Samsø – Lyø (dinsdag 1 – zaterdag 5 augustus)
Dinsdag 1 augustus: Samsø
Om 11 uur vertrekken we voor een fietsrondje door het heide gebied ten noorden van de haven van Langør. Het smalle deel van het eiland tussen Langør en Mårup is heide en bos. Op google maps zie ik dat er in het bos twee meertjes zijn, dat lijkt me een goede plek voor libellen. En ook vast een leuk lunchplekje. Vrijwel al het bos dat we zien op het eiland is productiebos, en een van de boswegen/wandelpaden loopt richting de meertjes.
Als we er aankomen horen we veel lawaai. Het blijkt dat de meertjes het resultaat zijn van grindwinning, en als wij er aankomen zijn ze ook bezig. Gelukkig is het ook voor hen snel lunchpauze. Het is een mooi plekje met veel vlinders en libellen. En bovendien schijnt de zon en is het lekker warm. Dat is zeldzaam deze zomer, dus daar kunnen we ook van genieten.
We fietsen een eindje verder naar het noorden, naar de andere kust. Vandaar hebben we zicht op de haven van Mårup. Er is een strandje, maar naar Nederlandse begrippen is dat maar zielig. Veel duinen zin er ook niet, dat zal veel te maken hebben met het ontbreken van getij.
Het fietspad loopt door naar het dorpje Mårup, groot genoeg voor een supermarkt die het noorden van het eiland bediend. Het fietspad is bijzonder aangelegd, alsof de ontwerper dronken was. De weg ernaast is wel kaarsrecht.
Het grootste deel van het eiland is in gebruik voor landbouw, we zien ook vrij veel groenten. Het eindpunt van ons tochtje is het kerkje van Nordby, een typisch wit Deens kerkje. De kerk en begraafplaats zijn heel mooi onderhouden.
De voorspelling is dat het ’s avonds gaat regenen, in inderdaad zien we vanaf 4 uur flinke donkere wolken overkomen. De regen blijft evenwel uit.
Woensdag 2 augustus: Samsø – Kleine Belt
Woensdag gaat we verder richting Kiel, om het eiland Funen heen. Als de wind west is, volgen we de oostkant van het eiland. Als de wind zuidwest is, gaan we op de motor recht tegen de wind in, in de hoop dat we dan verderop weer kunnen zeilen richting Kiel. Als we langs het oosten gaan, kan dat zeker niet.
Het is mooi weer als we weggaan, een mooie zeilwind van 13 knopen (windkracht 4). Helaas draait de wind al snel naar het zuidwesten. We kruisen het stuk langs Samsø, maar als we na een kleine drie uur nog steeds niet voorbij het eiland zijn gaat de motor bij. Met 8 knopen tegenwind schiet het niet voldoende op.
De bestemming wordt nu Middelfart, bij elkaar een hele dag varen. De zon is een eind verdwenen, we doen het nu met dreigende en minder dreigende wolkenluchten. Kan ook mooi zijn, maar is toch anders. De wind trekt wel wat aan, maar blijft pal tegen. In eerste instantie krijgen we nogal wat water over de boot, maar als we wat verder komen wordt dat snel minder.
Uiteindelijk wordt het een rustig motortochtje naar Middelfart, de stad aan de noordkant van de Kleine Belt. Als we Kleine Belt invaren staat er flink wat stroom tegen, 1 – 2 knopen. We zien een bruinvis op enige afstand van de boot. Helaas lukt het niet om een foto te maken.
Bij Middelfart moeten we eerst onder een hoge hangbrug door. Als je met de boot komt aanvaren is het onmogelijk om te schatten of je er onderdoor kunt. Deze brug is 44 meter nog, onze boot 21 meter, en nog is het eng om door te varen.
Middelfart heeft veel havens. De stadshaven die we proberen is helemaal vol, de tweede ook. Maar .. bij deze haven wordt gewerkt aan uitbreiding. We spotten een hagelnieuwe steiger die ons heel geschikt lijkt. Dat is ook zo, we liggen rustig met mooi zicht op de bruggen.
Met het fietsje haal ik even wat boodschappen, en doe ik een rondje door het stadje. Ook wel een aantal mooie pandjes in het centrum, maar verder veel nieuwbouw.
Donderdag 3 augustus: Middelfart – Assens
Het nadeel van ons plekje in de haven in aanbouw is wel dat er gewerkt wordt, dus als de werklui beginnen om 7 uur gaan we weer verder. Het regent flink, dus we varen niet al te ver naar een aangeraden ankerplekje. Als we aankomen, kunnen we zelfs een boei oppikken, nog makkelijker.
Met de regen, en ons idee dat we toch verder willen, gaan we rond de middag naar Assens, zo’n 20 mijl verder op de Kleine Belt. Na de volle-haven ervaring van gisteren gaan we vandaag voor de zekerheid op de motor. Vandaag is dat sneller, hoewel er voldoende wind is, zouden we wel moeten kruisen. Het weer is niet geweldig, vlak voor we aankomen krijgen we een flinke bui over ons heen. In de haven is het dan weer miraculeus droog.
Assens blijkt een hele grote jachthaven te hebben, met heel veel vrije plaatsen, geen probleem dus. Assens is een oud vissers en industriestadje, met een leuk oud wijkje, maar als geheel toh ook wel met verglane-glorie-industrie indruk. We eten in het stadje, maar kunnen het restaurant niet echt aanbevelen.
Vrijdag 4 augustus: Assens
De voorspelling is een dag met veel wind en buien, en dat klopt. Gilbert fiets ’s ochtends nog een rondje in de buurt. Een kleine eindje verder is een ankerbaaitje wat ook wel geschikt was geweest. Ondanks de harde wind lig je er lekker beschut achter een heuvel. Iets om te onthouden voor de volgende keer (die er vast niet komt).
’s Middags krijgen we windkracht 7 (meer dan 30 knopen) in de haven over ons heen. Dan is Assens niet zo’n handige haven, met de westenwind is er vrijwel geen beschutting voor de wind.
Zaterdag 5 augustus: Assens – Lyø.
Als laatste Deense vakantie bestemming hebben we Lyø uitgezocht, een klein eiland waar de tijd heeft stilgestaan volgens de vaargids. We willen er niet te laat zijn, omdat deze haven wel klein is, maar toch moeten we het vertrek uitstellen omdat het nog te hard waait om fatsoenlijk de box uit te komen. Tegen 10 uur zakt de wind even en kunnen we weg. Het eerste stukje na de haven moet op de motor door een geul tegen de wind in, maar het grootste stuk kan op het zeil. Dat was weer al even geleden.
Als we om half drie bij Lyø zijn komt er net een flinke bui over. Het aanleggen gaat niet echt makkelijk, ook al niet omdat eerste twee boxen die we proberen te smal zijn voor onze boot. Met 20 knopen manoeuvreren in een klein haventje is niet mijn sterkste kant. Ook niet van de boot trouwens, de boegschroef kan dat niet aan, en het de motor kun je ook geen druk op het roer zetten. Maar goed, met wat hulp van de mensen op de steiger lukt het allemaal weer.
We gaan gelijk de kant op voor een rondje over het eiland. De afstanden zijn klein, het dorpje is minder dan een kilometer van het haventje. Het is inderdaad een leuk dorpje met veel vakwerkhuizen en boerderijen in een kenmerkende stijl: model schuur, met een dakkapel-achtige uitbouw in het midden. Helaas kun je wel zien dat het vroeger welvarender was dan nu. We drinken even wat bij een restaurantje.
Na het dorpje lopen we een deel van de wandelroutes over het eiland, naar de oostoever. Het is grotendeels boerenland, met daardoorheen een kreek. Allemaal mooi groen en nat, de regen is hier geweest duidelijk. We zien koeien, herten en hazen, en langs de kust zaagbekken. Een leuk rondje om even te lopen.