen we de auto halen, dus we ontbijten daarvoor. In de libellengids staat als speficiek advies een klein meertje bij Metzelthin in de buurt van Templin. We vertrekken om 10 uur die kant op. Het is minder dan 100 kilometer, maar wel veel over kleinere wegen, dus het duurt wel even. Onze eerste stop bij twee meertjes naast de weg is voor de muggen een groot succes, maar voor ons wat minder.
Daarna gaan we naar de aangeraden Steißsee. Dat is een betere plek, minder muggen en meer vlindertjes. Het meertje is benaderbaar via een water-inname weg (Löschwasser entnahmestelle), naar ik aanneem in gebruik bij de boeren voor irrigatie. De oever van het meer is niet echt bereikbaar, het zijn brede rietkragen waar verder geen pad is. Eigenlijk moet je de meertjes dus met een bootje en laarzen bezoeken… We maken een paar plaatjes van het meer, maar libellen zien we er niet.
Vanaf onze parkeerplaats staat er nog een andere Löschwasser entnahmestelle aangegeven, we gaan eens kijken waar dat ons brengt. Na een stukje fietspad volgen we het zijpad naar een ander meer. We zien veel paddenstoelen in het bos, daar is het een goede zomer voor denk ik met alle regen.
Via Templin gaan we naar het NABU-Erlebniszentrum Blumberger Mühle, waar ook informatie zou moeten zijn over het gebied. Het centrum valt nogal tegen. Ze hebben een parkje met velden, riet en poeltjes die denk ik ooit bedoeld waren om vlinders, libellen en vogels te lokken en te kunnen bekijken. Maar het geheel is flink overwoekerd en er is niet veel te zien.
Na het centrum rijden we terug naar de haven. Jammer dat we niet de bijzondere natuur hebben gevonden die ik me had voorgesteld. Toch wel leuk om zo een wat ruimer stuk van de omgeving te verkennen en een indruk te krijgen van het Duitse platteland.
’s Avonds is er een vuurwerkshow in het centrum, en dus ook vlak bij onze boot.