Warm Paasweekend

april 2011

De boot heeft de winter goed doorstaan. 2 april hebben we de eerste spullen gebracht en de meeste systemen even getest. Het enige wat niet lijkt te werken zijn de navigatielichten op de preekstoel voorop, dat is vast een slecht contact. Komt op de to-do lijst. We hebben de boot een beetje toonbaar gemaakt, de kussens op de banken en dat soort dingen.

20 april hebben we 's middags met hulp van Gijs van de zeilmakerij op de haven het grootzeil gemonteerd. Dat was een hele klus, ook al omdat we de onderste twee karretjes van nieuwe kogels hebben voorzien. Alle kogeltjes waren in de afgelopen twee jaar ontsnapt. Aan de reeflijnen en voorzeilen kwamen we niet meer toe, dat is voor de volgende ronde.

Goede Vrijdag 22 april zijn we vroeg in de haven met een afgeladen auto. Om 8 uur hebben we Maxime op school afgezet -- ja, repetities op Goede Vrijdag -- en daarna gelijk door naar de haven. De eerste klus is het opnieuw schoonmaken en afkitten van de watertank. Elly vecht met de bedden, Jason en Gilbert houden zich met de voorzeilen bezig. Het hijsen van genua en kotterstag is een klus om met z'n drieen te doen: bij de lier voor de val, het zeil strak houden, en het zeil in de rolfok leiden. 's Middags om twee uur zitten de zeilen er ook op. Later zagen we in Brouwershaven iemand de genua zetten met geleidertjes, dat zag er erg handig uit. Bij het rommelen door onze voorraad ogen bleken wij ook van die dingen te hebben :-). We hadden geen idee waar ze voor waren.

Daarna poetsen en poetsen en poetsen, tot zaterdag eind van de dag toe. Maxime komt 's middags met het openbaar vervoer uit Rotterdam, ca 13:00 weg, ca 15:40 aan in Stellendam. Dat duurt echt lang.

Zaterdag 23 april is nog een poetsdag, maar aan het einde van de dag blinkt alles. Jason en Maxime genieten van het Wifi in de haven.

Zeilwedstijd. Zondag Eerste Paasdag varen we na een uitgebreid Paasontbijt de haven uit. We hijsen de zeilen maar komen niet ver, want voor de haven zijn zeilwedstrijden bezig. We gaan voor anker om het te bekijken. Het is indrukwekkend om te zien hoe snel de bemanning een spinnaker kan strijken, het kost hen circa 10 seconden. Daar doen wij een stuk langer over met de sok van de parasailor. Vanaf onze boot snappen we niks van het wedstrijdverloop, maar het is wel leuk om te zien. Tegen de avond zeilen we verder naar Tiengemeten, om daar iets verder van de kust voor anker te gaan. Het is nog maar april, maar het is een mooie zomeravond.

Een mooi plekje voor het eerste klusje: het vervangen van het navigatielampje. Eerst zien we niet hoe het open moet, maar aan de voorkant (de kant die je van boot niet ziet) zit een schroef. Gelukkig wist Google dat! Eenmaal open blijkt het lampje defect. We hadden gecorrodeerde contacten verwacht (die waren er ook), maar de gloeidraad was ook door. Gek, het had amper gebrand.

Alles blinkt weer. Zondag blijven we lekker lui liggen, genieten van de gepoetste boot en de vroege zomerdag. Het is warm en vrijwel windstil, we besluiten lang te blijven liggen. Als we tegen vier uur terugzeilen is er eerst geen wind, maar even voorbij Middelharnis staat ineens meer dan 15 knopen, genoeg om een eerste rif te steken, en eigenlijk nogal veel voor onze eerste aanlegmanoeuvre van dit seizoen. Gelukkig staat er een ontvangstcomité om te helpen met de lijnen.

Achteruit de box in draaien kan eigenlijk alleen als we het schroefeffect mee hebben. Tegen het schroefeffect in is de draaicirkel gewoon te groot. Jason merkt op dat we snelheid moeten hebben zonder dat de schroef draait tijdens het indraaien van de box, ik denk dat hij gelijk heeft. Proberen we de volgende keer.

Spinnakerboom

4-9 mei 2011

We hebben bij de tuigerij van Marco Bijl een nieuwe spinnakerboom besteld, waarvoor het voor de montage het handigst is als we met de boot naar Brouwershaven varen. Met de auto is Stellendam - Brouwershaven een kort tochtje, maar met de boot is dat anders: Stellendam - Haringvliet - Haringvlietbrug (alleen overdag openingen op de hele uren) - Volkeraksluis (24 uur schutten, maar niet in de spits) - Volkerak - Krammersluizen - Grevelingensluizen bij Bruinisse - Brouwershaven. In totaal zo'n 40 mijl denk ik (70 km), maar meer dan een dag varen door de wachttijden bij de sluizen.

Woensdagochtend 4 mei vertrekken we richting Stellendam voor de tocht naar Brouwershaven. Tegen twaalf uur varen we de haven uit, en optimistisch hijsen we de zeilen. Helaas levert dat gemiddeld niet veel meer dan 3 knopen (mijl per uur) snelheid op, en we willen de 15 mijl naar de Haringvlietbrug afleggen voor de brugopening van 3 uur, om voor 4 uur door de Volkeraksluizen te kunnen. Dus na een klein stukje zeilen zetten we de motor bij. Om kwart over twee doen we de laatste paar mijl naar de brug op het zeil. Klokslag 3 uur moeten de auto's stoppen, en om vijf over drie zijn we door de brug. Elly roept de sluis gelijk op -- in de hoop dat ze ons voor 4 uur mee laten schutten -- en de sluismeester adviseert ons vriendelijk bakboord af te meren als we er zijn. Als we aankomen varen de binnenvaartschepen net de bakboordsluis in en mogen we zo aansluiten. Om vier uur precies sluit de brug achter ons, net voor de spits. Aan beide zijden van de brug staan wel lange rijen...

Ankerplaats met zicht op de brug over de Krammersluizen.

De noordwestenwind is vrij gunstig om te zeilen op het Volkerak, dus dat doen we. De wind is wel variabel in richting en kracht, tussen de 6 en 14 knopen, en makkelijk 30 graden draaiend in 30 seconden. Niet echt weer voor de stuurautomaat. We gaan om 6 uur voor anker in het uiterste westen van het Volkerak, voorbij de sluizen nog. Een heerlijk rustig plekje!

Wachten bij de Krammersluizen.

Donderdag 5 mei verder. Als we ons bij de Krammersluis melden, krijgen we te horen dat de sluis net dicht is. We moeten een schutrondje wachten. Voor het schutten van zout naar zoet (niet onze kant nu) duurt dat lang bij de Krammersluizen, waar ze een slim maar langzaam systeem gebruiken om te voorkomen dat zout Oosterschelde water in het zoete Volkerak kan komen. Waarom dat zo belangrijk is, is me niet duidelijk, rivieren hebben toch altijd zout zeewater in de mondingen gehad? Even googlen levert op dat men inmiddels nadenkt over een minder harde scheiding van zout en zoet, het project heet Natuurlijk Sluisbeheer, en past binnen het kader van algemene heroverwegingen in de Zuidwestelijke Delta, waarin wordt nagedacht over economie, klimaat en ecologie. Op de laatste site onder andere een mooi document met de plannen. Wellicht heeft het indertijd meer met de belangen van de landbouw dan van de natuur te maken gehad.

Elly in de Krammersluizen. Hoe dan ook, om 10 uur leggen we aan bij het hellingwerk voor de sluis, en pas om 11:20 varen we de sluis in. De sluismeester is erg vriendelijk, net als gisteren in het Volkerak. We worden steeds keurig met onze scheepsnaam opgeroepen met instructies, alsof we een binnenschip varen. Uiteindelijk krijgen we een privé-schutting in de beroepsvaartsluis. Het is laag water, we zakken flink.

Na de Krammersluis is het maar 2 mijl varen naar de Grevelingensluis, daar is de wachttijd niet zo lang. Het is nog rustig bij de sluis, heel anders dan de hektiek in de zomervakantie. In de sluis bellen we even met Marco Bijl, en spreken we af aan het einde van de middag naar de haven van Brouwershaven te gaan. Om de tijd te vullen gaan we op het zeil het Grevelingen rond, voor de wind met 6-10 knopen wind, een heel erg rustig werkje.

Lepelaar in de Grevelingen. Na het avondeten proberen we de Brompton fietsjes uit. Ze liggen onder ons bed in de hut voorin, het is even graven. Het is wel leuk om fietsjes te hebben, ons eerste fietstochtje door Brouwershaven levert een bakje aardbeien op van een stalletje langs de weg, en zicht op een lepelaar langs de oever van het Grevelingenmeer. Met de fietsjes kom je een stuk verder van de boot dan anders, plaatsjes die 2 kilometer van de haven liggen worden nu ook bereikbaar voor ons :-).

De hoogwerker van Tuigerij Bijl.

Vrijdag 6 mei staan we vroeg op zodat ze om 8 uur met de spinnakerboom kunnen beginnen. De reden om naar Brouwershaven te varen voor deze klus is de hoogwerker die Tuigerij Bijl gebruikt. Met de hoogwerker kunnen ze met zijn tweëen werken om de geleiderail te monteren, terwijl je anders in een mandje hangt met gereedschap om je riem. Nu ik ze zo bezig zie snap ik wel waarom ze de klus bij hen op het bedrijf wilden doen. Het systeem wat we laten monteren bestaat uit een lange rails langs de mast, met een karretje, lijnen en blokjes zodat je de boom kunt hijsen en vastzetten.

Montage van de rails voor de spinnakerboom. We bleken ook nog een hijslijntje nodig te hebben voor de spinnakerboom. Toen we dachten dat om 12:00 uur alles er op zat, was er dus nog een klusje te doen. Voor de extra lijn moest een gat worden gemaakt in de mast. Met de hoogwerker ging dat gemakkelijk, maar het was wel een nieuwe voorraad aluminium vijlsel op de boot. Elly had net met de slang het slijpsel van de railmontage opgeruimd.

Om half drie zijn we gereed voor vertrek. Deze keer nemen we de kortste route naar de sluis, en vaart Elly het grootste stuk. De Grevelingensluis ligt op een goed uur varen, we kunnen vrijwel direct mee. Tien over half vijf liggen we bij de Krammersluizen in de wacht. De sluismeester meldt ons vriendelijk dat de sluis net dicht is, het wordt een rondje wachten. Ook in de sluis duurt het lang met de zoet/zout scheiding, om tien voor zeven varen we naar buiten. Het is dan windstil en warm, en we besluiten voor anker te gaan na de sluis. Morgen verder.

Zaterdag 7 mei zit de boot helemaal vol met ontzettend veel muggen en mugjes. Een beetje zout water in het Volkerak zou helemaal niet zo erg zijn! De wind is uit het zuidoosten, we kunnen van de ankerplek naar de Volkeraksluis op het zeil. Het eerste stukje smokkelen we een beetje met de motor (20 graden aan de wind)... Aan de wind staat op het dek 15-18 knopen, voor onze boot genoeg om een rif te zetten in het grootzeil. Het is wel jammer dat het profiel van het zeil daar zo onder lijdt: je krijgt een zak die meer helling dan stuwing geeft.

Als we om kwart voor twee de Volkeraksluis uitvaren roepen we de Haringvlietbrug op. In een kwartier halen we de brug niet, maar in twintig minuten wel. De brugwachter zegt 'dat wordt krap mevrouw', maar tien minuten later roept hij ons op om te vragen hoe ver we nog moeten. 'Een mijl'. De brugwachter stelt voor de opening iets later te doen. We mogen aansluiten en kunnen nog net mee. Onder de brug komen we twee boten tegen die stoer op het zeil door de brug varen. De kapiteins kijken er heel angstig bij :-). Een bedankje aan de brugwachter na passage leek ons wel gepast.

Nog even genieten van de avondzon. Op het Haringvliet zetten we de genua en laten we ons naar Stellendam drijven. Met 15 knopen wind doen we op de genua 5 knopen, goed genoeg. Aan het einde van de middag gaan we voor anker op twee mijl van de haven om nog even van de zon te genieten en wat te eten. Als het gaat schemeren en de muggen komen, varen we naar de haven.

Zeillessen Elly

21 mei 2011 en 2 juni 2011

We zijn ons zeilavontuur begonnen met gezamenlijke zeillessen, maar de afgelopen twee jaar heb ik (Gilbert) toch vooral aan het roer gestaan, zeker bij manoeuvres zoals het invaren van de box in de jachthaven, en heeft Elly veel handigheid opgedaan met de lijnen. Maar als Gilbert nu iets overkomt, wat dan? Of minder dramatisch, als we 's nachts willen doorvaren, moet Elly ook een wacht kunnen lopen.

De eerste zeilles. Dus heeft Elly besloten om alleen les te nemen, met Maxime als matroos. Dan kan ze niet aan mij vragen 'wat nu', en kan ik ook geen ongevraagde adviezen geven. De eerste dag (21 mei) is het zonnig en vrijwel windstil, ideaal dus om te leren hoe boot zich gedraagt. Om 10:00 staat Ted van Tip-Top sailing aan boord, en tot 5 uur manoeuvreert Elly vrijwel full-time met de boot. Eerst de box uit, in de vissershaven varen en aanleggen, de eigen box in en uit, rondjes varen op het Haringvliet om de in het watergevallen stootwil te redden en meer van dat soort dingen. Tegen vijf uur wacht ik Elly weer op bij de boot; ze vaart hem er heel beheerst en kalm in. Ik ben onder de indruk.

De tweede les is Hemelvaartsdag, het is dan weer mooi weer, maar wel met veel wind. Dat wordt dus een zeil dag met een klein rondje Haringvliet en veel kruisen, maar ook stormrondjes en gijpen. Aan het eind van de dag krijg ik ook nog wat zeiltrim tips van Ted; de boot kan meer dan ik denk. Eigenlijk wist ik dat ook wel, toch ook nog maar eens samen les nemen voor dat soort dingen.

Terug in de haven krijgt Elly van een aantal mensen reacties, 'wat goed, dat zou ik ook nog eens moeten doen'. Het is net een dorpje zo'n jachthaven. Wel leuk.

Bijbootje

juni 2011

Nadat we vorig jaar uit Engeland terugkwamen, hebben we besloten dat er dit seizoen een bijbootje moest komen. Dan kun je de kreken verkennen, of gewoon boodschappen doen, als je ergens voor anker ligt. Een bijbootje kiezen is lastig: om te varen is een RIB prettig (polyester V bodem en opblaasbare drijvers), maar om op te bergen is een opblaasbare V bodem handiger. Als je in het bootje zit is groot handig, als je de lege boot moet opruimen is klein gemakkelijker. Het materiaal: PVC is goedkoper, Hypalon gaat vooral in de zon langer mee. En dan de motor: groter betekent sneller varen, maar ook zwaarder. En als je bootje snel kan varen, moet je een vaarbewijs hebben. En dat hebben de meeste bemanningsleden niet...

Van anderen hebben we gehoord dat een bootje van 2,40 meter toch wel klein is. De maximale maat die de importeur aanraadt is 3,50 meter, maar dan wordt de boot groot, breder dan de boot aan de achterkant bijna.

We hebben gekozen voor een Zodiac van 2,85 meter van Hypalon (Cader Fast Roller ACTI-V 285), met een 6 pk Mercury motor. De 4, 5 en 6 pk motoren zijn van alle leveranciers even zwaar (25 kg), en met de 6 pk kan het bootje met twee mensen planeren. We hebben de boot gekocht bij Delta Watersport in Ouddorp.

Zodiac 285 klaar voor gebruik. Bootje en motor moeten ook nog aan de boot hangen. Voor het hijsen van het bootje hebben we een hele collectie blokjes en een lange lijn van 30 meter (!) waarmee we het bootje kunnen ophijsen. Bij Delta maken ze zelf motorplankjes op maat, dus dat hebben we laten maken. Het op de goede plek bevestigen kost een hoop tijd. Het past allemaal net; de beugel waar we het motortje onder willen hebben staat behoorlijk schuin, en zo klein is het motortje nu ook weer niet. Met de hijslijn van het bootje kunnen we ook de motor tillen, dat is wel zo safe als je met 25 kg motor bij de railing staat.

We varen de motor netjes in volgens de voorschriften voor de eerste twee uur. Als we na die twee uur volgas geven, valt de motor echter uit. Het zal niet waar zijn? Bellen met de leverancier; het probleem komt niet bekend voor maar "brengt u de motor maar langs, dan kijken we er naar". De volgende week hebben ze niks gevonden, maar we hebben het probleem weer. Als we bellen stapt er tegelijk een monteur in de auto. Als de monteur een half uur later aankomt, is het probleem snel opgelost. Het blijkt dat we de benzinebol echt flink onder druk moeten knijpen om de motor brandstof te kunnen laten aanzuigen. We hadden wel geknepen, maar voelden als snel tegendruk. Je moet dan dus nog doorpompen... Dat is anders dan de 75 pk motor die mijn ouders aan de speedboot hadden, die kon zelf zijn brandstof wel opzuigen. Ik voel me stom, maar wel fijn dat er geen probleem was. Goede service van Delta Watersport voor de domme gebruiker.

Het is een leuk speeltje: even van de ankerplek een rondje varen, of gewoon in de haven. Hoe we het gaan gebruiken weten we nog niet, het is wel duidelijk dat het onhandig is bij het aanmeren (we varen de box achteruit in), maar behalve in onze eigen haven leggen we zelden aan met het achterschip naar de steiger. Dus misschien kan het bootje bij tochten wel standaard blijven hangen. Voorlopig kunnen we foto's maken van het moederschip voor anker vanuit de bijboot. Voorheen moesten we daarvoor zwemmen...

Pinksteren

11 juni 2011

Het mooie voorjaarsweer moest een keer ophouden, en dat is gebeurd. De boeren krijgen weer regen, in de Alpen is weer regen om de rivieren te vullen, de voorspellingen zeggen meer van hetzelfde. In Stellendam wordt de zeesluis nog steeds alleen bij eb geschut, maar vandaag stonden er wel 4 schuiven open in de waterkering.

Het moederschip vanaf de bijboot. Ik wil maar zeggen: het is begin juni, maar het weer viel tegen. Zaterdagavond -- nadat het motorje goed werkt en na het avondeten -- zijn we de haven uitgevaren om te overnachten op het anker. Ineens weer van de volle jachthaven naar een vrij zicht op het Haringvliet, met veel vogelgeluiden en ('s ochtends) muggen. Rust en ruimte.

Weinig wind vanuit het zuidoosten. Zondag is het rustig weer, zo'n 10 knopen wind uit het ZZO. Tegen 1 uur hijsen we de zeilen en om 8 uur zijn we terug van een rondje Haringvliet. De dag begint zonnig met mooie stapelwolken, de boot ligt er mooi in te glimmen. In de kuip uit de wind in de zon is het lekker. Naarmate de dag vordert draait de wind naar het zuidoosten, eerst maar 6 knopen maar al snel 12. Om vier uur zien we de zon als door matglas. 'zon als door matglas, regen is niet ver meer' stond er indertijd in de KNMI weercursus. Het blijft bij een paar spetters, maar het voelt wel koud achter het stuur. En dan hebben we wind nog vooral in de rug. In de loop van de nacht regent het wel door, maar dan liggen we in de haven.

Maandag een late dag, 's middags nog wat poetsen en dan naar huis.