Allures werf Cherbourg

16 - 24 augustus

Meten aan de hijsbeugel voor de Allures 44 Dinsdag even na 9 uur klopt Francois van de werf op onze ruit. De werf heeft een hijsbeugel gemaakt voor onze bijboot, en ze zijn nu klaar om het eerste paswerk te gaan doen. Daarvoor moeten we naar een steiger vlakbij de werf zelf. We verkassen een mijl van de jachthaven naar een werkhaven bij de marinewerf. Als we daar liggen melden we ons weer, en snel daarna komen ze met de beugel aan. Nu nog helemaal kaal aluminium. Het passen en meten duurt een paar uur, de rest van de week moet de beugel in een meerlagen systeem worden geschilderd, komende maandag kan hij er dan droog op.

Francois biedt aan dat we een auto van de werf kunnen gebruiken tijdens ons verblijf in de marinehaven, dat is wel heel sjiek. Maar we houden het bij de fietsjes, daar komen we ook ver genoeg mee.

Verder gebruiken we de dag een beetje als klusdag, voor Gilbert om te programmeren, voor Elly om het huishouden te doen. 's Avonds leggen we het bijbootje aan een slot, uiteindelijk zijn we nu weer in de stad. Het is wel een aparte ligplaats die we hebben. Je kunt het zien als een lekker rustig baaitje (dat ziet Gilbert soms) of een industrieterrein (dat ziet Elly, en dat is het ook). Het weer is typisch Cherbourg: af en toe wat zon, dan weer even regen. We wachten nog maar steeds op de zomer.

Woensdagmiddag wordt de buis van de kielkast onder handen genomen om toekomstige lekkage te voorkomen. Dat is een grote klus; de buis moet los van het kajuitdak om er kit in te kunnen doen, maar het is ook een steun voor het kajuitdak. Met een vijzel en veel geduld komt de pijp los en kan de kit aangebracht worden. Na afloop wordt alles netjes schoongezogen. Wel heel sjiek dat het probleem zo voor ons wordt opgelost. Goede timing ook van het lek om zich te manifesteren tijdens de tocht naar Cherbourg.

Donderdag vertrekken we uit de marinehaven naar de jachthaven, waar de elektricien de lekstroom problemen bekijkt. 'Helaas' had het probleem zichzelf opgelost, en de man kan dan ook niks vinden. Dat zijn altijd vervelende problemen, voor iedereen. In elk geval is het nu goed.

Wij gebruiken de dag ook om eindelijk de ketting te markeren met tiewraps op de 5 en 10 meter punten, zodat je kunt zien hoeveel ketting we steken. In Nederland ankeren we meestal op water van 3-5 meter, en dan ziet het niet zo nauw. Maar bij Sark hadden we 10 meter, en dan wil je op zijn minst weten wanneer het anker ongeveer de grond raakt. Nu maar afwachten hoelang de tiewraps blijven zitten.

Overdag is er af en toe een bleek zonnetje, dan is het weer grijs, en 's avonds regent het weer. 's Avonds spreken we onze buurman, de trotse eigenaar van een nieuwe Allures 45. Hij loopt 9 à 10 knopen op het zeil, dat is 1 à 2 knopen meer dan wij. Flinke vooruitgang voor het nieuwe model Allures dus. Hoewel, een paar dagen later lopen we ook ruim 9 knopen op de genua met een bakstag windkracht 6.

Het opstapje Vrijdag begint met een grijze lucht, windstil, het is 17 graden binnen en buiten de boot. We zijn nu weer drie dagen verder, maar waar blijft die zomer? In Nederland komt een mooi weekend, maar ook daar is de lange termijn voorspelling niet goed. Soms valt het heel erg mee: nadat ik dit heb ingetikt wordt het uiteindelijk een mooie dag. Elly doet de was, en terwijl de was draait gaan we op zoek naar wielen voor de dinghy. We hebben bij Sark ervaren dat wielen toch wel erg makkelijk zijn als je het bootje een stuk over het kiezelstrand moet verplaatsen. De Zodiac dealer heeft ze liggen. In een andere winkel kopen we een 'opstap stootwil', een U-vormige stootwil die je aan de rand van de boot kunt hangen om makkelijker aan boord te komen vanaf een lage steiger.

De groente markt in Cherbourg. Zaterdag is het zelfs de hele dag zonnig, een echte zomerdag. We weten niet wat ons overkomt. Eerst gaan we naar de markt, om verse groenten en fruit te kopen. Er staan heel veel stalletjes. Het lijkt een mix van reguliere marktkooplui met een breed aanbod, en plaatselijke telers die hun pruimenoogst aanbieden. Keus genoeg in elk geval, het is altijd moeilijk om niet te veel te kopen.

Na de lunch fietsen we naar het strand van Queuerqueville, net buiten de rede van Cherbourg, een kilometer of zes van de haven denk ik. Het strand is behoorlijk druk met vooral mensen van de nabije camping lijkt het.

Zondag hebben we de zon niet gezien, maar het was wel rustig weer. We hebben de wielen aan de spiegel van het bijbootje gemonteerd. Het was even passen en meten met de hijshaken en de motor, maar de klemmen zitten er goed aan. Een foto volgt nog.

De dinghy in de hijsbeugel. Maandagochtend is de hijsbeugel voor het bijbootje gemonteerd. Eigenlijk was alles al op de werf gedaan: het laatste laswerk, het schilderen. Het enige wat nog ter plekke gedaan moest worden, was het boren van gaten in de spiegel om de scharnieren vast te maken. Later in de middag komt Marc, hij is het (technische) aanspreekpunt van de werf. Marc neemt alle tijd om onze lijst met vragen door te nemen. Zelf ziet hij lekken in de kit van de decking, die, om schade aan het onderliggende dek te voorkomen, gerepareerd moeten worden. Dat komt bij de to-do lijst voor morgen.

Dinsdagochtend zijn de hijslijnen aangebracht, en dinsdagmiddag is de decking gerepareerd. Net als bij een "echt" teakdek kan er water tussen de decking stroken komen als de kit barst. Dat is niet goed voor het onderliggende aluminium dek.

Al met al zijn we zeer tevreden over al het werk dat is gedaan, en alles, op de hijsbeugel na, als service van de zaak. Ruim twee jaar na levering van de boot is dat wel sjiek. Ze hebben ook het zwemplateau voor ons geschilderd. We waren daar de verf door het schuren aan de steiger kwijtgeraakt. We krijgen het advies mee om toch vooral de anodes van de motor te vervangen; in Cherbourg gaan die krap een jaar mee. Nu liggen wij (normaal) op zoet water, maar toch goed om naar te (laten) kijken als we weer terug zijn.

Na ruim een week Cherbourg kunnen we woensdag verder. Het weerbericht voor woensdag is goed, maar de rest van de week is het niet veel soeps.

Cherbourg - Saint Vaast - Fécamp

24 - 27 augustus

Vertrek vanuit Cherbourg met de dinghy in de nieuwe beugel. Na ruim een week Cherbourg zijn we weer toe aan een stuk varen. Over ruim een week willen we weer in Stellendam zijn, ruim 250 mijl verder. Ons plan is om de tocht te doen in een aantal langere en kortere dagtochten.

Als we woensdagmiddag wegvaren is het mooi weer: windje in de rug, zon erbij, niet koud, zo van 12 tot 5 voelt het als een zomerdag. De eerste stop die we plannen is Saint Vaast, een haven op 28 mijl van Cherbourg, net om de 'punt' van de landtong waar Cherbourg op ligt. We hebben de wind in de rug, niet veel wind, maar genoeg om met wind en stroom 7 knopen te varen. Het eerste stuk met de spinnaker boom, verderop halve wind en uiteindelijk aan de wind. Het laatste stukje kruisen loopt de snelheid over de grond terug tot 4 knopen; de laatste 4 mijl doen we maar op de motor. De haven van St Vaast is alleen open rond hoog water, maar dat komt goed uit met de stroming vanuit Cherbourg.

Visserboten in de haven van St. Vaast. We liggen aan de passantensteiger, met relatief korte vingersteigers. Het duurt even voor alles goed ligt. Eenmaal bij de havenmeester krijgen we te horen dat nu net onze plaats niet voor passanten is. Dus verleggen we de boot weer. Terwijl we dat doen komt de Pied Marin uit Stellendam binnenvaren. Een kleine wereld! We borrelen 's avonds op het zware leven van de zeilers.

De haven van Saint Vaast ligt tegen het oude centrum aan. Na de borrel lopen we nog een rondje. Tot onze verbazing kun je om half twaalf nog crêpes kopen. Het lijkt wel een leuk stadje, maar het tij is onverbiddelijk: morgen om 7 uur vertrekken we richting Fécamp. De voorspelling is een stevige zuidenwind, ideaal om de 63 mijl naar het oosten over de Seinemonding te maken.

Voor de wind naar Fecamp Bij vertrek uit Saint Vaast hebben we inderdaad de mooie zeilwind: we varen de eerste paar uur met dik 8 knopen richting Fécamp, halve wind. Als de wind richting 25 knopen gaat moeten we flink reven en gaan we over op de kotterfok, dat kost helaas wel snelheid. Met het tweede rif en de kotterfok lopen we nog 6 knopen. Na een uurtje zakt de wind weer, en kunnen we de zeilen geleidelijk weer groter maken. De wind draait ook meer naar het zuidwesten, en neemt geleidelijk af; de eerste drieenhalf uur hebben we 8 knopen door het water gevaren, daarna 6 knopen. Het weer valt mee, wat spetters onderweg, een uurtje zon, en voor de regen weer in de haven.

Op ongeveer 20 mijl van Fécamp zakt de wind in. We gaan met de spinnakerboom aan de gang, maar op 10 mijl van de haven geven we het op, als de snelheid van de boot is teruggelopen tot 2.5 knoop. Het laatste stukje dus op de motor.

Aankomst bij Fecamp In Fécamp krijgen we een plaats aan de gastensteiger, er is ruimte zat. In Cherbourg stond een waarschuwing dat de haven weinig plaats had in verband met een zeilwedstrijd. Elly had in haar beste Frans gisteren gebeld voor een plaats, en die was er. We dachten toen nog dan misschien rijen dik te liggen, maar het is heel rustig. We hoeven niet te stapelen.

We gaan uit eten bij Le Progres aan de kade; een druk eetcafé waar je (weten we nu) heel veel eten voor je geld krijgt. We hebben geluk met de buien: we zijn nog niet binnen of het begint te plenzen. Het regent flink tot de volgende middag 4 uur. Als het droog wordt, doen we even een rondje boodschappen in het stadje. We komen ook terecht bij de Bénédict brouwerij, Palais Bénédictine, een mooi complex vlak bij de jachthaven. Mooie gebouwen uit de 19e eeuw, een beetje de stijl van sommige oude stations. Uiteraard nemen we een flesje Bénédictine mee.

Na het eten gaan we de klif op naar de Notre Dame de Salut. Het is een stevige klim, voor een deel over een trap-pad de klif op. Bovenop de klif heb je een mooi zicht op Fécamp en de havens, en ook op de krijtrotsen van de kust rond Fécamp. Vlakbij de kerk ook de inmiddels vertrouwde Duitse bunkers. Ook hier de verdedigingswerken als onderdeel van de Atlantic wall. Bij elke bunker staat een bordje met uitleg, maar er is niets echt toegankelijk gemaakt. Je kunt wel via de geschutkoepels naar binnen klimmen... Ook zijn er veel bramen, maar deze keer hebben we geen emmertjes bij ons. De zon is bijna onder, tijd om weer af te dalen naar de havens.

Fécamp - Boulogne

27 - 29 augustus

De voorspelling voor vandaag is 18 knopen (windkracht 5) westenwind. Een hele mooie wind om naar Dieppe te varen. Het vertrek uit de haven is wel iets om even over na te denken. De haveningang van Fécamp is smal, en ligt in de branding. De westenwind is aanlandig, dus als we de haven uitvaren, varen we zo de branding in. Vooraf ga ik even kijken hoe het eruit ziet, en ik zie een bootje stampend de pieren uitvaren. Dat kunnen we met onze Slijkgat ervaring ook wel.

Vaak hijsen we de zeilen pas als we de haven uit zijn, maar met deze wind is het toch wel fijn om het in de beschutting van de haven te doen. En omdat de wind precies recht de haveningang in waait, kan het ook. Als we de haven uitvaren is het geweld van golven, wind en tegenstroom toch nog indrukwekkend; op de motor maken we krap 4 knopen en grote klappen. Op de pier van Fécamp maakt iemand foto's van onze stampende Allures, jammer dat we die nooit te zien zullen krijgen. Tenzij die persoon Googlet op "Fécamp" en "Allures" of "Puzzle" en dan deze site vindt....

De krijtkust ten noorden van Fecamp Eenmaal door de branding wordt de zee snel rustiger, en als we halve wind (100 graden) varen wordt het snel rustig aan boord. We doen het ook even op het gemak, met de kotterfok. Op het zeil lopen we 7 knopen, over de grond 10 knopen. We gaan zo snel dat het verleidelijk is om door te varen naar Boulogne. Eigenlijk zijn we daar nogal laat voor vertrokken (de stroom loopt al twee uur), maar toch even rekenen met de Reeds en de kaarten. Er is een lange periode zonder stroom, maar het laatste stuk wordt fel stroom tegen. Toch, een aankomst om 9 uur 's avonds moet kunnen, dan is het nog net licht. De voorspelling is dat de wind langzaam afneemt, maar niet onder de 12 knopen zakt. Proberen maar, het is nu mooi weer en goed zeilen, en voor morgen wordt regen voorspeld.

De wind blijft urenlang op 18 knopen staan, we ruilen de kotterfok voor de genua. Daarmee lopen we 7.5 knoop door het water, en is de boot voor de automaat makkelijk te besturen, ook als we van de inmiddels aardig hoge golven afglijden. Het wordt ook zowaar nog echt zonnig; om drie uur is het uit de wind in de zon terrasjesweer.

Zomer 2011: mooi weer op weg naar Boulogne Om een uur of vier trekt de wind verder aan, uiteindelijk tot 25 knopen (een dikke 6) om een uur of zeven. We hadden inmiddels de genua staan, maar als de snelheid oploopt tot 9 knopen wordt de bestuurbaarheid toch minder. Maar weer terug naar de kotterfok. Dichter bij Boulogne krijgen we ook de verwachte 2 knopen stroom tegen. Met 24 knopen wind tegen 2 knopen stroom worden de golven zeer indrukwekkend. Vooral als je dan de golven achter de boot ziet aankomen! Af en toe glijdt de boot van een grote golf en de stuurautomaat heeft dan wat hulp nodig. In de boot blijft het wel allemaal keurig droog, behalve dan de zoutspray die over de boot waait.

Als wij inmiddels met een 3e rif en de kotterfok rustig dik 7 knopen lopen, horen we een alarm melding op de marifoon. Bij Beachy Head heeft een boot zijn spinnaker en grootzeil verspeeld, vanwege de 'out of control spinnaker' wordt de reddingsboot gelanceerd. Wij kunnen ons even niks voorstellen bij het onder spinnaker varen met 24 knopen.

Onderweg zien we alleen een vissersboot en wat grote vaart aan de horizon, helemaal geen andere zeilboten behalve eentje op de AIS. Toch wel bijzonder dat je in het drukke westen met alle volle jachthavens een hele dag op zee kunt zijn zonder een andere boot te zien.

De aanloop van Boulogne is ook interessant. Het is dan windkracht 7, de golven voor de haven zijn indrukwekkend. Gelukkig zijn we er nog voor 8 uur, dus het is nog goed licht. Het witte havenhoofd is mijlenver te zien in lage avondzon. Van de golven af surfend varen we de haveningang binnen. Het lukt meestal wel om de boot min of meer recht te houden, af en toe schuiven we van een golf af. Eenmaal binnen de buitenste pier is het water gelijk rustiger. We zijn weer een ervaring rijker!

IPTS Signals Bij aankomst zien we een hele optocht van vissersbootjes, onderdeel van een processie die in augustus wordt gehouden. We zijn er nog niet achter wat er herdacht of gevierd wordt. Google suggereert zowel een processie ter nagedachtenis van omgekomen vissers, als een processie om de komst van een Maria beeld te vieren.

Bij de haveningang van Boulogne staan de IPTS (International Port Traffic Signals) seinlampen volgens de gidjes. Ik kon me dat niet herinneren van het vaarbewijs, maar Google biedt uitkomst: zie IPTS Signals voor de coderingen. Het systeem is bedoeld om voor grote en kleine vaart toegangsaanwijzingen te geven, vooral in havens met veerboten. We waren het al vaker tegengekomen onderweg. We hadden nu een groen-groen-wit, doorvaren dus.

De jachthaven is niet mooi, maar het havengebouw en de voorzieningen zijn wel opgeknapt sinds onze editie van de Vaarwijzer denken we; in elk geval ziet dat er allemaal goed uit. De havenmeester komt ook even helpen met aanleggen, dat is na zo'n inspannende tocht wel fijn.

Maria processie in Boulogne De volgende ochtend regent het weer lekker, maar om een uur of twee komt de zon goed door. Uit de wind is het dan weer lekker warm. We doen een rondje Boulogne naar het oude centrum: de vestingmuren uit de middeleeuwen zijn nog in tact. In het oude centrum is onder andere de kathedraal van de Notre Dame. Als we na een rondje door het centrum op een terrasje aan een biertje zitten, horen we een processie aankomen. Zaterdagavond hebben we bij de haven het eerste deel hiervan gezien, en nu komt het zondagmiddag deel aan ons terrasje voorbij. Een hele stoet, met per groepje (denken we) steeds de naam van een parochie en een groot of klein Maria beeld. Het is duidelijk dat de processie ter herdenking van de aankomst van het Maria beeld is. Verder zoeken levert nu wel de oorsprong van de processie: "It was BONONIA, though, by the time the first Cathedral got built in 636, replacing the Roman Temple which had gone out of fashion. Angels, it appears, brought a statue of Our Lady - Notre-Dame - across the sea for the occasion. There's still a procession every August to commemorate this. Both statue and Cathedral have been replaced frequently since." (zie http://www.franceinpictures.com/boulogne.htm). Dat verklaart ook de optocht van de boten gisteren, die een beetje leek op de intocht van Sinterklaas in Nederland.

Boulogne - Duinkerken - Blankenberge

29 - 31 augustus
Maandag is de wind tot rust gekomen. We gaan met zon en wolken verder richting Duinkerken, 50 mijl, precies te varen in één tij vanaf Boulogne als we even na 10 uur in de ochtend vertrekken. Dat is een hele mooie tijd.

Cap Griz Nez. Als we de haven uitvaren is de wind noordwest. Waar we onze vorige tocht niemand zagen, varen we nu in een colonne van boten richting het noorden. Het eerste stuk tot Cap Griz Nez is hoog aan de wind; met een aantal andere boten varen we 3 - 5 knopen door het water. Dankzij de stroom, die al snel oploopt tot 2 knopen mee, drijven we toch om de punt heen. Het is weer zeilpakkenweer.

Voorbij Cap Griz Nez draait de wind naar het westen, en dan zelfs zuidwesten. We varen dan langs Calais, waar het zoals gebruikelijk behoorlijk druk is met de veerboten. Eentje komt vrij dicht achterlangs, maar verder is de zee groot. Voorbij Calais splitst de stroom zeilbootjes in boten die rechtstreeks naar Nederland varen en boten die de kust aanhouden voor een stop in Frankrijk of Belgie, zoals wij.

Havenhoofd Duinkerken Van Calais naar Duinkerken varen we plat voor de wind met de spinnakerboom. Veel wind is er niet, windkracht 3 tot 4, 10 tot 15 knopen. Wind en stroom geven ons bij elkaar soms 6 en soms 9 knopen snelheid. Er valt verder weinig te melden over de tocht. Het ongebruikelijkste is een Franse patrouilleboot die zeiljachten die vanuit Engeland komen op de marifoon oproept en ondervraagt over hun route, niet alleen waar ze vandaag vandaan komen, maar de hele vakantiereis. Dan is het even stil, en daarna komt dan 'ok, dank u wel, u kunt doorvaren'. Je vraagt je af wat ze dan opzoeken. Wij komen uit Frankrijk en zijn blijkbaar niet interessant genoeg voor ze.

Tegen 5 uur zijn we in Duinkerken, in de 'Port du Grand Large', een haven die feitelijk in het industriegebied van Duinkerken ligt. Niet echt een toeristisch hoogtepunt, de minste haven tot nu toe, ook qua voorzieningen. Het naseizoen is begonnen. Nou ja, het is ook alleen maar een stop op doorgang naar Nederland. Inmiddels is het ook weer helemaal bewolkt. Wel droog.

Morgen na 12 uur kunnen we met de stroom mee verder naar het noorden. De laatste stop voor Stellendam wordt Blankenberge, een relatief korte tocht van 34 mijl. Met een beetje geluk houden we het droog en kunnen we zeilen, met pech wordt het motoren door de buien.

Dolfijn in de haven van Duinkerken Dinsdag begint weer met een dikke laag wolken, maar het is wel droog. Gilbert fietst nog een klein rondje door Duinkerken, zo op het eerste gezicht is het niet heel bijzonder. Maar hij ziet er wel eindelijk een dolfijn .... is de vakantie voor Elly toch nog helemaal compleet! We vertrekken na 12 uur, en we laten ons meedrijven met de stroom. Veel wind is er niet, maar 3 knopen van de wind en 2 van de stroom is toch nog wel redelijk. Zolang we iets voor laag water in Blankenberge zijn is het goed. We halen het op het zeil tot Nieuwpoort, dan loopt de snelheid terug naar 2 knopen. Dat is wel erg weinig, de motor mag even helpen. Een paar mijl voor Oostende is het inmiddels mooi zomerweer geworden, strak blauwe lucht, lekker warm in de kuip. We besluiten er nog even van te genieten en zetten de motor uit. Er is iets meer wind dan eerder, wind en stroom geven ons krap 4 knopen. Tegen half zeven starten we de motor weer, een paar mijl voor Blankenberge. Als we de haven binnenvaren krijgen we gelijk een plaats aan de passantensteiger.

Blankenberge - Stellendam

31 augustus - 1 september

Donkere wolken boven Belgie Woensdag naar Stellendam is lastig met de stroom. Omdat er ook weinig wind is, vertrekken we maar gewoon als we wakker zijn en brood gehaald hebben. De diesel mag het werk doen vandaag, en voor de Zeeuwse kust is de stroom gelukkig niet zo sterk als in het Kanaal. We vertrekken om elf uur. Boven land zien we donkere wolken, boven zee is het lichter. Het duurt tot vier uur voor we wat zon zien.

We doden de tijd onderweg door wat te poetsen. Onderweg ziet Elly voor het eerst een zeehond voor de kust van Goeree. Geen dolfijn, maar toch nog iets! Vlak voor het Slijkgat zien we ook opvallend veel vissersboten varen, bij elkaar wel tien boten, ook echt met de netten uit om te vissen. Om half zeven liggen we in de sluis bij Stellendam, en even daarna voor anker bij het Quackgors voor Hellevoetsluis. Ook hier is het najaar, er liggen maar een paar boten.

Wielen aan de dinghy Donderdag is wat het weer betreft misschien wel de mooiste dag van de vakantie. We liggen voor anker, en ruimen en poetsen op de boot. Een nog in te lossen belofte was een foto van ons bijbootje met de wielen gemonteerd, bij dezen. Als je bij het strandje bent, draai je de wielen onder de boot, en kun je het bootje als een kruiwagen het strand op rijden. Hoewel we voor een strandje lagen, hebben we dat niet meer uitgeprobeerd.

Het is de hele dag mooi weer, een mooie nazomerdag. Gilbert gaat voor het eerst deze 'zomer' het water in, de 19 graden van het Haringvliet is beter dan de 17 graden in het Kanaal. De reden om in het water te gaan was niet de hitte, zo warm was het nou ook niet, maar aan de waterlijn had de boot wat aangroei. Met een rondje zwemmen-met-borstel rond de boot is dat snel weg. Toch zijn er wel wat bobbeltjes aan de boot te voelen, mischien tijd om deze winter de antifouling te vernieuwen. Na drie zomers varen wordt de werking duidelijk minder, ook al liggen we op zoet water.

Zonsondergang boven de Haringvlietdam. Als de zon ondergaat varen we naar de haven. Als we daar aankomen is het verlaten, er zijn nog maar weinig mensen op de boot. We hebben niet altijd in de gaten dat het al september is, voor ons is het nog vakantie. Maar de afgelopen week waren alle havens stil, Fécamp, Boulogne, Duinkerken, Blankenberge en nu Stellendam.