Lyø – Helgoland (zondag 6 – donderdag 11 augustus)

Zondag 6 augustus: Lyø – Rendsburg

Echt zomer zit niet in de voorspelling, ook niet voor de lange termijn, dus we gaan terug richting Nederland.  De eerste etappe is van Lyø naar het Noord-Oostzee kanaal (Kieler Kanaal).     

De voorspelling is dat we een goede zeilwind hebben, zo’n 15-20 knopen westenwind.  Het vertrek om 8:30 uit Lyø gaat heel soepel.  Buiten de haven kunnen we snel de genua opzetten, wellicht is dat wel voldoende om naar Kiel te varen.  Met 18 knopen wind lopen we op alleen de genua ook 6 knopen, 2 minder dan met vol zeil, maar wel een stuk rustiger varen.   Het eerste twee uur werkt het ook zo.

Daarna wordt de wind een stuk minder, en zetten we het grootzeil er bij.   Als dat goed en wel staat moet er een rif in, omdat de wind toch weer aantrekt.  Uiteindelijk varen we het grootste stuk op de kotterfok in combinatie met een gereefd zeil.  Om half vier strijken we zeilen het vuurtoren baken tegenover Laboe.  We zijn dan vlak bij de sluizen.

Tot onze verbazing ligt er maar één zeilbootje te wachten bij de sluis.  Dat hebben we nog nooit gezien, meestal is het heel druk.  Over de marifoon horen we dat deze boot met de volgende schutting meemag.  We zetten het gas erop, en we mogen ook nog mee.  Vrijwel zonder wachttijd door de sluis bij Kiel, dat hebben we niet eerder gehad.  En klein half uur later varen we op het kanaal naar Rendsburg, waar we om kwart over 7 vastleggen.  

Een voorspoedige reisdag dus, met goed weer.   Niet zomers warm, maar wel meest droog met regelmatig zon.

Maandag 7 augustus: Rendsburg – Cuxhaven

Richting Noordzee moeten we weer rekening houden met eb en vloed.  En zeker op de Elbe, waar het Noord-Oostzeekanaal op uitkomt, zijn de stroomsnelheden aanzienlijk, tot 4 knopen.  Als de boot 6 knopen door het water gaat, ga je met stroom mee 10 knopen, en met stroom tegen 2 knopen.  Een bepaalde afstand gaat met stroom mee dus 5 keer zo snel!  Dat soort verschillen moet je rekening mee houden!

Deze keer levert het tij ons een vriendelijk schema: we vertrekken tegen 11 uit Rendsburg.  Onderweg is het zonnig, maar het is wel fris.  Zeilpakken weer dus voor mij. Elly maakt onderweg nasi gereed voor vanavond.

Als we om tien voor vijf bij de kleine sluizen van Brunsbüttel aankomen staat er een voor ons open.  Bij Brunsbüttel zijn twee grote sluizen voor de kustvaarders, en twee kleine voor binnenvaartschepen en ‘sportboten’.  In Kiel zijn die kleine sluizen al jaren defect en buiten gebruik.  Bij Brunsbüttel hoef je dus meestal niet lang te wachten.  Deze keer zijn we een kwartier na aankomst al op de Elbe, dat is wel heel snel.

Op de Elbe is de wind niet goed om te zeilen, maar we hebben wel 2.5 – 4 knopen stroom mee. Om 7 uur ’s avonds leggen we aan.

Dinsdag 8 augustus: Cuxhaven – Helgoland

De voorspelling voor dinsdag is dat er ’s ochtends een zwakke (kracht 3-4) zuidoostenwind staat, en dat het aan het einde van de middag langdurig gaat regenen.  Met die oostenwind komen we niet heel ver langs de wadden, maar het is wel geschikt om Helgoland te halen voor de regen.  Voor het beste (stroom) resultaat zouden we om 4 uur op moeten, maar dat is een beetje te veel van het goede.  We kiezen voor een vertrektijd van half zeven, waarmee we in elk geval in de Elbe monding stroom mee moeten hebben.

Het werkt zoals gehoopt, als we de jachthaven uitvaren pakt de stroom ons gelijk op.  We lopen dik 8 knopen over de grond, de helft van de stroom en de helft van de wind.  In de buitenbocht van de rivier houden we de stroom lang vast, maar tegen 10 uur is het over. De snelheid valt dan flink terug, maar we hebben geen haast en laten ons rustig naar Helgoland drijven.  Daar leggen we om 14:20 aan.

De haven van Helgoland is eigenlijk niet fijn: je ligt in pakketjes aan een steiger.  Als we aankomen zijn we de derde boot, en gelijk al horen we dat de eerste boot morgen om 7 uur weg wil.  Ik spreek gelijk mijn verbazing uit, want voor morgen wordt storm voorspeld.  ‘ik heb veel wind nodig’ is de reactie…

Als alles vast ligt ga ik kijken naar de kolinies Jan-van-Genten, drieteenmeeuwen, alken en zeekoeten op de noordkant van het eiland, een half uurtje lopen (fietsen mag niet op Helgoland).  De Jan-van-Genten en drieteenmeeuwen zijn nog in grote getale aanwezig, maar de alken en zeekoeten zijn allemaal vertrokken.  Jonge Jan-van-Genten en drieteenmeeuwen worden lang door de ouders op het nest (nou ja, de rotsen) gevoed, terwijl de jonge zeekoeten in juni van de rots springen om zelf te leren vissen.

Woensdag 9 augustus: Helgoland

De wekker staat om zes uur zodat we om 7 uur een beetje helder zijn als we weg moeten, maar ik wordt om 3 uur al wakker van veel lawaai en wind.  We liggen tegen de buurboot aan te schuren; de stootwillen zijn te veel verschoven.  Ik probeer het wat te veranderen, maar het lukt me niet goed om ruimte te maken tussen de boten. 

Eenmaal binnen breek ik me het hoofd over hoe we ooit weg moeten komen uit dit pakketje aan lager wal, en na veel woelen en tekenen denk ik dat het niet kan.  Als om half zeven iedereen aan boord is om te kijken wat de buurman wil, zegt hij dat hij vanmiddag misschien weg gaat, maar nu niet, het waait te hard.  Had hij dat niet eerder kunnen bedenken?   

Met een blik op de windvoorspelling concluderen we dat het wel morgenochtend zal worden voor hij echt weggaat.  We gaan nog even terug naar bed.  ’s middags kopen we belastingvrije rum en sigaretten, en doen we daarna een rondje langs de winkeltjes.  Elly weet twee shirts te scoren.  Na een terrasjes-stop uit de wind in de zon lopen we langs de kolonie Jan-van-Genten.  Met de storm zweven de vogels langs de rotsen, en kun je mooi foto’s maken.  De foto hierboven is van Elly.

Terug op de boot rept de buurman niet over vertrekken, maar de andere buren hebben besloten om donderdag 7 uur weg te gaan.  Dat doen wij dan ook.  De wind is wel flink minder, en we kunnen nu de schade van afgelopen nacht opnemen: twee flinke happen uit de lak en coating van de rand.   Jammer dat we stootwillen niet beter hadden liggen, maar niks meer aan te doen.